.

Willibrordzondag voor de eenheid

WILLIBRORDZONDAG 2017

De lezingen voor deze zondag zijn: Mal. 1,14b – 2,2b-8.10 ; 1 Tess 2,7-9.13 en Mt. 23,1-12

OPENINGSWOORD

Op deze 31e zondag door het jaar, tevens Willibrordzondag, staan we stil bij de opdracht tot eenheid die Jezus zijn leerlingen heeft voorgehouden. In de viering van de Eucharistie mogen we deze eenheid heel persoonlijk ervaren, maar tegelijkertijd weten we dat we toch ook weer niet allen één zijn. De zoektocht naar eenheid, die kerken in de 20e eeuw met elkaar zijn begonnen, is nog niet voltooid. Maar wel zijn we veel meer dan vroeger bij elkaar betrokken zoals dezer dagen bij de herdenking van het begin van de Reformatie.

 

 

PREEK

Ik ga vandaag iets heel engs doen: voor u en voor mij: ik ga uw mening vragen over een onderwerp. Vandaag over de eenheid van de christenen.

Wie is er wel eens in een protestantse kerk geweest?

In een viering? Hoe vond u het?

Wie heeft er wel eens een discussie met een protestant gehad over het geloof? Waar ging het over?

Vindt u eenheid belangrijk?

Wat staat de eenheid volgens u het meeste in de weg?

(vertel mijn ervaringen in Krimpen aan den Ijssel)

Beste mensen, in ons dagelijks leven zullen we vaak met protestanten omgaan: op ons werk, op de sportclub, in de buurt, etcetera. Dat is tegenwoordig gelukkig geen probleem meer. Maar kunnen de kerken weer één worden? Een volledige fusie is niet direct in het vooruitzicht. De fusie tussen gereformeerd en hervormd, het ‘samen-op-weg-proces’, was al erg moeizaam en een deel van de hervormden is er niet in meegegaan. Misschien is een fusie wel niet wenselijk. Elke kerk heeft zijn eigen stijl van vieren en dat is misschien wel een heilzame pluriformiteit.

Maar het moet ons wel een zorg zijn als christenen naar buiten toe een verdeelde indruk maken.

Eendracht maakt macht. Als we ons als christenen in het openbare leven meer eensgezind zouden opstellen, dan konden we meer invloed uitoefenen op de mentaliteit in de samenleving.

Hoe komen we tot meer eenheid? Hoe komen de christelijke kerken tot verzoening met elkaar?

Dr. Sj. van ’t Kruis (adviseur van het Bestuur van de Katholieke Vereniging voor Oecumene namens de Protestantse Kerk in Nederland) schrijft speciaal voor Willibrordzondag:

“In de schriftlezingen van vandaag krijgen we harde woorden te horen: als priesters of geestelijke leiders aan hun opdracht verzaken of als de één zich verheft boven de ander gaat het helemaal mis. Daartegenover staat de oproep om Gods Woord trouw te bewaren en Hem onophoudelijk te danken. Onze eenheid is in Christus. Wat betekent dat?

De woorden van Jezus tegen Farizeeën en Schriftgeleerden ontmoeten bij ons waarschijnlijk weinig weerstand. Ook wij vinden dat de woorden en de daden van mensen met elkaar in overeenstemming moeten zijn, zeker als het de woorden en daden betreft van ‘de kerk’: van haar dienaren, van haar leden.

Vinden de woorden van Jezus ook zoveel instemming, wanneer Hij komt te spreken over het dienaar willen zijn? Immers, zo zegt Hij: ‘Wie de grootste onder u is, moet uw dienaar zijn’. In onze cultuur gaat het er nu juist om dat je je profileert ten opzichte van de anderen. Je moet dat profiel ook oppoetsen. De sociale media leven er van. Op allerlei accounts moet je je eigen profiel invullen. Het gaat erom dat je aan anderen laat zien hoe geslaagd je bent, hoe belangrijk je bent. Veel mensen hebben als levenstaak dat ze hun eigen public relations agent zijn.

Wat een bevrijding is het om Jezus dan te horen zeggen, dat we allen broeders (en zusters) zijn. De een is niet meer of belangrijker dan de ander. We horen bij elkaar: we zijn (in welke positie we ook verkeren), kwetsbare mensen.

De ware hervorming vandaag, voor onze kerken en voor de samenleving in haar geheel, zou er weleens in kunnen bestaan, dat we eerlijk tegenover onszelf en anderen zijn over onze kwetsbaarheid en onze beperktheid. Wij maken het leven niet. Wij maken de samenleving niet. Ons leven is pas dan vervuld en ‘geslaagd’ wanneer we af zien van zelfprofilering en zelfhandhaving door ons te richten op Christus alleen.

Langs de weg van de nederige bevestiging van de éne Vader en de éne Leraar, de Christus, wordt de al te menselijke neiging om zich tegen elkaar afzetten overwonnen en groeit onderlinge eenheid. Niet de aanklacht tegen wat anderen verkeerd doen, redt de mens, maar de overgave aan “één Vader, de hemelse”, en aan “één leraar, de Christus”. Zo komt ook de eenheid in Christus tot stand. Dat verlangen, dat verkondigd geloof brengt ons hier samen om God te danken.” Einde citaat.

 

WOORDJE GEZINSVIERING

Hoeveel kerken zijn er in Bleiswijk?

Weten jullie hoe die heten?

Zijn die kerken allemaal hetzelfde?

Hoe komt het dat er zoveel verschillende kerken zijn?

Ik vertel iets over de reformatie

Ik ga een klein verhaaltje vertellen over Sietske en Jan.

Sietske en Jan woonden in een dorp waar twee kerken en twee scholen stonden. Sietske en Jan speelden vaak met elkaar. Zo woonden ook vlak bij elkaar. Maar Sietske ging naar de ene school en Jan naar de andere. Sietske ging met haar ouders ‘s zondags naar de ene kerk en Jan naar de andere.

Op een dag lopen ze langs de kerk van Sietske. “Dat is onze kerk” zei Sietske. Een groot gebouw. Jan keek er peinzend naar. “Kunnen we daar niet naar binnen?” vroeg Jan. “Ik denk het niet” zei Sietske. Ze liepen toch het pas op naar de grote deur. Even duwen. Hij was wel open! Nieuwsgierig gingen ze naar binnen. Ze zeiden niks. Jan keek omhoog. Grote witte muren. Kale muren. En stil was het, heel stil. “Waarom hangen jullie daar niet een groot schilderij?” vroeg Jan. “Wij moeten ‘s zondags goed luisteren”, zei Sietske, dan mogen we niet rondkijken. Dan wordt er uit de bijbel gelezen en over God vertelt”. “Bij ons ook”, zei Jan, “maar de schilderijen bij ons gaan ook over Jezus, dan kun je het ook zien”. “Zullen we eens in jouw kerk gaan kijken” vroeg Sietske. “Dat is goed” zei Jan. Ze gingen naar Jan zijn kerk. Maar die was op slot. Ze konden van buiten alleen de mooie gekleurde ramen zien. “Wat staat er op die ramen?” vroeg Sietske. “Als in de kerk het licht brandt kun je het zien” zei Jan. “Daar staan ook de verhalen op over Jezus. En over heiligen”. “Wat zijn dat heiligen”, vroeg Wietske. “Dat zijn mensen die in de hemel zijn” antwoordde Jan. “Het waren mensen die net als Jezus geleefd hebben”.

Toen gingen Jan en Wietske allebei weer naar huis.
Jan vertelde thuis dat hij de kerk van Wietske gezien had. “Waarom gaat Wietske naar een andere kerk en een andere school?, vroeg hij.

Moeder antwoordde: “Sietske is gereformeerd en jij bent katholiek”.

Jan begreep er niets van. Hij denkt: “Als ik Sietske weer zie, zal ik het haar wel eens vragen.” De volgende dag gaat hij weer naar Sietske. Hij loopt de winkel in. “Is Sietske thuis?” “Jazeker loop maar door”. Jan loopt door de winkel naar achteren. Sietske is buiten in de tuin. “Hé, Sietske, ben jij verkeerd?”, vraagt Jan. “De wat?” “Verkeerd”. “Wat bedoel je?” “Mijn moeder zei dat jij verkeerd bent”. ”Ik snap er niets van”, zegt Sietske, “ik zal het eens aan mijn moeder vragen. Mam, ben ik verkeerd?” De moeder van Sietske zit buiten in de zon. Moeder doet de ogen open en zegt verbaasd: “Verkeerd?”. “Ja, dat zegt Jan”. “Hoe kom je daar nu bij, Jan?” “Van m’n moeder. Ik vroeg waarom Sietske naar een andere school en een andere kerk gaat dan ik en toen zei m’n moeder, dat dat kwam omdat Sietske verkeerd is en ik katholiek”. Toen begon de moeder van Sietske hard te lachen. “Nou heb ik je door”, zegt ze, “je hebt het niet goed verstaan. Je moeder zei vast gereformeerd, want wij zijn gereformeerd”. “Wat is dat dan?”, vraagt Jan. “Ja, zegt Sietskes moeder, dat is moeilijk uit te leggen”. Heel lang geleden gingen alle mensen die in Jezus geloofden naar dezelfde kerk. Maar op een dag kregen ze ruzie. En toen zijn ze verschillende kerken gaan maken. Toen noemden ze onze kerk de gereformeerde kerk. Dat betekent: opnieuw gevormd, hervormd. Maar eigenlijk was dat niet goed. Want we geloven allemaal in Jezus en dan moet je geen ruzie maken. We hopen dat de kerken in de toekomst weer één worden, want ruzie maken, dat is pas verkeerd.”

Nou, jongens en meisjes, ik hoop dat jullie het begrepen hebben. In de toekomst moeten we weer samenwerken. Alleen samen kunnen we de kerk van Jezus opbouwen.

Paus Johannes Paulus II kwam uit een land waar alleen maar katholieken zijn: Polen. Toch heeft hij een paar heel bijzondere dingen gedaan voor de eenwording van de kerken:

In het jaar 2000 heeft hij gezegd dat de katholieken ook schuldig waren aan de scheuring in de kerk 500 jaar geleden. De pausen, bisschoppen en priester in die tijd waren machtig en rijk en voelden zich voornamer en belangrijker dan monniken zoals Maarten Luther en wilden niet met hem praten over zijn ideeën en kritiek op de leiding van de kerk.

Paus Johannes heeft in elk land waar hij op bezoek ging, protestante kerken bezocht. Hij heeft ook een keer alle leiders van de grote godsdiensten in de stad Assisi in Italië uitgenodigd om te bidden voor de vrede in de wereld. Hij zei niet dat onze kerk of ons geloof beter is dan die van anderen, maar dat we allemaal broers en zussen zijn van elkaar en samen deze aarde moeten bewonen als kinderen van één Vader, God, als kinderen van 1 gezin in 1 huis.

Paus betekent eigenlijk vader. Jezus zegt: Noem niemand op aarde Vader, want jullie hebben maar 1 Vader, je Vader in de hemel. Johannes Paulus noemde zichzelf daarom de dienaar van de dienaren van God. Aan die nederige paus kunnen we dus een voorbeeld nemen. Hij is daarom ook al snel heilig verklaard.