zondag veertigdagentijd 2014

 

EERSTE LEZING: Ezechiel 37,12-14 EVANGELIE: Johannes 11 THEMA: Jezus wekt je op tot leven.

 

Beste mensen,

We hadden de warmste maartmaand sinds mensenheugenis. De zon wekte de natuur weer tot leven. Alles staat dit jaar al in volle bloei. Ik sta wel eens verwonderd over de tulpen. Op dagen dat de zon schijnt openen ze zich helemaal. ‘s Avonds sluiten ze hun kelken en als het de volgende dag bewolkt blijft, dan blijven ze gesloten. Wat fantastisch: bloemen die willen leven in het licht en niet in het donker.

Het leven in de natuur blijkt in de lente weer sterker dan de dood.

 

Maar hoe zit dat in het menselijk leven?

Er is veel dood in het leven. En met dood bedoel ik hier niet de lichamelijke dood, maar de psychische en sociale dood: als iemand geen uitzicht meer heeft is hij levend dood:

– telkens zakken voor een examen en ’t niet meer over mogen doen

– op middelbare leeftijd werkeloos worden

– een jarenlange verkering gaat uit of je verliest vroeg je levenspartner terwijl je leeftijdgenoten ondertussen meest getrouwd zijn en de keuze dus klein geworden is.

– een huwelijk waarin het gesprek verstomd is

– eenzaamheid in een verzorgings- of verpleeghuis

– op jonge leeftijd jarenlang moeten wonen in een vluchtelingenkamp waar je je niet kunt ontwikkelen

– een jong iemand in psychiatrische inrichting

 

In veel van deze gevallen moeten deze mensen nog vele jaren leven: hoe kunnen zij nog zin geven aan hun leven?

Wie in zo’n geval toch weer inhoud aan zijn leven weet te geven, die ervaart verrijzenis, die staat op uit zijn graf.

En voor ons allen is de vraag hoe wij die mensen daarbij kunnen helpen, hoe wij hun graven kunnen openen.

 

Al deze mensen die al met één been in het graf staan zou ik willen zeggen: God houdt ook van jou. Vraag je af wat Hij met je wil. Zoek het koninkrijk Gods en alles wat je nodig hebt zal je er bij gegeven worden.

Vraag Jezus je op te wekken uit je graf. Laat je door Hem steunen in het lijden. Je kunt je identificeren met Jezus. Jezus had geen betaalde baan, geen status, geen diploma’s, had geen vaste levenspartner, geen vaste woonplaats, geen erkenning. Hij verloor zijn beste vriend, Lazarus. Maar Hij stond klaar voor iedereen, had liefde voor elke medemens en een groot vertrouwen op zijn hemelse Vader. Zo gaf Hij zin aan zijn bestaan. Zo vond Hij zijn levensroeping, zijn levenstaak.

 

Door elkaars lijden te delen kunnen we het eigen lijden overwinnen.

Er bestaat een oud Chinees verhaal over een vrouw wier enige zoon stierf. In haar verdriet ging ze naar een heilige man toe en zei: “Over welke gebeden, welke magische bezweringen beschikt u om mijn zoon weer levend te maken?”. In plaats van haar weg te sturen of met haar te gaan praten zei hij tegen haar: “Breng me een mosterdzaadje uit een huis dat nooit verdriet heeft gekend. Dat zullen we gebruiken om het verdriet uit uw leven te verdrijven.” De vrouw ging meteen op pad, op zoek naar dat magische mosterdzaadje. Eerst kwam ze bij een prachtig herenhuis. Ze klopte op de deur en zei: “Ik zoek een huis dat nooit verdriet heeft gekend. Ben ik hier aan het goede adres?” Ze zeiden tegen haar: “U bent beslist aan het verkeerde adres hier”, en begonnen alle tragische gebeurtenissen op te sommen die hen de laatste tijd waren overkomen. De vrouw zei bij zichzelf: “Wie is beter in staat om deze arme ongelukkige mensen te helpen dan ik, die zelf ongelukkig ben”. Ze bleef een poosje om hen te troosten, en ging toen verder op haar speurtocht naar een huis dat nooit verdriet gekend had. Maar waar ze ook kwam, in krotten of paleizen, ze kreeg het ene na het andere verhaal te horen over droefenis en ongeluk. Uiteindelijk ging ze zo op in het steun bieden aan anderen die verdriet hadden geleden, dat ze haar speurtocht naar het magische mosterdzaadje vergat, zonder ooit te beseffen dat het inderdaad het verdriet uit haar leven had verdreven.

Deze week hoorde ik van een initiatief in het verzorgingscentrum de Tuinen in Bleiswijk. Daar zijn veel ouderen die eenzaam zijn, maar niet van hun kamer afkomen om deel te nemen aan de georganiseerde activiteiten. Ook zijn er veel dementerende bejaarden. Ze hebben nu activiteiten opgezet voor die demente bejaarden waarbij ze die eenzame bejaarden vragen om een demente te begeleiden. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de eenzaamheid van de ouderen wordt doorbroken en de demente bejaarden worden bezig gehouden door vrijwilligers.

 

Jezus staat temidden van alle ellende en dood. Hij gaat niet aan de nood van mensen voorbij. Hij gaat naar Marta en Maria, hoewel Hij kort daarvoor daar in Judea nog bedreigd was. Jezus kende vreugde en verdriet. Hij weende om de dood van Lazarus. Als de dood van de mens God niet zou raken, dan zou Jezus hier niet gehuild hebben.

Wanneer kleuters sterven of onschuldige mensen vermoord worden dan huilt God ook. Dan breekt ook zijn hart. Wij zeggen dat God almachtig is, maar ik denk dat Hij vaak machteloos moet toezien hoe mensen gruweldaden verrichten. Anders had Hij ook zijn eigen Zoon die kruisweg kunnen besparen.

 

Maar God beschouwt nooit iets als verloren. Hij kan wel uit de dood opwekken. Er is altijd hoop op nieuw leven. Ook al lag Lazarus al vier dagen in het graf, Jezus gaf hem toch nieuw leven.

 

Als christenen beschouwen we nooit iets of iemand als verloren. Wat dood is kan door Jezus tot nieuw leven gewekt worden. Je kunt ook zeggen: door ons geloof kan wat dood is weer levend worden. Ook wij kunnen door ons geloof medemensen die psychisch, sociaal of maatschappelijk dood zijn weer tot leven wekken. Laten we daarin geloven.