.

Vrede voor rijke landen?

26e zondag door het jaar c:  Kan er vrede zijn als er zo’n groot verschil is tussen rijken en armen?            2022 Waddinxveen

LEZINGEN:  Amos 6,1a+4-7; Lucas 16,19-31

 

INLEIDING

 

We kijken terug op een bijzondere week:

  • De uitvaart van koningin Elisabeth, compleet met kerkdienst.
  • Prinsjesdag, met de troonrede.
  • Ik heb naar de troonrede geluisterd met de vraag: wat gaat het kabinet dit jaar doen aan ontwikkelingshulp?
  • Helaas is daar geen woord over gezegd. Zelfs het woord ontwikkelingssamenwerking kwam in de troonrede niet voor.
  • We zijn zo met onze eigen economische problemen bezig, zoals de energieprijzen en de daarmee verbonden teruglopende koopkracht, dat we geen oog meer hebben voor de miljoenen mensen die het nog veel slechter hebben in de wereld. Op de site van de Rijksoverheid vond ik wel wat informatie er over: ik citeer:
  • Ontwikkelingssamenwerking blijft volgens het kabinet nodig omdat er meer conflicten, vluchtelingen en migranten zijn dan ooit. Wereldwijd zijn er 68,5 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, geweld en vervolging. Nog altijd leven 736 miljoen mensen in extreme armoede. Zij hebben minder dan 1,90 dollar per dag om van te leven. Bijna driekwart van de inwoners van de minst ontwikkelde landen heeft geen mogelijkheden om hun handen te wassen met schoon water. De moedersterfte is nog steeds hoog, net als de werkloosheid onder vrouwen en jongeren.
  • Wat klagen we dan? Vergeleken met die 736 miljoen mensen zijn we allemaal rijk, zelfs als we op een bijstandsuitkering moeten leven.
  • Wat zegt Jezus hier over? Dat zullen we straks in het evangelie horen.

 

 

PREEK

 

Broeders en zusters,

 

Deze week is het hele kabinet opgestapt in de Tweede Kamer omdat een populistische partijleider van een oppositiepartij vice-premier Kaag persoonlijk verdacht ging maken.

Het land besturen wordt steeds moeilijker door de alsmaar groeiende verdeeldheid in politiek en samenleving. Nog nooit waren er zoveel verschillende politieke partijen bij de laatste verkiezingen en nu in de Tweede kamer.

Verdeeldheid en verdachtmaking is een grote bedreiging voor de vrede en leidt tot een verwildering van de samenleving.

Toch las ik in het Nederlands Dagblad, een goede krant met ook veel katholiek nieuws, een positief bericht: ik citeer:

Na 25 jaar verzet tegen ‘zinloos geweld’ is het aantal geweldsslachtoffers sterk afgenomen.

25 jaar geleden overleed in Leeuwarden Meindert Tjoelker aan hersenletsel, opgelopen tijdens een nachtelijke vechtpartij. Zijn dood was aanleiding voor de eerste massale ‘stille tocht’ tegen geweld op straat. Het begrip ‘zinloos geweld’ raakte in zwang; diezelfde maand nog werd de stichting Tegen Zinloos Geweld opgericht, met als symbool een Onzelieveheersbeestje.

Volgens het CBS is het aantal gevallen van ‘openlijk geweld’ afgenomen van 9.000 meldingen in 2010 naar 4.000 in 2021. Ook het aantal slachtoffers van échte moord en doodslag neemt al jaren af: van 269 per jaar in 1995 tot 121 nu. Einde bericht

Het is toch dankzij onze oorspronkelijk christelijke opvoeding, de goed georganiseerde politie en het wapenverbod in Nederland dat vele ruzies met een sisser aflopen en er hier niet zoveel doden vallen als bijvoorbeeld in Amerika.

 

In een gebed van Reinhold Niebuhr las ik een zin die mij bijzonder trof: “Heer, wij bidden voor wrede en slechte mensen, waarvan de arrogantie ons toont hoe de zonde van ons eigen hart er uit ziet als ze tot volle wasdom is gekomen. Wij bidden voor onszelf, die leven in rust en vrede, dat we ons gunstig lot niet beschouwen als bewijs van onze deugdzaamheid”.

Met andere woorden: hoe zouden wij geworden zijn, als wij in een achterbuurt of een oorlogsgebied met haat opgegroeid zouden zijn?

 

Ik zag op TV eens een interview met een oorlogsmisdadiger uit de 2e wereldoorlog. Hij zei dat hij gewoon door de Hitlerjugend gehersenspoeld was en dacht mee te werken aan een heilsstaat. Pas nadat al zijn vrienden dood om hem heen lagen besefte hij er in geluisd te zijn door een dictator.

 

Een collega van mij is naar Nigeria geweest, met het vaste voornemen wat te doen tegen de armoede en corruptie. Maar op het vliegveld daar bij aankomst was hij al door de douane onder bedreigingen gechanteerd en afgezet. Om door de douane te komen had hij de ambtenaar steekpenningen moeten geven. Hij had er nu na jaren nog gewetensproblemen mee toegegeven te hebben aan de corruptie, maar op dat moment was zijn leven hem liever dan die centen. Hij had zich vrienden moeten maken door de onrechtvaardige mammon.

Zo zien we hoe moeilijk het is vrede te maken als je verwikkeld raakt in een web van onrechtvaardige structuren. Als je rijk bent of veel geld beheert.

 

We hoorden net een verhaal over een rijke uit de mond van Jezus: die rijke leefde in een milieu waarin geen aandacht was voor armen en gebrekkigen.

De rijke vraagt in dat verhaal in de dodenwereld aan Abraham: “Laat er iemand uit de doden naar mijn broers gaan om hen te waarschuwen”. Abraham antwoord: “Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat.” Hiermee zinspeelt Jezus natuurlijk al op zijn eigen dood en verrijzenis. Hij voorspelt dat zijn verrijzenis niet alle mensen zal overtuigen en tot een hulpvaardig leven zal brengen. Daarom is er na 2000 jaar christendom nog niet veel veranderd.

 

In het evangelie wordt de arme met name genoemd. De rijke niet. Daarvoor kunnen we onze eigen naam invullen. De rijke is in het verhaal hoogstwaarschijnlijk wel een gelovige jood. Hij wordt door Abraham “mijn zoon” genoemd. Hij herkent Abraham ook direct. Ook onrechtvaardige egoïstische rijken zeggen soms te geloven en goed katholiek te zijn.

 

De rijke vraagt Abraham Lazarus zelf naar zijn broers te sturen om hen te waarschuwen. De armen zijn een waarschuwing voor de rijken. Lazarus heeft echter voor de poort van de rijke gelegen en de rijke heeft zich niets van hem aangetrokken. Daarom antwoord Abraham: ze hebben Mozes en de profeten die hen waarschuwen.

In dit evangelie zien we dus dat rijken vaak niet door hebben wat er mis is. Armen hebben minder opleiding maar zien veel eerder wat er mis is in de samenleving. Rijken bezitten een soort sociale blindheid.

 

Het is vandaag het einde van de vredesweek. Rechtvaardigheid is de enige waarborg voor een duurzame en waarachtige vrede, zo staat er in één van de gebeden van het altaarmissaal.

 

Wat kunnen wij doen? Blijven luisteren naar de noodkreten uit arme landen, organisaties steunen die voor de armen opkomen, maar ook om je heen kijken waar nog nood of onrechtvaardigheid is. Eerlijk en rechtvaardig zijn in je eigen gezin, familie, kring, buurt, werk.

 

Rijk-zijn is op zich geen schande. Als je zaken goed lopen en het geld vanzelf binnenstroomt, dan ben je gezegend. Het is alleen de vraag hoe we met die rijkdom omgaan. Durven we als zelfstandig ondernemer te investeren in werkgelegenheid? In sociale projecten? Durven we connecties aan te gaan met hulpverleningsinstellingen? Durven we verplichtingen aan te gaan via adoptieprojecten? Of laten we het maar bij incidentele fooitjes die we gemakkelijk kunnen missen?

Moeder Teresa zei altijd: “geef totdat het pijn doet. Wie geeft wat hij heeft is waard dat hij leeft. Rechtvaardigheid is de enige waarborg voor een duurzame vrede”.