.

PREEK VAN DE WEEK 4e ADVENTSZONDAG JAAR A

LEZINGEN: EERSTE LEZING: Jesaja 7,10-14 EVANGELIE: Mt. 1, 18-24
THEMA: Is gehoorzamen ouderwets?

INLEIDING OP EERSTE LEZING

De achtste eeuw voor Christus is een tijd van politieke en economische spanningen tussen het Noord- en het Zuidrijk van Israel, tussen de rijke bovenlaag en de armen; tijd van Assyrische uitbreidingsdrift. De profeet Jesaja is nauw op de politieke geschiedenis betrokken, en schijnt ook toegang tot het hof te hebben gehad.
Ook hoofdstuk 7 begint met een schets van de politieke situatie: de koningen van Aram en Israel trekken tegen Juda op. Koning Achaz van Juda slaat de schrik om het politieke hart. Hij ziet geen uitweg en waant het einde van zijn koninkrijk in zicht. In die situatie krijgt Jesaja van God de opdracht naar Achaz te gaan. Om Achaz’ vertrouwen te sterken, krijgt hij een teken aangeboden dat het koningshuis niet verloren zal gaan. Achaz wijst het aanbod af. Maar het teken komt er toch. De jonge vrouw, dat is de koningin, zal een zoon baren: het davidische koningschap wordt voortgezet.

PREEK

Dit jaar kreeg ons land een nieuwe koning: Willem Alexander. Iemand met zo’n hoge functie heeft een voorbeeldfunctie en moet daarom onberispelijk zijn. De kerk heeft koningen heilig verklaard en het is dus mogelijk. Een goed voorbeeld was in mijn ogen koning Boudewijn. Hij wilde boven alles gehoorzamen aan God. Daarom heeft hij bijvoorbeeld geweigerd de vrije abortuswetten te ondertekenen. Ook al zette hij hiermee zijn koningschap op het spel. Dat bewonderde ik zeer in hem.

Vandaag horen wij in de eerste lezing over een koning die niet naar God wilde luisteren: Achaz. Hij wil niet eens een teken van God hebben dat God het volk zal beschermen.
Ik denk dat velen van ons graag een teken van God zouden hebben: een teken dat we nog lang gezond en gelukkig zullen leven, een teken dat de hemel bestaat, een teken dat ons geloof in Jezus bevestigt, een teken dat God bij ons is en ons beschermt.

Waarom wil Achaz geen teken hebben? Hij zegt dat hij de Heer niet op de proef wil stellen. Maar dat is natuurlijk een smoes. Achaz beseft heel goed dat als hij een teken van God krijgt, dat hij dan moet gehoorzamen aan God. Dan moet hij zich bekeren, zijn goddeloos leven opgeven. Hij wil God eigenlijk niet ontmoeten. Want dan zou hij zijn zelfvoldaanheid prijs moeten geven, zijn machtslust, zijn eigengereidheid. Dat zou zijn leven radicaal veranderen.

Laten we dus goed bedenken dat wij, als we een teken van God vragen, ook bereid moeten zijn ons leven te herzien. Om gehechtheden en verslaafdheden los te laten. Wie een teken krijgt van God krijgt ook een grote verantwoordelijkheid. Die kan niet meer verder leven in materialisme en genotzucht, zonder inzet voor de medemens in een lekker lui leventje.

In het evangelie zien we een positief voorbeeld. Jozef is een rechtschapen man. Hij wilde Maria niet in opspraak brengen toen hij dacht dat ze met een andere man naar bed geweest was. Daarom wilde hij in stilte van haar heen gaan. Maar Jozef krijgt een teken en is dan toch bereid Maria tot vrouw te nemen. Hij geeft gehoor aan een opdracht van God.

Het woord ‘gehoorzamen’ heeft in de vorige eeuw een wat negatieve klank gekregen: het lijkt zo passief, zo onnadenkend, zo willoos: doen wat een ander zegt. Maar gehoorzaamheid aan God is juist een zeer bewuste en moedige keuze en daad. Want eerst heb je geluisterd, zijn wil verstaan, zijn vraag, zijn boodschap, zijn opdracht; dan daar over nagedacht, je eigen plannen opzij gezet en vervolgens er mee ingestemd. We kunnen in deze tijd dan misschien beter spreken over “gehoor geven aan”. Gehoor geven aan God in deze tijd en deze samenleving vraagt juist moed en durf en is dus alles behalve soft en willoos.

Wie durft nog op te komen voor het kwetsbare ongeboren leven, wie durft nog op te komen voor zedelijkheid en zuiverheid op seksueel gebied, wie durft nog op te komen voor huwelijkstrouw, wie durft nog op te komen voor asielzoekers, wie durft nog op te komen voor de zondagsheiliging, wie durft nog op te komen voor christelijke normen en waarden in de politiek, wie durft nog op te komen voor de kerk en het christelijke geloof?
Gehoor geven aan God in deze tijd en deze samenleving vraagt juist moed en durf.

Het zal lukken als we het kerstkind weer durven noemen zoals Jesaja het noemde: “Immanuel”, “God-met-ons”, of zoals Jozef het zou noemen: Jezus, “Gods redding”. Die namen zijn geloofsbelijdenissen. Daarin drukken we uit dat we in en vanuit God willen leven en geloven dat God met ons is.

In deze wereld waarin het kerstkind steeds meer verdrongen wordt door de commerciële kerstman willen wij op voorspraak van Jozef weer echt kerstfeest vieren: dat is: God in ons leven laten, Jezus in ons hart geboren laten worden, leven vanuit Hem, gehoor durven geven aan zijn stem. Als we net als Maria elke dag tot God zeggen: “mij geschiede naar uw woord”, dan kan Jezus door ons weer opnieuw op aarde komen.