.

preek 4e zondag van pasen jaar A 2014

PREEK VAN DE WEEK     4e ZONDAG van pasen JAAR A   2014 Pius X en Bergschenhoek

 

LEZINGEN:                          EERSTE LEZING: 1 Petrus 2,20b-25                                                  EVANGELIE: Johannes 10,1-10

THEMA: Een vreemde roeping

Plaat paus Johannes Paulus

Beste gelovigen,

 

Als er in de kerk over roeping gesproken wordt, dan denken wij direct aan de roeping tot het priesterschap en het religieuze leven. Vandaag is het roepingenzondag met de bedoeling dat voorgangers jongeren oproepen om voor zo’n bijzondere levenswijze te kiezen. Toch ga ik dat niet doen want bij het maken van deze preek veronderstelde ik dat er merendeels ouderen in de kerk zouden zitten.

 

Ik ga over een andere roeping spreken. Een roeping voor leken, een roeping voor elke christen, ook ouderen, zieken, gehandicapten, lijdenden. Ik ga het hebben over een vreemde roeping.

 

Roepingenzondag is speciaal gekoppeld aan de zondag met de evangelielezing over de goede Herder. Want de kerk noemt de priester pastoor of pastor en dat betekent herder. Bij een goede herder denken we aan een vitale krachtige besluitvaardige pastoor die alles in zijn parochie goed regelt, alle mensen kent en naloopt. Maar daar ga ik het vandaag niet over hebben.

 

Wel over een herder die 2 weken geleden heilig verklaard is. Een herder die in zijn laatste levensjaren allesbehalve vitaal en energiek en mobiel was. Een herder die oud en versleten was, aan de ziekte van Parkinson leed en op laatst niet meer kon spreken. U weet nu wel wie ik bedoel: paus Johannes Paulus. Zijn herderschap over de kerk kon hij naar menselijke maatstaven eigenlijk niet meer naar behoren uitvoeren. Toch is hij tot zijn dood doorgegaan. Want hij verstond naast zijn priesterschap nog een andere roeping. Een vreemde roeping.

Ik durf daar als gezonde man nauwelijks over te spreken, omdat ik niet uit ervaring kan spreken. Maar na de heiligverklaring van de paus die die roeping zo duidelijk voorgeleefd heeft, wil ik er toch een keer over spreken.

 

Wat is dan die vreemde roeping? Petrus, de eerste paus, spreekt er over in zijn eerste brief. We hebben het zojuist gelezen: “Geduldig verdragen wat gij te lijden hebt om uw goede daden, dat is het wat God behaagt. Het is ook uw roeping”. Aldus Petrus.

Geroepen om te lijden. Een vreemde roeping. Een roeping die in deze tijd van gelegaliseerde abortus en euthanasie niet meer verstaan en begrepen wordt.

Heeft u het lijden dat u overkwam ooit verstaan als een roeping? Toch zegt Petrus dat: het lijden kan een roeping zijn. Niet omdat God een sadist is die mensen graag ziet lijden. Maar omdat het lijden een weg is naar verlossing, naar heil; misschien niet eens voor de lijdende zelf, maar dan wel voor zijn medemens.

Petrus licht het toe: “Christus heeft een voorbeeld nagelaten. Als Hij uitgescholden werd, schold Hij niet terug. Als men Hem leed aandeed, uitte Hij geen dreigementen. … Hij heeft geleden, lichamelijk, opdat wij rechtvaardig zouden gaan leven. Zó werd Hij herder en behoeder van onze zielen.” Aldus Petrus.

 

Er zijn vele vormen van lijden: lichamelijk en geestelijk. Je kunt lijden onder een handicap, een ziekte, zoals reuma, slechtziendheid, hardhorendheid. Je kunt psychisch lijden omdat je kinderen het geloof of de kerk losgelaten hebben of zelfs het verkeerde pad op zijn gegaan, door drank of drugs of criminaliteit.

 

Kunnen we in dat lijden een roeping zien? Volgens Petrus, de eerste paus, wel. Volgens paus Johannes Paulus ja. En hij heeft het laten zien in zijn laatste levensjaren. Door zijn lijden niet te verbergen heeft hij laten zien dat de waardigheid van de mens niet afhangt van jong, energiek en mooi zijn. Maar van het innerlijk, van de ziel die een deel is van Gods Geest. Hij liet zich niet afschrijven omdat zijn lichaam een wrak was geworden.

 

In 1985 hebben de bisschoppen van Nederland een brief geschreven over lijden en sterven van zieken. Dat was naar aanleiding van discussies over euthanasie. Daarin schrijven ze: “Gelovige christenen die veel moeten lijden, hebben in alle tijden moed en bezieling gevonden in dit voorgaan van Jezus Christus, In navolging van Hem hebben zij beseft dat ook zij juist in hun lijden betekenis konden hebben voor anderen. Zelfs in hun lijden raakten zij niet op zichzelf gericht, maar bleven zij open naar anderen. Hun volharding in het lijden werd toetssteen voor hun onvoorwaardelijke trouw, voor hun belangeloze liefde en voor de zuiverheid van hun levensinstelling. Zó de Heer navolgen, ook in diens lijden en kruis, is niet vanzelfsprekend. Ook diepgelovige christenen die in hun leven of sterven met lijden worden geconfronteerd, zullen slecht geleidelijk deze zin aan hun lijden geven. Het is voor hen de weg waarin zij met Gods hulp gestalte geven aan hun roeping als christen”.

 

En paus Johannes Paulus sprak bij zijn bezoek aan Nederland tot de zieken: “Het is niet met woorden weer te geven wat mensen voor elkaar kunnen betekenen, zelfs in hun leed. … Een mens die leed heeft te dragen, mag zich in geloof verbonden weten met de Heer, die begaan is met de mens die lijdt. Hij heeft nooit een direct antwoord gegeven op de zo begrijpelijke vraag: “Waarom is er zoveel leed in de wereld?”, maar wel heeft Hij door zijn lijden, dood en verrijzenis het menselijke leed van binnenuit omgevormd en als het ware vervuld van zijn tegenwoordigheid. … Vooral in u, broeders en zusters in Christus, ziet de kerk de bronnen en de dragers bij uitstek van haar verborgen, goddelijke kracht. Zij kijkt naar u, die deelt in het lijden van Christus, om te zien of u de hoop levend weet te houden, dat lijden betekenis heeft als het in liefde wordt gedragen”. Aldus paus Johannes Paulus.

 

We mogen, volgens mij, het lijden nooit zien als iets wat God ons zendt. Volgens mij mogen we God nooit zien als de verspreider van aids, van epidemieën of rampen of als veroorzaker van ongelukken. Elk lijden vindt zijn oorzaak in de vergankelijkheid van de materie of in het kwaad van de mens zelf.

Maar elk lijden dat ons overkomt, kunnen we gebruiken als een kans om te groeien in ons geloof en verbondenheid met God. Om te groeien in liefde en overgave. Het lijden schept in ons de openheid om Gods roepstem te verstaan, daar waar we in het drukke, zelfvoldane prestatieleven aan de wezenlijke waarden van het leven voorbij hollen. Het drukke alledaagse leven overstemt die stem van God. Door het lijden wordt het lawaai en geschreeuw van onze moderne consumptiemaatschappij het zwijgen opgelegd.

En dan kunnen we de roepstem van God verstaan.

 

Ik herhaal daarom nog eens die woorden van Petrus: “Geduldig verdragen wat gij te lijden hebt, dat is ook uw roeping, want Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten”.

Laten we proberen die roeping te verstaan.