PREEK 6E zondag van pasen jaarcyclus B 2018: Nootdorp en Pijnacker
LEZINGEN: 1 Johannes 4, 7-10 en Johannes 15,9-17
THEMA: vriendschap: een gave van God
INLEIDING
De eerste lezing gaat over een zekere Cornelius, een romeinse soldaat die geen jood was, maar wel gelovig. Het was voor de joden niet toegestaan het huis van heidenen binnen te gaan en onrein vlees te eten. Cornelius nodigt Simon Petrus uit bij hem te komen. Hoe loopt dat af?
PREEK
We kennen allemaal wel de uitspraak: in nood leer je je vrienden kennen.
Ik wil vandaag nog wat uitspraken over vriendschap voorlezen die ik in verschillende boekjes tegenkwam. Voor ieder zit er wel één bij die u zal aanspreken en het verlangen in u oproept een goede vriend of vriendin voor een ander te zijn.
Alan Loy Mc.Ginnis: “Vriendschap is een kunst. Deze kunst kan men net zo goed leren als piano spelen of een computer programmeren. Ik zeg niet dat het makkelijk is, want verhoudingen tussen mensen zijn ontzaglijk gecompliceerd. Maar men kán het leren, en een expert in vriendschap worden is een van de lonendste ondernemingen van het leven.”.
Marion Stroud: “De eerste onmisbare eigenschap van een duurzame vriendschap is geven. Een vriend is niet enkel iemand die in mijn behoefte voorziet, maar ook degene in wiens behoefte ik kan voorzien. Werkelijke vriendschap begint met het besluit niet een vriend te willen hebben, maar een vriend te willen zijn.”
Dostojevski: “Van iemand houden betekent hem zien zoals God hem bedoeld heeft.”
Samuel Butler: “Vriendschap is net als geld: gemakkelijker te verwerven dan vast te houden”.
Het boek Spreuken: “Een vriend is iemand die jou door en door kent en toch van je houdt”.
En hier mag het beroemde gedichtje van Toon Hermans niet ontbreken: “Je hebt iemand nodig die stil en oprecht, als het er op aan komt voor je bidt en voor je vecht. Pas als je iemand hebt die met je lacht en met je grient, dan pas kun je zeggen: ik heb een vriend.”
Hoe staat het met vrienden van gehuwden? Ik citeer daarover een stukje uit het boek: “Vriendschap een geschenk” van Marion Stroud:
“Mannen en vrouwen bekijken deze kwestie anders. Vele mannen hebben wel een paar oppervlakkige vrienden, maar voelen geen of weinig behoefte aan zielsvrienden met wie ze hun verwachtingen, gedachten en angsten kunnen delen. Dat is een eigenschap die ze in hun echtgenote zoeken. Daarentegen hebben vrouwen gewoonlijk wel een paar intieme vriendinnen met wie ze vertrouwelijk omgaan en dingen bespreken die naar hun gevoel alleen een andere vrouw kan begrijpen.
Dit verschil van instelling hoeft geen probleem voor een echtpaar te zijn, zolang het maar prioriteit geeft aan de eigen relatie.
Natuurlijk moeten we elkaar de ruimte laten voor andere mensen. En tenslotte hebben we leren bidden om de gave van vrienden die we kunnen delen. Als die vrienden van hem en die vrienden van haar in alle opzichten vrienden van óns worden, is dat iets om geweldig dankbaar voor te zijn. Dit soort vriendschap is een enorm voorrecht en zal ieder huwelijk beter en sterker maken.”
En wat te denken over vriendschap met God? Jezus spreekt er over op het Laatste avondmaal. Hij noemt zijn leerlingen vrienden, want, zegt Hij, Ik heb jullie alles over God de Vader verteld. Hij verbindt er wel een voorwaarde aan: we moeten alles doen wat Hij ons gebiedt. Maar wat is dat anders dan het gebod van de liefde. Het gebod om zelf een vriend te zijn voor iedere mens op onze levensweg.
Jezus waarschuwt wel dat dit heel veel kan kosten, dat het veel zelfopoffering vraagt. Hij zegt: “Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden”.
In de loop der geschiedenis hebben vele, vele mensen Gods vriendschap ervaren. Van Abraham wordt vaak gezegd dat hij God vriend was.
Overigens: de ene keer wordt God onze vriend genoemd en de andere keer wij Gods vrienden. Vriendschap is altijd wederkerig.
In wensjes voor oudere dopelingen of communicantjes schrijf ik altijd dat Jezus onze grootste vriend is en dat ik hoop en bid dat het betreffende kind altijd een goede vriend of vriendin van Jezus zal zijn en dat we Hem altijd trouw blijven.
Voor Jezus zouden we alles moeten doen wat we voor een vriend zouden doen. En met dezelfde instelling: als iets vanzelfsprekends, zonder aarzeling, zonder voorwaarden, zonder een beloning te verwachten.
Tenslotte een heel mooi gebed over vriendschap:
“Heer Jezus,
Uw leerlingen hebt U geen dienaars genoemd, maar vrienden. En onder hen had U vertrouwelingen. U weet hoezeer ook wij naar vriendschap verlangen, een honger door U in ons hart gelegd. Heb dank om de vrienden met wie het zo goed is om te gaan, op wie wij zo veilig vertrouwen.
Voor hen komen wij U bidden: zegen hen met uw beste gaven, weest U hun hulp als het hun moeilijk gaat. Wees Gij hun vrede en hun vreugde. Wees Gij de band die ons als vrienden samenhoudt.
Dat onze vriendschap nooit banaal of egoïstisch worden mag. Dat zij veeleer een kracht mag zijn die stuwt naar U; die ons samen bidden doet en tot eendrachtige inzet voert voor al wat goed is.
En maak ons ook bereid elkaar te missen. Om dieper nog nadien in U elkander weer te vinden, in staat om voor elkeen een vriend te zijn, een steun voor wie lijdt aan onbegrip, een troost voor wie eenzaam is.”
Winfried Kuipers