.

Vredelievende mensen

Preek 25e zondag door het jaar A 2023

LEZING: Mattheüs 20,1-16a

 

Vredelievende mensen,

 

Stelt u zich eens voor: u heeft een tomatentuin, het is vakantie en de kinderen zijn thuis. De oudste is 12 en u hebt met hem afgesproken dat hij ‘s ochtends helpt met tomatenplukken. De jongste is 7. Zij gaat lekker buitenspelen. Maar tegen 11 uur is ze uitgespeeld en komt de kas inlopen en vraagt of ze ook mag helpen. U denkt: goed zo, jong geleerd is oud gedaan en bovendien alle kleine beetjes helpen. Ze helpt een uurtje mee. Dan is het etenstijd.

Vader schept op. Moeder krijgt een vol bord, de zoon krijgt een vol bord, vader schept zichzelf  een bord vol op en zet de lepel terug in de pan. De jongste zegt: “krijg ik niets?” “Nee, zegt vader. Jij krijgt straks alleen maar een toetje, want jij hebt maar 1 uurtje gewerkt.”

 

Vindt u dat eerlijk? Ik denk van niet. In dit verhaal worden 2 dingen met elkaar verward: liefde en loon. Het dagelijks eten mag niet gezien worden als loon naar werken, maar als de liefde van ouders die kun kinderen groot willen brengen.

 

Met die gedachte moeten wij het evangelie van vandaag nog eens herlezen.

Want onze eerste reactie is dat er iets onrechtvaardigs gebeurt in dat evangelie. Er is waarschijnlijk geen parabel die zoveel weerstand oproept als het verhaal over de arbeiders in de wijngaard. De protesterende werklui van het eerste uur kunnen rekenen op de bijval van een breed publiek. De verontwaardiging van hen over de wijze waarop de eigenaar hen uitbetaald lijkt ons terecht. Ons gevoel voor rechtsverhoudingen komt daartegen in opstand. Gelijk loon voor gelijke arbeid, zeggen wij.

 

Deze spontane verontwaardiging is zorgvuldig geregisseerd. Door zo te reageren doen wij precies wat de verteller van ons verlangt. Tegen de verwachting in krijgen de arbeiders van het laatste uur één denarie. Dat had de eigenaar toegezegd aan de eerste arbeiders. Maar aan de laatste had hij gezegd dat ze zouden krijgen wat billijk was. Maar goed, ze krijgen één denarie en we gunnen hen dat van harte. Tot hiertoe is er nog niets aan de hand. Maar we verwachten dat de eerste arbeiders dan wel meer krijgen. En dat gebeurt niet. Ook zij krijgen één denarie. Dat was afgesproken. In principe is de eigenaar dus niet oneerlijk of onrechtvaardig. De eerste arbeiders nemen de denarie daarom wel aan. Maar dan beginnen ze te protesteren. En wij staan achter hen. Wij vinden dat zij meer moeten krijgen.

Onrechtvaardigheid brengt onvrede. Als er ooit vrede in de wereld moet komen, dan zal er eerst rechtvaardigheid moeten komen.

 

Maar dan komt die opmerking die de clou van dit verhaal is: “Ben je soms kwaad omdat ik goed ben?” Deze zin verraadt dat dit verhaal niet gaat over arbeidsverhoudingen, loonafspraken of sociale rechtvaardigheid. Het is een gelijkenis die gaat over het rijk der hemelen. Het gaat dus over een samenleving van mensen met God. God is als een huisvader die graag wil dat al zijn kinderen een goed leven hebben. Kinderen die later geboren worden krijgen evenveel als de oudsten; talentvolle mensen gunt God evenzeer levensgeluk als minder begaafden, kansarmen evenzogoed als carrièremakers, geschoolden evenveel als ongeschoolden, betaalde arbeiders evengoed als vrijwilligers, bedrijfsleiders evenzeer als uitkeringsgerechtigden.

 

In de ogen van de joden was dat ongewoon. De oudste had meer rechten dan latere kinderen. En zo dacht men ook over het eigen volk als geheel. Zij waren het uitverkoren volk, het eerste door God geroepen. Zij konden het niet verdragen dat Jezus ook zorg had voor heidenen. Zij konden het niet verdragen dat Jezus wonderen deed voor heidenen. Zij konden het niet verdragen dat Jezus zijn apostelen uitzond over de hele wereld om alle volkeren tot zijn wijngaard te roepen.

 

Ook wij hebben in het klein soms die gevoelens. De meeste van ons zijn van jongs af aan katholiek. Goed opgevoed en altijd geprobeerd goed te leven: vrijgevig, sociaal, eerlijk, fatsoenlijk, kerkelijk. We zien dat anderen er vrolijk op los leven: veel geld verdienen, misschien wel op oneerlijke wijze, nooit wat aan een goed doel geven, roken, drinken, alles doen wat God verboden heeft, overspel of ontucht plegen, etcetera. Dan worden ze getroffen door ziekte of ongeluk of komen in de gevangenis en op hun sterfbed bekeren ze zich. En dan horen we dat Jezus op het kruis tegen zo’n berouwvolle moordenaar zegt: “Vandaag nog zul je met Mij zijn in het paradijs”. Dan denken we bij onszelf: dat is toch niet eerlijk. Waarom doe ik dan zo mijn best om goed te leven? Dan kan ik er toch ook beter op los leven en me op laatst bekeren?

 

Maar ook dan redeneren we te veel vanuit onze nederlandse kruideniersmentaliteit. Het evangelie van vandaag gaat niet over sociale of juridische rechtvaardigheid maar over de liefde van God de Vader. Bij Hem is iedereen welkom. Hij wil al zijn kinderen een gelukkig leven geven. De eigenaar van de wijngaard gaat 4 keer terug naar de markt om te kijken of er nog werklozen zijn. Dat wil zeggen mensen die een zinloos of arm leven leiden, die niet te eten hebben, want in die tijd was er geen ww-uitkering. God roept alle mensen tot zijn rijk. Hij wil niet dat er mensen verloren lopen. Hij wil alle mensen het eeuwig leven schenken. Niet als beloning maar als geschenk van zijn liefde.

 

Als wij de liefde van God beseffen, dan zijn we ook bereid in zijn wijngaard te werken. Vanaf het eerste uur. Een christelijk leven is geen leven om iets te verdienen maar een antwoord op Gods liefde. Je gelooft en je leeft er naar omdat je een innerlijke stem hebt gehoord. De stem van je geweten, de stem van de Heilige Geest, de stem van God. Je leeft op die manier niet voor het loon, maar omdat het je gelukkig maakt. Na dit leven kom je niet bij een baas, maar je komt thuis bij vader aan tafel.

 

Dat is ook de sleutel voor de vrede in ons land met vele vluchtelingen en migranten. Zij hebben onze welvaartsstaat niet mee opgebouwd vanaf het eerste uur. Zij zijn de arbeiders van het laatste uur, die toch een baan willen hebben in onze samenleving, die toch uit de ruif willen mee-eten, die een graantje mee willen pikken van onze overvloed en ons verspillend levenspatroon.

Nu redeneren bepaalde bevolkingsgroepen en populistische politici nog als de arbeiders van het eerste uur: zij zeggen: “Wij woonden hier het eerst. Het is ons land. Stuur die gastarbeiders, migranten, vluchtelingen en asielzoekers en illegalen terug naar hun eigen land”. Zo komt er verdeeldheid, spanning en onrust in ons land en op den duur geweld en burgeroorlog.

 

Als zij en wij allemaal beseffen dat we kinderen van één Vader zijn, die allen vroeger of later geroepen zijn om in Zijn wijngaard te werken, dan kan er vrede komen.

 

Laten we daarvoor in deze vredesweek bidden.