.

Preek 33e zondag door het jaar B

LEZINGEN: EERSTE LEZING: Daniel 12, 1-3 EVANGELIE: Marcus 13,24-32
THEMA: Hoe kun je in God geloven als er zoveel kwaad bestaat?

Hoe kun je in God geloven als er zoveel kwaad bestaat? De wreedheden in Syrie, de haat tussen joden en moslims, schietpartijen op onschuldige burgers, bedrog, intrige, chantage, corruptie door hoge militairen.
• Bestaat God wel als er zoveel kwaad is?
• Op een dag besloot een universiteitsprofessor in de fysica zijn studenten uit te dagen.
• Hij vroeg: schiep God alles wat bestaat?
• Een student antwoordde braaf: “Ja, dat deed Hij”
• Alles? vroeg de docent.
• “Ja, alles” antwoordde de student
• “In dat geval schiep God dus ook het kwaad? Correct? Want kwaad bestaat”, zei de docent.
• Daarop had de student geen antwoord en het bleef stil.
• De docent was blij met de gelegenheid om nog eens te bewijzen dat het geloof maar een mythe is.
• Opeens stak een andere student zijn hand op en zei: “Mag ik ú een vraag stellen?
• “Natuurlijk” was het antwoord.
• Bestaat kou?
• “Natuurlijk, zei de professor, heb je nooit kou gevoeld?”.
• De student zei: “In werkelijkheid, meneer, bestaat kou niet. Volgens studies in de fysica is kou een totale en complete afwezigheid van warmte. Maar kou bestaat niet. Wij maakten de term kou om een gebrek aan warmte aan te geven.
• En duisternis?” vervolgde de student? “Bestaat duisternis?”
• Het bestaat, antwoordde de professor.
• “Opnieuw bent u fout, meneer. Duisternis is de totale afwezigheid van licht. Je kunt licht en helderheid bestuderen, maar niet de duisternis. Duisternis is de term die we maakten om de totale afwezigheid van licht aan te duiden”.
• en tenslotte zei de student: “En kwaad, meneer, wat is kwaad? Kwaad is de afwezigheid van God in de harten van de mensen. Het is de afwezigheid van liefde, humaniteit en geloof. Liefde en geloof zijn als warmte en licht. Zij bestaan. Hun afwezigheid leidt tot kwaad.”
• Nu was het de professor die stil bleef.
• De naam van de student was: Albert Einstein.

Mensen lopen vaak God in de weg. Ze verhinderen dat het licht van God volop kan schijnen, net als de wolken het zonlicht. Misschien staan we zelf ook wel eens God in de weg. Veel mensen haken af van de kerk omdat ze fouten en gebreken zien van medechristenen en van kerkelijke leiders. Maar ik zeg dan altijd, u moet geen voorbeeld aan medechristenen nemen, maar aan Christus. De kerk bestaat nu eenmaal uit mensen die allemaal hun fouten en gebreken hebben. Christus is juist gekomen voor zondaars. Kijk altijd naar Jezus, kijk naar God. Vertrouw op God.

Er wordt tegenwoordig vaak beweerd: godsdienst brengt oorlog. Nee, niet godsdienst brengt oorlog, maar fanatieke kortzichtige aanhangers van een religie brengen oorlog. De godsdiensten zelf zijn in principe vredelievend. Zelfs de islam. Het woord islam betekent zelfs sjalom, vrede. Maar waar mensen onderdrukt worden, arm zijn of achtergesteld, daar zullen ze hun godsdienst gaan gebruiken of misbruiken om zich te bevrijden van een slavenjuk, desnoods met geweld. Niet gosdienst brengt oorlog, maar armoede en onderdrukking. Daarom moeten we geen politici aanhangen die een godsdienst willen onderdrukken of willen bezuinigen op ontwikkelingshulp.

In de eerste lezing hoorden wij over een profeet, Daniel, die duister om zich heen zag. Zijn volk werd onderdrukt. Er was veel ongerechtigheid en nood. Maar hij had een droom waarin het licht werd. Hij gaf de mensen in verdrukking weer hoop. Eens zullen zij schitteren als de sterren.

Ook in het evangelie wordt grote nood beschreven. Dit soort beschrijvingen noemt men apocalyptiek. Het onderwerp van de apocalyptiek is altijd de toekomst, de eindtijd. Kenmerken van dit genre zijn vooral een overvloed aan bizarre fantasie, frequent optreden van engelen, getalsspeculaties, aanduiding van personen en volken met symbolen. Ook nu circuleren er weer voorspellingen van de Maya;s dat op 12 – 12 2012 de wereld zal vergaan.

Apocalyptische literatuur kunnen we enigszins vergelijken met de scheppingsverhalen: dat zijn ook geen historische geschiedschrijvingen die exact wetenschappelijk verantwoord beschrijven hoe de ontwikkeling is geweest, maar verhalen die geloof uitdrukken in een hogere macht die alle ontwikkelingen in de hand heeft. Evenmin als we de tijdsaanduidingen in de scheppingsverhalen letterlijk moeten nemen, moeten we die van de apocalyptiek letterlijk nemen.

Waar het om gaat is de boodschap aan een volk in onderdrukking en armoede, dat er aan al die ellende een einde zal komen en dat God eens het recht in eigen hand zal nemen. Die boodschap moet christenen in verdrukking de kracht geven vol te houden en te blijven geloven. Zij zijn de uitverkorenen voor het eeuwig leven. Zij verwachten en zien uit naar de wederkomst van Christus.

Ons geloof in de wederkomst van Christus moet ons de kracht geven om desnoods tegen de stroom in te gaan. Tegenover lawaai, haast, zakelijkheid, doemdenken, gemakzucht, winstbejag en bezitsdrang, racisme, vrijzinnigheid, materialisme, pornografie, machtslust en psychische groepsdwang stellen wij waardering voor iedere persoonlijkheid, respect voor het menselijk leven, bezinning, bescheidenheid, bereidheid economisch een stapje terug te zetten, solidariteit met minderheden, uitgestotenen en achtergeblevenen, trouw, zelfverloochening en zuiverheid. Met name die laatste dingen zijn niet in de mode, maar zijn zaken die Christus herhaaldelijk benadrukt. En uiteindelijk zijn we aan Hem verantwoording schuldig.

Daniel zei: “Op het eind der tijden zullen degenen die de mensen tot gerechtigheid hebben gebracht schitteren als de sterren voor eeuwig en immer”.

Met deze bemoedigende woorden kunnen wij het uithouden in dit na-christelijk tijdperk, in deze geseculariseerde wereld.