GEWETENSONDERZOEK VOOR PRIESTERS EN DIAKENS
Woord vooraf. Ooit heb ik voor een priesterretraite voorde Goede Week een gewetensonderzoek gemaakt aan de hand van de wijdingsbeloften van mijn eigen priesterwijding. Uiteraard heb ik dit gewetensonderzoek op de allereerste plaats voor mezelf gemaakt want ik acht mezelf beslist geen betere of heiligere priester dan mijn ambtsgenoten.
Broeders en zusters in het pastorale ambt en de pastorale zorg,
De meesten van ons hebben bij de aanvaarding van de diaken- en priesterwijding een aantal beloften uitgesproken en een bepaalde opdracht op zich genomen. We willen nu in een moment van bezinning, vlak voor de dagen waarin Christus zijn opdracht volbracht heeft, nog eens stil staan bij deze beloften en overwegen op welke wijze wij daaraan het afgelopen jaar gestalte hebben gegeven. Daarmee willen wij tegelijkertijd onze toewijding aan God en de medemens vernieuwen zoals dat ook gebeurt in de chrismamis van Witte Donderdag.
– Allereerst hebben wij gekozen voor een leven als ongehuwde omwille van het Rijk der hemelen. Op deze wijze willen wij laten zien dat wij God boven alles beminnen en eerst het Rijk Gods zoeken waarbij alles gegeven zal worden. Zo zijn wij geheel beschikbaar voor de dienstbaarheid aan God en de medemens.
Gaat onze allereerste zorg inderdaad nog uit naar de komst van het Rijk Gods in deze wereld of voeren de gedachten naar eigen geluk, een gemakkelijk leven, vakantie en genot inmiddels de boventoon? Zijn er mensen of zaken, bepaalde verslaafdheden of afgoden in welke vorm dan ook, die onze toewijding bedreigen, verkleinen of zelfs tenietdoen?
– We hebben ooit beloofd de bisschoppen trouw ter zijde te staan bij de herderlijke zorg voor het volk van God, onder de leiding van de H.Geest.
Zijn we nog steeds priesters en christenen van de hele kerk, bereid tot dialoog, tot liefdevolle advisering en dienstbaarheid aan hen die de moeilijke taak hebben herder van een grote verdeelde kerk te zijn? Zijn we nog collegiaal of hebben we ons in ons hart al losgemaakt van de apostolische kerk en hebben we een eigen kerkje gesticht?
– We hebben ooit onze bereidheid uitgesproken de christengemeente voor te gaan in de liturgie volgens de overlevering van de kerk,tot eer van God en heiliging van het ;christenvolk?
Zijn we ons er nog steeds van bewust dat de sacramenten en in het bijzonder de eucharistie gaven zijn van Christus aan het kerkvolk? Proberen we de liturgie met vreugde te vieren, met eerbied en zoekend naar wat heilzaam is voor de mensen die nog tijd en moeite nemen naar de kerk te komen? Maken we ons er niet te gemakkelijk van af? Zijn we blij en zien en benutten we de kans tot dienen en verkondigen van Gods liefde als mensen ons om bepaalde sacramenten vragen, of vinden we ze maar lastig?
– We hebben ooit de wil uitgesproken de geest van gebed in onze levenswijze te bewaren en te verdiepen en naar vermogen deel te nemen aan de kerkelijke getijdengebeden.
Nemen we daar nog genoeg tijd voor of is dit voornemen geheel overwoekerd door pastorale activiteit of wereldse ontspanning?
– We hebben ooit verklaard in de prediking en de uitleg van het katholieke geloof Gods Woord met toewijding te verkondigen.
Laten we ons nog steeds inspireren door de evangelische boodschap?Proberen we nog altijd door studie en meditatie het woord van de Heilige Schrift steeds beter te verstaan en nieuwe inzichten daaraan te toetsen?
– Bij onze wijding hebben we ons leven verbonden met dat van Christus en hebben we zijn levenswijze als ons voorbeeld genomen. Zijn leven was doorgeven wat Hij van zijn Vader ontvangen had, inclusief zichzelf. Hij was als de graankorrel die in de aarde valt.
Hebben wij ook nog zo’n levenshouding? Zijn we nog gastvrij voor ieder die contact zoekt via deur, brief of telefoon, mail of anderszins? Staan we ze te woord met een open, vriendelijk en geduldig hart? Zijn we zoals Christus voor ieder mens gelijk of maken we onderscheid?