.

preek 12e zondag van het jaar C

PREEK VAN DE WEEK     12e  ZONDAG  JAAR C 22/23 juni 2013 Bergschenhoek Berkel

 

LEZINGEN:                            EERSTE LEZING:  Galaten 3,26-29                                                   EVANGELIE: Lucas 9,18-24

 

WELKOMSTWOORD

 

Vorige week zijn de uitslagen van de eindexamens bekend geworden. Zijn er toevallig geslaagden in de kerk? Even hand opsteken. Het was dit jaar natuurlijk extra lang spannend om op de uitslag te wachten wegens de fraudezaak.

Geslaagd wil niet zeggen dat je uitgeleerd bent. Naast taal, sommen en wetenschappelijke kennis moeten we leren leven. En leren leven doe je je hele leven lang. Dat doe je vooral in de praktijk. Levenservaring opdoen. De rector van mijn priesteropleiding zei ooit: de studie is maar 50% van je vorming, de praktijk is de andere 50%.

Vaak overkomt ons lijden. Daar worden we ook wijzere mensen van. We gaan het wezenlijke zien en bijzaken relativeren.

En vaak leren we van onze fouten. We kennen de uitdrukking: door schade en schande wijs worden.

Schade en schande kunnen in ons schuldgevoelens oproepen. Laten we daarom nu een gebed om vergeving bidden.

 

PREEK

 

Zusters en broeders in het geloof,

 

Het is helaas dit eerste zomerweekend weer geen zomers weer. 16 graden en bewolkt. Maar achter de wolken schijnt altijd de zon. Ook al zien we ‘m niet, we weten het en moeten er in blijven geloven.

 

Er zijn mensen die zien het leven altijd van de negatieve kant. Die zien alleen wat er fout is.

Ja, iets dat niet goed is valt eerder op dan iets dat wel goed is. Een vuile ruit zie je eerder dan een schone.

Het is de kunst om juist het goede te gaan zien.

Je kunt van een half gevuld glas zeggen: het is al half leeg, maar je kunt ook zeggen: het is half vol. Alleen Herman Finkers heeft er een afkeer van het zo te zien als hij op de helft is van het leegdrinken van een glas met een vies medicijndrankje.

 

Pessimistische mensen, doemdenkers, fatalisten, die staan als het ware met hun rug naar de zon en zien alleen de schaduw in het leven. Draai je om, bekeer je. Alleen de optimisten zullen overleven, zegt Phil Bosmans.

De bisschoppen schreven het ook eens in hun Pinksterbrief: fatalisme komt in het woordenboek van de H.Geest niet voor. De fatalist blust de Heilige Geest uit.

 

Ik geloof zelfs dat mensen die cynisch zijn, fatalistisch of pessimistisch, het noodlot aantrekken. Ik heb een gezin gekend dat heel wantrouwend was. In de ogen van de moeder was niemand goed. Op iedereen had ze kritiek. Het gevolg was dat ze iedereen afstootte. Haar man liep weg. Bij de sociale dienst en allerlei hulpverleningsorganisaties stuitte ze altijd op heel veel weerstand. Ze zagen haar liever gaan dan komen. Zelfs de schilders, loodgieters, elektriciens en dergelijke lui hadden er een hekel aan bij haar te moeten werken, met als gevolg dat ze wel eens op zich lieten wachten. De kinderen kregen problemen op school en tot overmaat van ramp kregen die kinderen het ene ongeluk na het andere. De jongste kreeg een ongeluk met de brommer, brak zijn been, moest met de taxi naar school en vervolgens kreeg de taxi een ongeluk waarbij zijn genezend been weer een klap kreeg. Maar toen ik hem eens tegenkwam en  belangstellend informeerde naar zijn toestand draaide hij zich om en keek me niet aan. Ik kreeg verschrikkelijk veel medelijden met hem want met zo’n houding sluit je je af voor het geluk. Hij zal in zijn leven nog heel wat moeilijkheden tegengekomen zijn als hij niet veranderd is.

 

We mogen het niet omkeren, we mogen niet zeggen dat het lijden een teken is van een negatieve levenshouding. Het ongeluk treft ook goede mensen. Voorspoed is geen bewijs van goed gedrag, ongeluk geen bewijs van zonde.

De vraag is alleen: hoe reageren we op lijden en tegenslag. Een positief mens blijft hopen, verwachten, hulp zoeken, vooruitzien, geloven. Een positief iemand die wordt door lijden wijzer en rijper. Een negatief mens gaat wanhopen, afwachten, vereenzamen en laat zijn geloof vallen. Ja, sommige mensen verliezen door ziekte en lijden hun geloof. Zij zeggen: “Als God zo machtig is, waarom grijpt Hij dan niet in? Waarom laat Hij het kwaad dan toe?”

Andere mensen worden door ziekte, tegenslag en ongeluk juist gelovig. Want zij worden door alles heen wijzere mensen. Zij gaan inzien dat je het leven niet in de hand hebt. Zij gaan inzien dat het leven gegeven is. Zij gaan inzien dat we zelf maar een klein stukje kwetsbare sterfelijke natuur zijn. Zij zoeken hulp bij God. Zij worden rijpere mensen. Zij gaan inzien wat echt belangrijk is in het leven en wat van geen belang is. Zij worden mensen met levenswijsheid en levenservaring. En in nood leer je je ware vrienden kennen.

 

Zoiets zien we ook in het evangelie. Als Jezus succes heeft, dan willen de apostelen Hem wel volgen. Dan geloven ze in Hem. Ze noemen Hem Johannes de Doper, Elia, een profeet die is opgestaan. Petrus durft Hem zelfs de Gezalfde van God te noemen. Dat verwijst naar koninklijke ambities. Maar zo gauw Jezus gaat spreken over zijn lijden, dan kan Petrus Hem niet meer volgen. Dat zien we later in de Hof van Olijven. Petrus laat Hem in de steek. In het lijden kan hij God niet herkennen. Maar uiteindelijk, na spijt en berouw over zijn verloochening van Jezus komt hij er toch door heen en wordt de sterke eerste leider van de kerk. Dan is Hij sterk genoeg om zijn kruis op te nemen en zijn leven te geven voor Jezus.

 

Jezus zegt: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en door elke dag opnieuw zijn kruis op te nemen.”.

 

Als we kijken naar Jezus dan zien we dat het lijden Hem niet breekt: op zijn kruisweg heeft Hij nog oog voor huilende vrouwen, terwijl Hij aan het kruis geslagen wordt bidt Hij voor die wrede soldaten. Aan het kruis denkt Hij aan zijn moeder, aan Johannes, aan de rouwmoedige moordenaar naast Hem. Het lijden heeft Jezus’ Geest niet gebroken. Integendeel, daar aan het kruis heeft Hij ons het meeste liefgehad.

 

Iedereen krijgt wel eens tegenslag in zijn leven. De vraag is alleen: hoe gaan we er mee om? Hoe verwerk je het?

Ik heb eens de spreuk gelezen: “Het succes van de geslaagden begint daar waar anderen de moed opgaven”. Met geslaagden worden niet de scholieren bedoeld die vorige week geslaagd zijn, maar mensen die succes in het leven hebben. Zij hebben allemaal wel eens een crisis doorgemaakt, maar zijn daar goed doorgekomen. Voor scholieren gold het ook: wie de moed opgaf en niet meer leerde is zeker niet geslaagd. Zij die net met de hakken over de sloot geslaagd zijn hebben wel eens door de zure appel heen moeten bijten. Op moeilijke momenten doorzetten. Daar gaat het om.

 

De Engelse staatsman en schrijver Lytton heeft gezegd: “De mens moet teleurgesteld worden in de kleine dingen des levens eer hij de volle waarde der grotere kan beseffen.”

Shakespeare zei: “Laat mij deze bittere tegenspoed omhelzen, want wijzen noemen dit de wijste weg”.

Catharina van Siena zei: “Voor een moedige man, zijn geluk en pech als zijn rechter en zijn linkerhand: Hij gebruikt ze beide”.

Een spreekwoord in India luidt: ´Men struikelt niet over een berg, maar over een steen”.

 

Tot zover al deze levenswijsheid. En wie het nog niet begrepen heeft die moet maar door schade en schande wijs worden.