.

religieuze mopjes

OPSCHEPPERS

Drie jongens zitten op het schoolplein en scheppen op over hun vaders. Frans zegt: “Mijn vader krabbelt wat woorden op papier, zegt dat het een gedicht is en ze geven hem 50 euro.” Pieter zegt: “Mijn vader krabbelt wat woorden op papier, zegt dat het een verhaal is en ze geven hem 100 euro.”

Karel, zoon van een dominee, zegt: “Mijn vader krabbelt wat woorden op papier, zegt dat het een preek is en dan zijn er twee mensen nodig om al het geld op te halen.”

GELD

Een 50 eurobiljet en een 50 eurocentmunt komen elkaar in de portemonnee tegen. Zegt het 50 centmuntje: “Hé, lang niet gezien! Waar ben je geweest?” Het 50 eurobiljet antwoordt: “Eerst in het casino, toen op een cruise, daarna in een luxe modewinkel. Dat soort plekken. En jij?”

Zegt het muntstuk: “Ach, je weet wel, steeds hetzelfde: kerk in, kerk uit, kerk in, kerk uit.”

GAVE

Twee belhamels smeden een plan om huis aan huis geld te gaan ophalen voor een of ander doel. Zegt de een: “We noemen het gewoon: “geld voor God.” Als ze bij het eerste huis aankomen, doet een meneer open en luistert naar wat ze te vragen hebben. Daarna vraagt hij: “Hoe oud zijn jullie?” Ze antwoorden: “10 en 11, meneer.” Meneer: “Wel, ik ben er 80 en zal hoogstwaarschijnlijk veel eerder bij God zijn dan jullie. Als ik Hem dan zie, geef ik het geld zelf wel aan Hem….”

 

VERKOOPTECHNIEK

Een stotteraar gaat huis aan huis bijbels verkopen en verkoopt de een na de ander Vraagt een collega: “Hoe doe jij dat toch ik verkoop er bijna geen?” Zegt de stotteraar: “Ggggewoon. Iiiiik bbbel aan. Er ddddoet iemand open. En ikkk vraag: “Wwwwilt u een bbbbijbel kkkopen of mmmmoet ik hem vvvoorlezen?”

 

VOETBAL IN DE HEMEL

Wegens het slechte weer zijn de voetbalwedstrijden op zondag afgelast. Een fanatieke voetballer gaat daarom maar eens een keer naar de kerk.

Na de viering staat de pastoor bij de uitgang handen te schudden. “Zo, Jan, dat is lang geleden dat ik jou hier gezien heb”. “Ja, pastoor, u weet dat ik ’s zondags altijd ga voetballen. Maar nu ik u toch zie, wil ik u eens wat vragen. Is er in de hemel ook voetbal? Zo niet, dan hoef ik er niet te komen.” “Nou, daar vraag je me wat”, zegt de pastoor, “ik zou het eigenlijk niet weten. Dat is in mijn studie nooit ter sprake gekomen. Maar je hebt geluk. De komende week zie ik Petrus nog en ik zal het hem vragen. Kom volgende week maar terug. Dan krijg je antwoord”.  Een week later zit Jan weer in de kerk. En na de Mis gaat hij nieuwsgierig naar de pastoor toe. “En pastoor, weet u al wat?” “Ja”, antwoord de pastoor, “Ik heb Petrus gesproken, jouw vraag aan hem voorgelegd en antwoord gekregen. Maar ik heb een goed en een slecht bericht. Wat wil je het eerste horen?”. “Nou, eerst maar het goede nieuws”. “Oké. Het goede nieuws is: alles is er: voetbalvelden, clubs, competities, alles.” “En wat is dan het slechte nieuws?” “Jan, je staat volgende week al opgesteld !!!! “.

 DE PASTOOR EN DE TAXICHAUFFEUR

Een pastoor en taxichauffeur komen tegelijk aan hemelpoort. Pastoor wil doorlopen. Petrus houdt ‘m tegen en zegt tegen taxichauffeur: “Loopt u maar door”. Pastoor heel verontwaardigd: “wat is dat nu: ik heb altijd voor God gewerkt en ik mag er niet zo in? En een taxichauffeur wel?”

Petrus: Ja, kijk onder uw preken zaten de mensen altijd te slapen in de kerk. Maar bij de chauffeur in de taxi zaten de mensen altijd vurig te bidden.

 SLECHT GELEEFD

Een man heeft slecht geleefd: drugs gesmokkeld, belasting ontdoken, zwart geld verdiend, opgelicht, gestolen, gefraudeerd, etc. Op zijn sterfbed begint zijn geweten te knagen. Hij besluit een grote gift aan de nieuwbouw van de kerk te geven. Dan sterft hij. Hij komt aan de hemelpoort. Petrus kijkt in zijn boek en zegt: “Sorry, meneer, u gaat naar de hel. U hebt zoveel slechts gedaan.” De man protesteert: “Ik geef toe dat ik slecht geleefd heb. Maar op het eind heb ik nog een ton geschonken aan een goed doel”. “Wacht dan even”, zegt Petrus, “ik zal even met Onze Lieve Heer overleggen”. Petrus pakt zijn mobieltje en belt Christus. Even later zegt hij tot de man: “OK, we zullen maar weer barmhartig zijn en voor u een uitzondering maken: u krijgt uw geld terug”.