.

preek Christus Koning 2013

Preek Christus Koning   november 2013 Jaar C.

Veenhage, Pius X, Nootdorp en Pijnacker.

 

Lezingen: 2 Samuel 5,1-3 en Lukas 23,35-43

 

Ik heb een zus die in haar jeugd in het ziekenhuis heeft gelegen en het werk van verpleegsters zag. Later werd ze verpleegster.

Ik heb een neef die als marinier in Afghanistan slachtoffer is geworden van een bermbom. Hij heeft het overleefd en eerste hulp verleend aan zwaar gewonde medesoldaten en aan zijn sergeant die omgekomen is. Nu werkt hij in een traumateam.

Ik heb een nicht die op een bepaald moment fysiotherapie nodig had na een elleboogoperatie. Nu is ze fysiotherapeute.

 

Iemand die verslaafd is geweest zal met een bijzondere liefde andere verslaafden kunnen helpen.
Iemand die zelf ziek is geweest zal met meer begrip zieken kunnen verzorgen.
In Brazilië kwam er economische groei en betere sociale verhoudingen toen de arbeider Lulu president werd.

Een koning die zelf tot de meest machteloze bevolkingsgroep heeft behoord, zal het beste kunnen regeren.

Een God die mens geweest is, staat dichter bij ons dan een God die zuiver Geest is.
En onze God is mens geweest. We vieren vandaag het feest van Christus Koning. Maar Christus is geen aardse koning geweest.
Integendeel, Hij heeft het aardse koningschap steeds afgewezen.
Zijn koningschap is niet van deze wereld.
Hier op aarde is Hij een dienaar van de mensen geweest.

In niemand liggen het goddelijke en het menselijke zo in elkaar verstrengeld als in Jezus. Niemand is zozeer het koningschap waardig geworden als Jezus, omdat Hij het kleine zozeer geëerd heeft. Van zo’n God die zich zo menselijk zichtbaar gemaakt heeft moet je wel houden.

Er is niets zo erg als een mens die zich als een God gedraagt.
Een mens bijvoorbeeld die denkt volstrekt autonoom te zijn, zich beter voelt dan anderen en zich verheven voelt boven alles en iedereen. Iemand die denkt met zijn hersens en wetenschap alles te weten en geen tegenspraak duldt.

Hoeveel leed is er in de geschiedenis al veroorzaakt door zulke mensen. Hoeveel mensenlevens hebben die figuren al opgeofferd om hun macht te handhaven? Hoeveel miljarden slachtoffers hebben zij al niet gemaakt? Tot op de dag van vandaag, in China,in Syrie, in Egypte, in Noord-Korea, in Colombia, in Soedan, in Nigeria, maar ook in Nederland, de mannen die naar willekeur beschikken over hun vrouw en soms omgekeerd, die vrouwen en mannen die hun eigen kinderen als dienstknechtjes gebruiken, hun agressie of sadisme onbeteugeld op hun kinderen uitleven of hun ongeboren kinderen doden om hun vakantie, carrière, studie, sport, gemak, portemonnee, aanzien of andere plannen veilig te stellen.

Of autoritaire leiders van bedrijven en instellingen die met hun personeel omgaan alsof het schaakstukken zijn en ga zo maar door.

Phil Bosmans schrijft in zijn boek getiteld “In liefde weer mens worden”: “Als voor je ideologie of voor je nieuwe maatschappij één onschuldige of één enkel kind moet sterven, dan vervloek ik je ideologie en walg ik van je maatschappij.”

In plaats van het leven van anderen op te offeren voor zichzelf heeft Jezus zichzelf voor anderen opgeofferd. Daarom heeft God Hem tot Koning van het Heelal verheven.

 

Aan het kruis werd Jezus er om bespot. De overheidspersonen lachten hem uit en zeiden: “anderen heeft Hij gered, laat Hij nu zichzelf eens redden”.

Maar Jezus redt zichzelf niet. Zelfs zijn wondermacht gebruikte hij alleen voor anderen en niet voor zichzelf. Zelfs daarin was elk egoïsme Hem vreemd. En daarin was Jezus heel groot. Hij was kampioen in de zelfverloochening en de inzet voor anderen. Jezus noemen we de ware koning omdat Hij niet zichzelf maar anderen heeft gered.

David werd in het Oude Testament gezien als de ideale koning.

Waarom? Hij voldeed aan de beschrijving die de Tora geeft van een koning (Deut.17): ‘de koning mag geen man van het zwaard zijn en zich niet boven zijn broeders verheven achten.’ David heeft wel verdedigingsoorlogen gevoerd, maar was niet oorlogszuchtig.

Hij was de jongste van de acht zonen van Isaï en niet meer dan een schapenhoeder.

Kent u nog dat prachtige verhaal van zijn vlucht voor koning Saul? Toen hij door zijn voorganger Saul vervolgd werd had hij zich verscholen in een grot. Nietsvermoedend legde Saul zich in dezelfde grot te rusten zodat David de kans kreeg Saul in zijn slaap te vermoorden. Maar hij spaarde het leven van Saul.

Om al die redenen komen de Israëlieten hem vragen hun koning te worden. Ze zeggen daarbij: “Hier zijn wij, uw eigen vlees en bloed”.

Jezus was ook van ons eigen vlees en bloed, een mens als wij.

In alles aan ons gelijk, behalve in de zonde. Maar zelfs voor zondaars heeft Hij begrip, sterker nog: speciaal voor mensen die hun kleinheid en zwakheid beseffen wil Hij leven.

Het is juist een misdadiger die de ware aard van het koningschap van Jezus het eerst door heeft. De farizeeën, de hogepriesters, het joodse volk en de apostelen met Judas voorop waren teleurgesteld omdat Jezus geen aardse koning wilde zijn. Daarom hebben ze Jezus verraden of in de steek gelaten. Maar die misdadiger aan het kruis zegt: “Jezus, denk aan mij wanneer Gij in uw koninkrijk gekomen zijt”. En Jezus antwoordt: “Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs”.

In de hemel is Jezus koning. Maar ook daar is Hij geen onbarmhartige vorst, maar een genadig rechter, die met alle verzachtende omstandigheden rekening houdt en als het effe kan gratie verleent.

Het is ons niet gegeven een aardse koning te worden. Maar op de wijze van Jezus kunnen we allemaal koning zijn: koning in dienstbaarheid, mensen die niet zichzelf, maar anderen willen redden. Mensen die niet anderen voor hun eigen karretje spannen, maar zichzelf inspannen om de last van anderen te dragen. Amen.