Zien met de ogen van het hart.

Zien met de ogen van het hart.

PREEK VAN DE WEEK      4e  ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD JAAR A

Aarlanderveen en Noorden 2023

 

LEZINGEN:  EERSTE LEZING:  1 Samuel 16,1b-13a       EVANGELIE: Johannes 9,1-41

THEMA: Zien met de ogen van het hart.

 

INLEIDING OP HET EVANGELIE:

 

In de veertigdagentijd lezen we meestal uit het evangelie van Johannes, dat eigenlijk een lang lijdensverhaal is. Ondanks wonderdaden en vergeving krijgt Jezus steeds meer tegenstand.

Bij de joden leefde de overtuiging dat ziekte en handicaps, zoals blindheid een straf van God was voor zonden. Jezus probeert deze visie bij de Farizeeën te veranderen, maar het lukt hem niet.

In het verhaal dat we nu gaan horen draait het om de vraag of Jezus nu de Messias en de Zoon van God is of niet. Sommigen geloven het wel, maar durven het niet te zeggen. Een blindgeborene komt uiteindelijk tot een volmondige belijdenis van dit geheim. Hij wordt niet alleen fysiek ziende, maar ook geestelijk.

De blinde noemt Jezus eerst gewoon de man die slijk maakte, midden in het verhaal noemt hij Jezus een profeet, later noemt hi Jezus “iemand die van God komt” en tenslotte erkent de blinde Jezus als de Mensenzoon en de Messias. Zo wordt hij echt ziende.

De farizeeen echter worden steeds meer blind. Zij zien niet dat Jezus van God komt, zij noemen Jezus een wetsovertreder, een zondaar.

 

 

PREEK

Ik las eens een verhaal over een mooi meisje van 18 jaar, Suzan. Ze is een plaatje, een schoonheid, een spetter, een stuk, of hoe jongens dat ook noemen. Zeegroene ogen, belachelijk mooi blond haar, een parelend gebit, een vrolijke lach met kuiltjes in haar wangen, strak in d’r perzikvel, alles klopt. De jongens vliegen op haar af als motten op een gloeilamp. Om de paar weken heeft ze weer een andere vriend. Ze heeft ook een zus, Roos. Die ergert zich aan al die verwaande slijmballen. Ze heeft haar zus wel eens gevraagd of ze die uitslovers nou echt leuk vindt. Suzan had geantwoord dat ze zo moeilijk nee kon zeggen. En ze heeft geen tijd om er zelf één uit te zoeken.   “Nou, dat moet je dan maar eens leren nee te zeggen”, had haar zus gezegd. “Je moet eens leren zelf iemand uit te zoeken”.

Op een dag wordt er weer aangebeld. Suzan roept naar haar zus die beneden is: “Wil je even open doen. Dat is mijn nieuwe vriend. Ik heb hem zelf uitgekozen”. “Het zal mij benieuwen”, denk Roos en doet open. “Hoi”, zegt een rijzige jongen met een grote zonnebril op . “Dag, ik ben Jeroen. Ben ik bij de familie Van Dalen?” “Ja”, zegt Roos, “kom maar binnen. Suzan verwacht je. Ik ben Roos, haar zus. Geef me een arm, dan help ik je even.” De jongen vouwt zijn roodwitte stok behendig op en steekt zijn hand uit. Roos weet het ineens zeker. Dit gaat hem worden.

 

Onze ogen kunnen ons verblinden. Onze ogen kunnen ons misleiden. Want met de ogen zien we alleen het uiterlijk en niet het innerlijk.

 

Het is bekend dat voorbijgangers die iemand in een rolstoel tegenkomen vaak niet de invalide aanspreken, maar de begeleider die achter de rolstoel loopt. Veel mensen hebben het vooroordeel dat iemand in een rolstoel ook verstandelijk gehandicapt is. Dat hoeft natuurlijk helemaal niet zo te zijn.

 

We moeten leren zien met de ogen van het hart. Dat is de kunst. Door het uiterlijk heen kijken en het hart van de ander zien.

 

“15 Miljoen mensen op dat hele kleine stukje aarde”, zo luidt de titel van een populair liedje over ons land. 15 Miljoen, inmiddels bijna 18 miljoen. India heeft er echter 1,3 miljard. Het land is natuurlijk ook veel groter, maar de bevolking concentreert zich toch in vele grote miljoe­nensteden zoals Bombay, Calcut­ta, Madras en New Delhi. ’t Zijn mierennesten: het krioelt er van de mensen. Eén mensenleven telt er dan ook niet. Velen leven in krottenwijken. Als de overheid die grond een nieuwe bestemming geeft of terug wil geven aan de wettelijke eige­naar, dan sturen ze een paar bulldozers, die de duizenden krotten in een paar uur tijd met de grond gelijk maken. Er komen geen jarenlange onteigeningspro­cedures en rechtsprocessen. Er staan geen vervangende huizen klaar voor de daklozen, ze krijgen geen schadevergoeding.

 

Het is daarom juist dit land waarin Moeder Teresa wereldbe­roemd kon worden. Voor haar telde ieder mens wel. Zij ging niet in de politiek om structuren te veranderen maar zij bracht een rechteloze onverzekerde zieke naar een ziekenhuis en bleef net zo lang met hem voor de deur zitten tot ze hem opnamen. Ze vroegen haar eens: “is uw werk geen druppel op de gloeiende plaat? Met hulpverlening verandert er toch niets aan de onrechtvaardige structuren?” Zij antwoordde: “Als u dat wel kunt dan moet u dat onmiddellijk doen. Mijn roeping is het om de allerarmsten hulp te bieden”. Zij zag de grootste behoefte in de ogen van de armen: de behoefte aan aandacht, liefde en erkenning van hun menselijke waardigheid. Zij zag met de ogen van haar hart. En zij heeft de ogen van de westerse wereld geopend voor de armoede daar.

 

Als iedere bevoorrechte op deze aarde één arme zou steunen, dan zou de armoede snel uit de wereld zijn.

 

Moeder Teresa heeft ook zusters naar Nederland gestuurd. Hier is geen extreme armoede. Hier gaan geen mensen dood van de honger. Haar werd ooit gevraagd waarom ze zusters naar de rijke westerse landen stuurde. Ze antwoordde: “Hier is een veel grotere armoede dan in India. Hier zijn veel mensen ongewenst, onbemind, ongezien. De armoede in India is makkelijk op te lossen. Je geeft de mensen een snee brood of een bord rijst en hun probleem is opgelost. Maar hier hongeren en dorsten veel mensen naar liefde. Dat is grote armoede. En dat is niet zomaar op te lossen.”

Moeder Teresa keek niet alleen naar het uiterlijk van de mens, maar naar het hart. Zij werd uitverkoren door God omdat zij een goed hart had.

 

 

We zien dat ook in de eerste lezing: Samuel kijkt naar het uiterlijk van de kandidaten die koning kunnen worden. Maar “God ziet niet zoals de mens ziet; een mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer naar het hart.”

 

In het evangelie van vandaag komen we een blinde tegen. Hij ziet met de ogen van zijn hart. En Jezus ook. De blindgeborene uit het evangelie was door zijn handicap niet in staat goed mee te functioneren in de samenle­ving van die tijd. En blindheid, ziekte of handicap werden ook nog gezien als straf voor zonde. Gehandicapten werden daarom uitgestoten. Jezus geneest de blinde. Zo laat Hij zien dat ziekte of ongeluk geen straf is en zo verheerlijkt hij God. En wat zien we? Wordt hij weer opgenomen door de Farizeeën? Nee. Na de ondervraging zeggen ze nog steeds: “In zonden zijt ge geboren” en ze wier­pen hem buiten. Hij was en bleef uitge­sloten en buitengewor­pen. Ze zijn blind voor Gods werk in Jezus.

 

Maar nu gaan we terug naar die 15 miljoen Nederlanders. 15 Miljoen mensen, die laat je in hun waarde. Zo zou het moeten zijn. Maar gebeurt dat ook? Hier wordt op grote schaal abortus ge­pleegd omdat een kind een handicap heeft. Vindt u dat niet verschrikkelijk? Een handicap doet toch niets af aan de menselijke waardigheid? En ik las eens dat geaborteerde kinderen soms nog urenlang leven, weggelegd worden en een verschrikkelijke doodsstrijd hebben. Laat je dan de mens in zijn waarde?

 

‘Land vol van verdraagzaamheid, behalve voor de buurman’, wordt er gezongen. Maar is de buurman de enige tegenover wie Nederlanders onver­draagzaam zijn? Hoe verdraagzaam zijn we tegen­over mi­granten en vluchte­lingen en moslims? De tolerantie en de accepta­tie van deze mede­mensen slinkt zienderogen.

 

15 Miljoen mensen, die laat je in hun waarde. Land vol van verdraagzaamheid, land dat zorgt voor iedereen.

Als christenen hebben wij een voortrekkersrol op dit gebied.

Jezus heeft ons dat laten zien. Hij erkende ieders menselijke waardigheid. Voor Hem telde iedereen mee. Bidden we dat we onze ogen open houden en niet ziende blind zijn. Dat wij omzien naar elkaar.