Over trouwen

Het huwelijk

 

1. Het huwelijk: privézaak of sacrament?
2. (Alsnog) trouwen in de kerk: kan dat?
3. Echtscheiding en hertrouwen

 

zie ook de artikelen: het huwelijk als deelname aan Gods scheppingswerk en: wat voegt het kerkelijk huwelijk toe aan het burgerlijk huwelijk?

 

HET HUWELIJK: EEN PRIVÉZAAK OF SACRAMENT ?
Eens legde ik kerkelijk gehuwden de vraag voor: hebben jullie, toen jullie trouwden, het huwelijk gezien als een roeping, als iets waartoe God jullie voorbestemd had? Het antwoord was ontnuchterend: “Nee, wij hielden van elkaar en daarom zijn we op een gegeven moment getrouwd”. De kerk heeft prachtige theorieën over het huwelijk: het is een beeld van de liefdes­verhouding tussen Christus en zijn kerk; het is een heilsgeheim waarin Christus de genade geeft van de trouw; het is een contract tussen gedoopten dat door Christus verheven is tot sacrament.
Al deze theorieën blijken in de praktijk weinig herkenning op te roepen en nimmer een motivatie te zijn om voor de kerk te trouwen. Men trouwt omdat men elkaar liefheeft en met elkaar door het leven wil gaan. De liefde is de basis voor het huwelijk, ook voor het kerkelijke sacramentele huwelijk. Daarin verschillen we niet met de gehuwden die geen geloof belijden.
Maar juist uitgaande van de liefde en daarop verder doordenkend komen we tot een dieper verstaan van het huwelijk als een leefgemeenschap die alles met God te maken heeft. De liefde is een gave van Godswege. God is de grote Liefde-bron.
Zijn Liefde heeft Hij al vanaf het begin van de schepping in de mens gelegd. De sacramentaliteit van het huwelijk is eigenlijk al af te leiden uit het scheppingsverhaal. God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis. Dus als een liefhebbend wezen. Hij schiep hen man en vrouw. In de levensgemeenschap van man en vrouw vindt die gelijkenis met God haar hoogste realisatie. Door de wederzijdse liefde deelt de mens in Gods liefde en draagt hij deze verder uit.
De liefde voltooit het menselijk leven. Deze gelukstoestand is Gods bedoeling en Gods plan met de mensheid. Omdat de mens vaak in liefdeloosheid vervalt heeft God Jezus gezonden als Helper en Verlosser.
Jezus heeft met de mens een Verbond gesloten: wie God en de naaste bemint ontvangt Gods zegen. Aan dit Verbond nemen we deel door de sacramenten.
Jezus heeft verschillende sacramenten ingesteld. Hoewel Hij zelf het woord sacrament niet gebruikte (dat ontstond later), heeft Hij wel tot verschillende sacramenten een expliciete opdracht gegeven. Bijvoorbeeld om te dopen en de eucharistie te vieren, de kerk te leiden en zonden te vergeven. Al deze sacramenten zijn tekens die onze verbondenheid met God uitdrukken en versterken, vieringen die ons laten deel hebben aan dat Nieuwe Verbond van God met de mensen door Jezus.
Het huwelijk is het laatst als sacrament erkend. Maar eigenlijk is het het eerste sacrament. Het bestond eigenlijk al vóór Jezus’ komst. Het bestond al vanaf het begin van de schepping. Jezus heeft het alleen bevestigd en de mens gewezen op de bedoelingen van God met het huwelijk. (Mc 10,6-9)
Mensen die trouwen nemen deel aan het scheppingswerk van God. Zij worden “medescheppers”. Zij nemen verantwoordelijkheid op zich voor de vermenigvuldiging van de liefde en van het leven zelf. Mensen die trouwen worden medewerkers van God. Zij worden dus verbondspartners. Het huwelijk geeft deel aan het Scheppings- en Liefdesverbond van God met de mens.
En daarom is het huwelijk een sacrament: een teken van Verbondenheid met God. Een verbond bevat een toezegging van zegen, maar ook een opdracht. Liefde is een gave, maar ook een opgave. Want in het huwelijk is het lang niet altijd rozegeur en maneschijn. Het brengt ook verplichtingen en lasten met zich mee die zwaar kunnen wegen. Maar huwenden beloven elkaar lief te hebben en trouw te zijn in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid. Daarom is het huwelijk in mijn ogen toch een roeping: God doet een beroep op hen die elkaar liefhebben. De spontane liefde is het uitgangspunt om met elkaar te trouwen, jazeker, maar een roeping is het gevolg. God laat zijn oog vallen op mensen die elkaar liefhebben en zegt: “Jullie kan ik gebruiken, jullie heb ik nodig”. Het besef dat liefde een voortdurende gave en opgave van God is, maken het huwelijk tot sacrament. Een sacrament dat niet duurt zolang de liturgische viering duurt, maar een leven lang. De viering is alleen maar een begin. Het hele huwelijksleven is sacramenteel. “Door de viering wordt het huwelijk niet gesloten maar geopend.”, heb ik eens horen zeggen.
Het huwelijk is dus geen privézaak, geen onderonsje van twee mensen die samen leuke dingen doen en een huis bewonen. Het huwelijk is een belangrijke bouwsteen voor de menselijke samenleving en voor het Rijk Gods. Gehuwden willen de hun geschonken liefde niet voor zichzelf houden, maar dienstbaar maken aan de samenleving.
Door het delen van elkaars successen en teleurstellingen, door het opvoeden van kinderen, door gastvrijheid voor eenzamen en bedroefden en door hun gezamenlijk gebed zijn gehuwden medewerkers van God.

(ALSNOG) TROUWEN IN DE KERK: KAN DAT ???

Laatst ontmoette ik een jong stel ouders die niet voor de kerk getrouwd waren. Toen ik vroeg waarom niet, antwoordden ze: “Dat kan toch niet als één van de twee niet gedoopt is?”
Dat kan wel. Wat jammer dat ze dat niet wisten.
Het komt steeds meer voor dat mensen gaan samenwonen die eigenlijk wel naar een kerkelijk huwelijk verlangen maar ten onrechte menen dat ze om bepaalde redenen (nog) niet (meer) voor de kerk kúnnen trouwen. In dit artikel wil ik enkele situaties bespreken; wat in die situaties wel en niet kan en wat de voorwaarden zijn.
Het meest voorkomend is de verkering met een niet-katholiek of met een niet-gelovige. Vroeger werd geëist dat deze partner katholiek werd. Of er werd in stilte op de pastorie getrouwd. In dit opzicht is de houding van de kerk fundamenteel gewij­zigd. De kerk respecteert de godsdienst­vrijheid en daarmee ook de levens­beschouwing van een niet-katholiek. De kerk vraagt van deze partner echter wel ook dit respect te hebben voor het geloof van zijn/haar katholieke levensgezel en hem/haar niets in de weg te leggen zijn/haar geloof te beleven en aan de kinderen door te geven. Het is dus wel nodig dat men hier onderling over gepraat heeft, elkaars levensop­vattingen kent en respecteert alvorens een kerkelijk huwelijk aan te gaan. Het geloof mag immers later geen bron van conflicten worden binnen het huwelijk. Ook niet als er eenmaal kinderen komen. Zolang twee mensen nog samen zijn kan men elkaar vrij laten, maar als er kinderen zijn, dan is er een gezamenlijke opvoedingsverantwoordelijkheid. Het is soms nog wat vroeg om daar in de verkeringstijd al aan te denken. Je hoort wel eens: “Dat zien we later wel”. Toch is het verstandig elkaar daarover te bevragen. Echte liefde voor elkaar gaat dit probleem niet uit de weg maar levert soms verrassende kennis van elkaar op. Al is de partner niet kerkelijk opgegroeid, toch heeft hij/zij soms meer geloof dan je aanvankelijk vermoedt en staat hij of zij heel welwillend tegenover een kerkelijk huwelijk.
In alle gevallen wordt een kerkelijke viering aangepast aan de aanwezigen. Wanneer veel niet-gelovigen aanwezig zijn zal er meer nadruk liggen op menselijke waarden zoals de liefde en de vriendschap. Zijn er veel gelovigen van andere christelijke kerkgemeenschappen dan kan er meer uit de bijbel gelezen worden en kunnen er liederen uit het Liedboek der Kerken gezongen worden.
Bij een gemengd kerkelijk paar is het zelfs mogelijk om een dominee actief in de dienst mee te laten doen.
Soms zal gekozen worden voor een dienst in een reformatorische kerk. In dit geval kan, na een voorafgaand gesprek met de pastoor en schriftelijke ondertekening van de huwelijksbeloften, het huwelijk ook door de katholieke kerk erkend worden als een sacramenteel kerkelijk huwelijk. Eventueel kan de priester dan in de andere kerk een rol vervullen in de huwelijksdienst.
Een tweede situatie is dat men al een tijdje samenwoont of alleen burgerlijk gehuwd is (en al kinderen heeft). In veel gevallen wilde men wel trouwen maar waren er problemen in de familie of had men het geld niet voor een trouwfeest. Of men was in de tijd van het gaan samenwonen nog niet zo in het geloof ontwikkeld of met de kerk verbonden dat er aan een huwelijk gedacht werd. In de loop der jaren is er sprake van een geloofsontwikkeling waardoor men toch denkt aan een kerkelijk huwelijk.
Is het dan te laat? Het kerkelijk huwelijk moet toch op dezelfde dag als het burgerlijk huwelijk gesloten worden? Nee. Het burgerlijk huwelijk moet inderdaad aan het kerkelijk huwelijk vooraf gaan, maar het kerkelijk huwelijk kan veel later gesloten worden. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat men alvast voor de burgerlijke stand trouwt vanwege financiële voordelen of vanwege de huisvestingsmogelijkheden, terwijl men aan een kerkelijk huwelijk nog niet toe is. Is bij de partners eenmaal de overtuiging gerijpt dat God hen voor elkaar bestemd heeft,  dan kan alsnog het kerkelijk huwelijk gesloten worden. Als men verlangt naar een kerkelijk huwelijk dan kan het burgerlijk huwelijk tot sacrament verheven worden door enkele gesprekken met de pastor en de ondertekening van de huwelijks- en trouw­beloften. Dan heeft men toch een kerkelijk erkend huwelijk. Eventueel kan daar een viering op volgen, maar dat hoeft niet per sé.
In sommige gevallen hebben katholieken een eerder burgerlijk huwelijk gehad dat niet voor de kerk gesloten was. Na echtscheiding heeft men een nieuwe levenspartner leren kennen met wie men wel graag een kerkelijk huwelijk sluit. Aangezien het eerste huwelijk voor de kerk nooit geldigheid heeft gehad is er geen beletsel om nu wel voor de kerk te trouwen.
Men denkt soms: “Ik ga bijna nooit meer naar de kerk. Dan kan ik ook niet voor de kerk trouwen.”. Men kan goede redenen hebben om niet meer naar de kerk te gaan. Het kan ook zijn dat je er niet in opgevoed bent. Het kan zijn dat de zondagsdienst je niets zegt. Het kan zijn dat je het te druk hebt met andere dingen. Elke pastoor zal dit betreuren. Maar het is kerkrechterlijk gezien geen beletsel voor een kerkelijk huwelijk. Indien men sterke godsdienstige motieven heeft om toch voor de kerk te trouwen, dan moet de pastoor over zijn bedenkingen heenstappen en de kandidaat­gehuwden respecteren. Het kerkelijk huwelijk is een verbond met God en de kerk is slechts een middelaar tussen God en mensen. Indien men zich sterk met de Schepper verbonden voelt en niet wil samenwonen zonder Gods zegen en bevestiging, dan heeft men een goede reden om voor de kerk te trouwen.
Vaak gaat men samenwonen omdat men (plotseling) een huis krijgt, omdat één van de twee partners uit het ouderlijk huis weg moet of ver van zijn werk woont, etc. Men wil eerst het huis inrichten, dan nog wat sparen en dan pas aan kinderen denken. Begrijpelijk. Maar waarom zou je in zo’n geval niet in stilte voor de kerk trouwen? De kerkelijke viering en de bruids­japon zijn niet essentieel. De trouwbelofte wel en die mag onder 10 ogen gegeven worden: met de pastoor en twee getuigen erbij. Dat kan gewoon op de pastorie of bij iemand thuis. Dat kost niets en is voor God even goed als een huwelijkssluiting met veel pracht en praal.

Voor jongeren die een huis krijgen, maar in geweten geen vrede kunnen hebben met een vrije samenwoning is dit de ideale oplossing.

Deze mogelijkheid is er ook als bijvoorbeeld de ouders of de familie van één van de partners fel tegen een kerkelijk huwelijk is.
Als men vanwege de omstandigheden voor de kerk in stilte trouwt, dan is het altijd mogelijk om later alsnog een kerkelijk viering te houden, net zoals na een nooddoop nog een kerkelijk presentatie plaatsvindt. Er kan dan bijvoorbeeld een mis uit dankbaarheid gevierd worden waarbij de gehuwden hun eerder in stilte gegeven trouwbelofte openlijk hernieuwen.
Het geschrevene geeft alleen wat mogelijkheden aan om kerkelijk te trouwen daar waar men het misschien niet verwacht. Waarom men voor de kerk zou trouwen? Daar zijn heel wat goede redenen voor aan te halen. Daar zijn boeken over vol geschreven. Maar bovenal moet men zich ertoe geroepen voelen. Niet het eigen voordeel, een kerkelijke wet of het in de mode zijn is grond voor een sacramenteel huwelijk, maar de liefde van God die man en vrouw oproept tot trouw en dienstbaarheid aan Zijn Rijk. God roept ons op om ons leven met het Zijne te verbinden en voor man en vrouw samen is dat in het sacramenteel huwelijk.

ECHTSCHEIDING, NIETIGVERKLARING en OPNIEUW VOOR DE KERK TROUWEN?

In het derde en laatste artikel over het huwelijk zullen we even stil staan bij de mogelijkheid om na een echtscheiding opnieuw voor de kerk te trouwen. In principe kent de kerk geen echtscheiding op grond van een uitspraak van Jezus, maar toch hoor je wel eens dat mensen opnieuw voor de kerk getrouwd zijn. Hoe kan dat? Ik citeer enkele stukken uit de nota “Huwelijk in crisis” van de Diocesane Pastorale Raad van het Bisdom Rotterdam:

”Jezus heeft zich op het punt van de huwelijkstrouw zeer radicaal uitgesproken: “In het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen één vlees worden. …. Wat God derhalve verbonden heeft, mag de mens niet scheiden. Wie zijn vrouw wegzendt en een ander trouwt maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk. En wanneer zij haar man verlaat en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.” (Mc.10,5-12). …… De onverbreekbaarheid van het huwelijk is dus niet een extra juk dat de gelovige van buitenaf (door de kerk) op de schouders wordt gelegd. Neen, in de visie van Jezus is het iets dat uit het wezen van het huwelijk zelf voortvloeit. …..

En als ’t mislukt? Ondanks alles blijft ook het huwelijk van gelovige christenen een kwetsbare verbintenis, die van binnen uit door eigen nalatigheid wordt bedreigd, alsook door allerlei invloeden van buiten. Het komt voor dat  vaak meer door onmacht dan door schuld  het samenzijn ondraaglijk of onleefbaar wordt en voor niemand meer herkenbaar is als teken van Gods liefde en zorg. Het samenzijn wordt dan slechts een karikatuur van de echtelijke trouw, die Jezus zo ter harte ging. …..

Enige stellingen met betrekking tot gescheiden mensen (die evt. burgerlijk zijn hertrouwd)

1) De zware taak waarvoor de kerkgemeenschap staat in het opvangen en begeleiden van haar in scheiding geraakte leden, is een dubbele: enerzijds heeft zij de opdracht van de Heer om de onontbindbaarheid van de huwelijksbelofte uit te dragen, terwijl zij anderzijds de barmhartigheid van de Heer moet waarmaken. Het is een illusie te menen dat de spanning die er tussen deze twee christelijke waarden kan ontstaan op simpele wijze kan worden opgelost.

2) Christenen dienen er zich voor te hoeden een snel en gemakkelijk oordeel uit te spreken over mensen die in scheiding zijn geraakt. Niemand kan het hart en het geweten van zijn medemens peilen. Dat komt alleen God toe. Elk geval is bovendien anders. Hoe vaak gingen mensen niet uit elkaar na een lange strijd, waarbij zij probeerden om toch nog te redden wat er te redden viel?”

Er zijn gevallen waarin de kerk een goede reden ziet om een tweede kerkelijk sacramenteel huwelijk in te zegenen. Ik citeer weer uit de brochure:

“(1)De ontbinding van een huwelijk

Het kerkelijk recht maakt onderscheid tussen de ontbinding en de nietigverklaring van een huwelijk. In het eerste geval wordt een geldig huwelijk ontbonden; in het tweede geval wordt verklaard dat er van een geldig huwelijk nooit echt sprake is geweest. …. In de visie van het Kerkelijk Recht is elk huwelijk in principe onontbindbaar. ……(Behoudens enkele hoge uitzonderingen zoals in het geval dat het huwelijk niet door echtelijke geslachtsgemeenschap is voltooid)

2) De nietigverklaring van een huwelijk.

Er kunnen serieuze redenen zijn tot aanvraag via de pastoor aan het zgn. “officialaat” (de kerkelijke rechtbank van een bisdom) tot de nietigverklaring van een huwelijk:

Als de wederzijdse belofte van trouw in Christus de kern van het christelijk huwelijk uitmaakt, dan is het logisch dat er alleen maar van een echt geldig huwelijk sprake kan zijn als de huwelijksbelofte in vrijheid en volwassenheid is uitgesproken. … In de traditie van de kerk is een huwelijksbelofte die onder dwang (bv. psychische onvrijheid, druk van derden enz.) tot stand was gekomen, dan ook niet bindend. In zo’n geval kan het huwelijk nietig worden verklaard (vrijheidsprincipe).

Ernstige defecten die van het begin af aan een huwelijk tot een dubieuze zaak maken zijn bijvoorbeeld: een veel te lichtvaardige houding bij de partners, gebrek aan geestelijke rijpheid, veel te vroeg trouwen, enz. (kennisprincipe).

(3) Scheiding van tafel en bed

Moeilijker zijn de huwelijken die naar alle redelijkheid in vrijheid gesloten zijn, maar later tot een ondraaglijke situatie (voor ouders en kinderen) zijn uitgegroeid. Vanouds kent de kerk voor deze omstandigheden het recht van scheiding van tafel en bed.” Tot zover het citaat uit de brochure van het DPC.

Hier wil ik een persoonlijke kanttekening invoegen: Scheiding van tafel en bed verbreekt de huwelijkstrouw niet. Uit elkaar wonend kunnen de echtgenoten toch elkaar van dienst zijn en het gedeeld ouderschap uitoefenen. Zij kunnen de trouw beleven in gebed voor elkaar. Tenslotte houden ze op die manier de deur open voor herstel van de huwelijksrelatie.

Tenslotte

Als een tweede sacramenteel huwelijk niet mogelijk is, maar er wel een nieuwe vaste relatie ontstaan is of een burgerlijk huwelijk gesloten is, waar misschien ook al kinderen uit voortgekomen zijn, dan zullen de betrokkenen in gesprek met God (in geweten) hun levensweg moeten gaan. Ze blijven natuurlijk welkom in de kerk, mogen op ons gebed en medeleven rekenen en kunnen kinderen uit de nieuwe relatie wel laten dopen.

Uiteindelijk is de liefde het grootste gebod van Jezus.

Ik kan me goed voorstellen dat deze artikelen reacties oproepen vanuit uw concrete huwelijks/scheidingssituatie. U kunt me rustig schrijven of opbellen voor een persoonlijk gesprek,

pastor W.Kuipers