.

Preek ziekenzondag over zieken

Preek ziekenzondag over zieken

Hij heeft me zwak gemaakt

 

Ik had God om kracht gevraagd om succes te oogsten;

Hij heeft me zwak gemaakt om mij deemoed te leren.

 

Ik had rijkdom gevraagd om geluk te bezitten;

Hij heeft me arm gemaakt, opdat ik wijsheid zou verwerven.

 

Ik had een levensgezel gevraagd om niet eenzaam te zijn;

Hij heeft mij een hart gegeven om al mijn broeders lief te hebben.

 

Nooit heb ik iets ontvangen van wat ik had gevraagd;

maar ik heb alles gekregen wat ik had gehoopt.

 

Onder alle mensen ben ik de rijkst bedeelde.

 

Ik had gezondheid gevraagd om grote dingen te doen;

Hij heeft mij ziekte gegeven om betere dingen te doen.

 

Ik had macht gevraagd om in aanzien te zijn bij de mensen;

Hij heeft mij onmacht gegeven, opdat ik behoefte zou hebben aan God.

 

Ik had om dingen gevraagd die mijn leven zonnig zouden maken;

ik heb het Leven gekregen, opdat ik met alle dingen blij kan zijn.

 

Haast ondanks mezelf werden al mijn onuitgesproken gebeden verhoord.

Anonieme tekst in de wachtzaal van een revalidatiecentrum te New York

 

Deze tekst is zeer actueel.

Veel mensen in de maatschappij tellen niet meer mee, omdat ze niet meer kunnen werken, hulpbehoevend of ziek zijn.

In het Rijk Gods tellen deze mensen echter ten volle mee. Want in het Rijk Gods telt niet de prestatie, de snelheid of het inkomen, maar de liefde. En zou een oudere niet meer kunnen liefhebben? Zou een zieke niet meer kunnen liefhebben? Integendeel, een oudere, een zieke, een gehandicapte heeft meer tijd om te luisteren naar anderen, meer tijd om te bidden voor anderen. Zijn of haar aandacht wordt niet opgeëist door het drukke verkeer, volle agenda’s en zakelijke zorgen.

 

Denk maar aan Lidwuina van Schiedam. Ze was nog een meisje toen ze bij het schaatsen haar heup brak. De wond wou niet genezen. Ze zag haar toekomst in duigen vallen. Ze werd bedlegerig. Wat kon zij nu nog betekenen voor de maatschappij? Maar toen ze na overweging van het lijden van Christus haar lot had geaccepteerd, werd ze geestelijk adviseur van vele lijdende, bedroefde, zoekende en twijfelende mensen. Duizenden mensen, waaronder rijken en staatslieden, vonden bij haar troost of kwamen bij haar tot bekering.

 

In het Rijk Gods hebben ouderen en zieken dus een vooraanstaande plaats. Zij zijn de VIPs. Jezus zegt: “Komt allen tot Mij, die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken. Neemt mijn juk op uw schouders”. Dat juk is het juk van de liefde.

 

Naarmate we ouder worden, nemen onze lichamelijke krachten af. Maar onze wijsheid, begrip, mildheid, wijs oordeel, relativeringsvermogen en naastenliefde kunnen met de jaren alsmaar toenemen.

Opa’s en oma’s hebben vaak meer tijd voor de kleinkinderen dan de werkende ouders. Eens heb ik een oma begraven die door een kleinzoontje oma “Amen” werd genoemd, omdat zij haar kleinzoon had leren bidden.

 

Zieken en gezonden kunnen samen veel doen. Zoals een kind haar ouders kan wijzen op mooie kleine dingen in het leven, zo kunnen ook ouderen en zieken de aandacht van gezonden vestigen op de mooie en essentiële dingen van het leven.

Ik heb een zieke priester gekend, die mij na mijn wijding uitnodigde op bezoek te komen. Hij wilde een afspraak met mij maken: namelijk “om het werk samen te doen”. Ik antwoordde: “Hoe bedoelt u?” Hij zei: “Jij doet het loopwerk, en ik zal er voor bidden”. Ik moest hem dan regelmatig op de hoogte houden van het wel en wee in mijn werk. Dat heb ik tot zijn dood gedaan. Voor mij was het fijn zo iemand op de achtergrond te hebben.

 

Ik had een huisgenoot van in de 80 jaar. Hij hield mij op de hoogte van het wereldnieuws als ik geen tijd had om de krant te lezen. Hij wees mij op interessante tv-programma’s of deed verslag van interviews die hij gezien heeft op zondagochtend met Leo Feyen, waar ik nooit naar kon kijken.

 

Zo, beste ouderen, mag u weten dat u bij God nog helemaal meetelt en van waarde bent.

De jongere generaties, de kerkgemeenschap en God hebben u hard nodig. Samen doen we het: de opbouw van het Rijk Gods.

 

Ook mensen die geestelijk achteruit gaan zijn van waarde. Zij zijn een kristallisatiepunt in deze jachtige, gestreste, rusteloze en gehaaste maatschappij. Bij een geestelijk gehandicapt of dementerend persoon kunnen medemensen tot rust en bezinning komen en ontmoeten familieleden elkaar.

Deze week heb ik bij een dementerende moeder de ziekenzalving toegediend. Ze sliep en gaf geen teken van leven. En toch was het een heel mooi moment samen met een zoon en dochter en nicht, die afscheid namen van hun moeder. Ze hadden gelukkig zeer bijtijds de ziekenzalving aangevraagd. De moeder lag nog niet echt op sterven. Er was alle rust en tijd voor dit sacrament.

 

Met het huidig aantal priesters is het mogelijk dat er niet direct een priester beschikbaar is om de ziekenzalving toe te dienen. Vroeger was dat het laatste sacrament, dat liefst vlak voor het sterven werd toegediend. Er werd immers gebeden om vergeving van zonden. En op het sterfbed kon je geen zonden meer doen. Zo werd de ziekenzalving een vrijkaartje voor de hemel.

 

Maar dat is niet de bedoeling van Jezus en de kerk geweest. Dit sacrament is bedoeld om bij ernstige ziekte of  ouderdom en aftakeling de band met Jezus te versterken, kracht te putten uit zijn lijden en ons geloof in Hem te versterken. Een geestelijk medicijn, dat de geestelijke pijn verzacht en ons geestelijk sterker maakt.

Een dokter zal vlak voor het sterven toch ook geen geneesmiddelen meer geven? Alleen pijnstillers.

 

De ziekenzalving is daarom niet meer het laatste sacrament. Na de ziekenzalving kunt u nog vaak de Heilige Communie ontvangen. De laatste keer dat u de H. Communie ontvangt, noemen we het Viaticum, Latijns woord voor Voedsel voor Onderweg, onderweg naar de hemel. Dat is dus tegenwoordig het Laatste Sacrament. En u kunt in stervensgevaar de ziekenzegen ontvangen van een diaken of pastoraal werker. Dat zijn de geestelijke pijnstillers.

 

Zo, beste mensen, vieren wij vandaag de Dag van de aandacht, de ziekenzondag, met alle zieken en ouderen die thuis of in zieken- of verpleeghuizen met ons meebidden.

 

 

SLOTWOORD

 

In een toespraak tot de mensen van de “Gulden leeftijd” heeft Paus Johannes-Paulus II eens gezegd : “Ongetwijfeld beschikt de Voorzienigheid het zo dat U nu meer in staat zijt om een leven van gebed terug op te nemen en te verdiepen; nu U op rust zijt hebt U meer tijd; uw leven is minder druk en dit laat U toe om gemakkelijker te schiften tussen wat wezenlijk is en wat bijkomstig. …. Het afscheid van de kinderen en het heengaan van vrienden doet U nadenken; soms is het zelfs zo dat ervaringen van geloof uit uw jeugd weer in uw hart opkomen, na een tijd van vergetelheid of de moeilijkheden van een actief leven. Kortom, U bent vrijer, lucieder en serener. En God die altijd bij U geweest is in het verborgene, laat zich misschien nu beter ervaren” (Johannes-Paulus II, 4 oktober 1982).