.

Richt je op en hef je hoofd omhoog – 1e zondag advent 2018

LEZINGEN: EERSTE LEZING: Jeremia 33,14-16 EVANGELIE: Lucas 21,25-36
THEMA: Richt je op en hef je hoofd omhoog

INLEIDING

Na alle feesten van het afgelopen jubileumjaar en restauratiewerkzaamheden van de kerk gaan we weer een nieuw kerkelijk jaar in. Veel vrijwilligers rond de restauratie zijn afgelopen week bedankt met een grote speculaaspop en diverse commissies zijn weer opgeheven. Maar het komend kerkelijk jaar zullen we wel de gewone christelijke feestdagen vieren. Ik heb er wat over geschreven in de Heraut. Eerst St. Nicolaas, dan kerstmis. Want als we Jezus volgen, dan kunnen we altijd vol vreugde zijn. Dan weten we ons zelfs bij moeilijkheden door Hem gesteund. Hij kan al onze tranen drogen bij stil verdriet. Dat gaan we in de advent weer vieren.

AANSTEKEN VAN DE ADVENTSKRANS.

Lector:
Vader van ons allen
Wij hebben licht in ons midden geplaatst.
Verlicht onze gezichten,
ook als het duister wordt
en alles even grauw lijkt.
Licht ons bij,
zodat we elkaar niet uit het oog verliezen.
Dan kunnen we beter zien
wat ieder van ons nodig heeft.
Geef ons uw licht, telkens weer.

INLEIDING OP DE EERSTE LEZING

Lector:

In de eerste lezing horen wij de profeet Jeremia spreken. Jeremia leefde in een tijd van onderdrukking en ballingschap. De Babylonische koning Nebukadnessar had in Jeruzalem een koning aangesteld van wie het volk veel verwachtte. Koning Sidkia. Maar deze koning viel tegen. Hij was niet rechtvaardig en eerlijk. Jeremia spreekt de mensen moed in door te voorspellen dat God eens een nieuwe koning uit het geslacht van David zal aanstellen. De naamsverandering van Jeruzalem is een woordspeling op de naam van koning Sidkia. In een vertaling gaat zo’n woordspeling helaas verloren.

INLEIDING OP HET EVANGELIE

Jaar C; Lucas:
voor vriend
niet voor joden: heeft minder citaten uit O.T.
was arts: wonderverhalen
was geen apostel: misschien leerling van Jezus
reisgezel van Petrus en Paulus
schreef ook de Handelingen
had vooral oog voor de menselijke kant van Jezus (Johannes meer voor zijn goddelijk karakter)
heeft als enige het hele kerstverhaal

PREEK

Er is veel waaronder wij gebukt kunnen gaan: persoonlijke problemen zoals ziekte, handicaps, relatieproblemen, werkeloosheid. En er zijn maatschappelijke en sociale problemen waaronder wij gebukt kunnen gaan: milieuvervuiling, onteigening waarvoor we uit ons huis moeten, verpaupering en onveiligheid van onze buurt, verkeersopstoppingen waardoor we dagelijks steeds langer van huis zijn, geweldpleging op de school van onze kinderen, et cetera. Het kan ons dag en nacht bezighouden en ons leven verzuren. Onze geest kan er zelfs door afstompen, zegt Jezus, afstompen door de zorgen van het leven.

Wat te doen in die situaties om weer rechtop te staan en het hoofd op te kunnen heffen?
Wat zegt Jezus ervan? Hij zegt: “Weest altijd waakzaam en bidt”. Als we ons hoofd opheffen naar de hemel, dan kunnen we standhouden.
In psalm 121 staat: “Ik hef mijn ogen op naar de bergen. Vanwaar komt mijn hulp? Mijn hulp komt van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij laat uw voet niet wankelen. Uw behoeder zal niet slapen. De Heer zal u behoeden voor alle kwaad. Hij wil uw ziel behoeden”.

Onze hulp zal van God komen. Maar wanneer? We vragen ons vaak af waar Gods hulp blijft. We worden niet altijd op onze wenken bediend. Soms moeten we wachten. Volharden. Geduldig zijn. Dat is elk jaar weer de bedoeling van de advent: uitzien naar de komst van de Heer. Onszelf oefenen in geduld. Uitzien, verwachten. Maar ook: ons voorbereiden. Een moeder in verwachting kan de komst van haar kind niet verhaasten, maar zich wel voorbereiden op de komst van het kind. Een boer die gezaaid heeft kan het ontkiemen van het zaad niet verhaasten, maar wel zijn land onderhouden door het onkruid te wieden en zo nodig te besproeien. Als we gasten verwachten, kunnen we hun komst niet verhaasten, maar wel zorgen dat we de koffie klaar hebben staan en de kamer opgeruimd is. Wachten is dus niet passief afwachten, maar actief uitzien naar de komst van de Heer. Wie in verwachting leeft, leeft anders.

Of heel actueel: kinderen die hun schoen gezet hebben en naar bed gaan, slapen heel onrustig. Ze zijn vroeg wakker om te zien of de Sint gekomen is.

Laten we nog een vergelijking maken: wanneer je iemand liefhebt, is je hart altijd waakzaam. En in afwachting van de persoon die je bemint, is iedere minuut zonder de ander toch in functie van hem of haar. Je hoeft geen moeite te doen om wakker te blijven, want je ziet uit naar die ander, klaar voor het ogenblik van de ontmoeting. Geen moment is de geliefde uit je hart.

Wie Jezus bemint, leeft ook zo. Alles staat in functie van Hem. Alles wat we doen, doen we ter voorbereiding van zijn komst. Heel het dagelijkse bestaan wordt een wakend en biddend bestaan, een stilzwijgende samenspraak met God: de glimlach die je iemand schenkt, het werk dat je doet, de auto die je bestuurt, het eten dat je klaarmaakt, de activiteit die je organiseert, de traan die je huilt met je broeder of zuster die lijdt, het instrument dat je bespeelt, het artikel of de brief die je schrijft, de blijde gebeurtenis die je feestelijk deelt met anderen, het kledingstuk dat je schoonmaakt. Als je dat alles doet uit liefde, dan doe je het ter voorbereiding op de komst van Christus.

Advent: een tijd vol verwachting.
Kunnen we anno 2018 nog wel advent vieren? Kunnen we nog wel wachten en uitzien naar iets?
We leven in een tijd waarin onze wensen zo snel mogelijk vervuld moeten worden: als we iets willen kopen, een huis of een nieuwe auto, en we hebben het geld niet, dan kunnen we het lenen of op afbetaling kopen. We kopen krasloten, want dan hebben we direct de uitslag. In september lagen de eerste pepernoten al in de supermarkten. Wat we vandaag bestellen, had eigenlijk gisteren al bezorgd moeten worden. Met internet kunnen we alles binnen een paar seconden te weten komen of overzenden aan anderen. Ik doe er zelf ook aan mee. Je wordt gewoon meegesleurd in de snelheid van deze tijd. En ongemerkt verleren we het wachten en uitzien naar iets.
Daarom is het goed dat we in de kerk nog advent houden. Dit jaar maar kort: maar drie weken. Laten we die korte advent dan wel goed gebruiken. Richt je op en hef je hoofd omhoog, want onze verlossing is nabij.