.

Preek 28e zondag door het jaar B Oogstdankdag

28e zondag door het Jaar B gehouden in Bergschenhoek

INLEIDING
Geliefde gelovigen,

Vandaag vieren we oogstdankdag. Bij onze protestante zusterkerken noemen ze deze dag: dankdag voor gewas en arbeid. Want al lang niet meer verdienen onze burgers hun inkomen in de agrarische sector. De meesten van ons werken in het bedrijfsleven, de zorg, het onderwijs of andere sectoren van de samenleving. Maar de kracht tot arbeid halen we allemaal uit het voedsel dat Gods schepping ons verschaft. Dus is er voor ons allen reden om God te danken.

Er zijn wel uitzonderingen. Veel tuinders hebben het moeilijk en dreigen failliet te gaan. In de glastuinbouw ging het in dertig jaar niet zo slecht

Dankzij de paprika’s en tomaten is Nederland ’s werelds grootste groente-exporteur. Toch staat veel glastuinders het water aan de lippen. Het aantal faillissementen stijgt snel. De komende weken is het erop of eronder voor veel bedrijven. ‘Dit is ongekend.’

De grootste financier van de sector heeft ruim 7 miljard euro aan kredieten uitstaan. Vorig jaar moest de bank een voorziening treffen van 55 miljoen, dit jaar van 74 miljoen. Met de sierteelt valt het nog wel mee, maar de groentetelers staat het water aan de lippen. Vooral de paprikatelers hebben het moeilijk.
We zullen daarom in deze viering niet alleen danken maar ook bidden voor alle tuinders in moeilijkheden.
preek
Beste mensen,

Ik heb eens iemand gekend die overspannen werd en naar een psychiater moest. Waarom? Had hij het te druk op zijn werk? Nee, hij was al met pensioen. Waren er spanningen in zijn gezin of huwelijk? Nee, de kinderen waren al de deur uit en hij had een alleraardigste vrouw. Wat was dan zijn probleem? Ze bewoonden een grote bungalow. Maar binnen afzienbare tijd zouden ze gaan verhuizen naar een kleinere woning. In de loop van zijn leven had hij een enorme boekenverzameling opgebouwd. Deze kon niet mee naar zijn nieuwe huis. Hij moest dus boeken gaan wegdoen. Elke dag stond hij uren voor zijn boekenkast om uit te zoeken. Boek voor boek nam hij in de hand en dacht: zal ik dit boek wegdoen? En telkens weer dacht hij: “Nee, dit boek wil ik nog eens lezen. Of: dit boek kan nog eens van pas komen”. En vervolgens zette hij het boek weer in de kast terug. Dat ging zo dag in, dag uit, week in, week uit, tot hij er overspannen van werd en professionele hulp moest gaan zoeken. Bij deze man had een flinke brand moeten uitbreken. Dan was hij van zijn probleem af geweest.

Ik moest aan deze man denken toen ik het evangelie van vandaag las. Ook in het evangelie is er iemand die vast zit aan zijn bezit. Hij wil het eeuwig leven verwerven. Gods geboden onderhoudt hij van jongs af aan. Als je je aan Gods geboden houdt, dan kom je toch wel in de hemel? Als je geen groot kwaad doet, dan is het toch goed? Nee, Jezus is daar niet tevreden mee. Hij vraagt nog een stap verder te gaan: om jezelf te geven. Om je in te zetten voor zijn rijk.
Voor de man in het evangelie betekende dat: alles te verkopen wat hij bezat, het geld aan de armen te geven en dan Jezus te volgen. Want Jezus was een zwerver. Jezus trok rond. En een zwerver kan niet meer meenemen dan een stok en een tas of een plunjezak.

Niet voor ieder geldt de eis alles te verkopen wat je bezit. Ouders die voor een gezin moeten zorgen moeten nu eenmaal het één en ander hebben. Maar zij delen hun bezit uit aan de kinderen. Zij delen alles wat ze hebben met de kinderen. Misschien dat ze een luie stoel voor zichzelf reserveren of een werkkamertje met de pc, maar verder delen ze alles. Niet ieder kan missionaris worden.

Maar wat belangrijk is, dat is, dat we beseffen dat rijkdom niet veel waard is. Dat het zelfs een hindernis kan zijn om Jezus te volgen. Wie veel in zijn leven meesleept komt maar langzaam vooruit. Jezus zegt: ”Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van de naald te kruipen dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen”. Het oog van de naald was in de tijd van Jezus een deurtje in de stadspoort. Als de stadspoort gesloten was, kon men door dit deurtje te voet nog naar binnen. Een kameel zou er ook nog door kunnen kruipen, maar alleen als hij geen bepakking op zijn rug heeft. Wie veel meesleept komt in het leven niet goed vooruit.

Eén groot gevaar van rijkdom is dat we God vergeten. Wie veel verdient, kan gaan denken dat hij dit aan zijn eigen inzet en intelligentie te danken heeft. Daarom waarschuwt Mozes het volk ervoor in Deuteronomium: “Als jullie in het beloofde land volop te eten hebben, wacht u er dan voor God te vergeten en zijn geboden niet na te leven. Wanneer u volop te eten hebt, mooie huizen bouwt, veel vee krijgt, goud en zilver ophoopt, zodat al uw bezittingen toenemen, laat dan uw hart niet hoogmoedig worden, zodat ge uw God vergeet. Bedenk dat het God is die u kracht schenkt om rijkdom te verwerven”.

Bent u het met me eens dat de ontkerstening, ontkerkelijking en secularisatie voor een deel te wijten is aan de grote welvaart en voorspoed in het westen? In nood leert de mens bidden, maar door welvaart verleert hij het weer.

Dit weekend zijn de vruchten van de tuinbouw weer in de kerk gebracht om God te danken. Zo blijven we ons bewust dat we in ons dagelijks werk steeds met Gods schepping bezig zijn. Ook al helpen we de natuur een handje door kassen te bouwen, te verwarmen, kunstmatig voedsel toe te dienen en gewassen te veredelen, toch is het uiteindelijk Gods schepping waar we mee bezig zijn. Net als de joden die vanuit Egypte door de woestijn in het beloofde land waren gebracht, het land dat overvloeide van melk en honing. Ze moesten het land zelf bewerken, maar er zich toch van bewust blijven dat God hen dat land geschonken had.

Oogstdankdag vieren is dus een goede manier om ons bewust te blijven van de goede verhoudingen tussen God en de mensen. Dankbaarheid en geloof in een schenkende God kan ons staande en gaande houden. Dankbaarheid geeft ons wijsheid en inzicht. Ook Salomon was rijk en welvarend. Hij bracht het beloofde land tot de hoogste bloei in de geschiedenis. Maar hij hechtte meer waarde aan wijsheid dan aan rijkdom. In het boek wijsheid zegt hij: “Ik verkies wijsheid boven scepters en tronen en in vergelijking met haar beschouwde ik rijkdom als niets. Alle goud is vergeleken met wijsheid slechts stof en zilver niet meer dan slijk”.

Dankbaarheid maakt ons ook vrijgevig. Ook vrijgevigheid is een noodzakelijke voorwaarde om staande te blijven, om ons gaande te houden, om niet vast te roesten. Of we vrijgevig zijn moet volgende week weer blijken als wij wereldmissiedag vieren en collecte houden voor mensen die in armoede leven in de derde wereld. Vraagt u zich dan niet af hoeveel u zult geven, maar hoeveel u voor uzelf en uw gezin nodig heeft het komend jaar en wat we eventueel moeten sparen voor toekomstige investeringen. De rest kunt u weggeven. Als u volgende week niet naar de kerk kunt komen, dan kunt u via de bank geld overmaken. Daarmee zult u een schat in de hemel bezitten. Alles wat we prijsgeven omwille van Jezus en de Blijde Boodschap, dat ontvangen we honderdvoudig terug. Daar kan geen bank tegenop, geen belegger in onroerend goed, zelfs geen aandelenmaatschappij of speculant.
Wat een vreugde zullen we in ons leven ervaren als we die stap durven te zetten.