.

PRAATJES VULLEN GEEN GAATJES

PREEK   5e vastenzondag jaarcyclus B  2024 Moordrecht, Reeuwijk, Waddinxveen

LEZINGEN: Jer.31,31-34;  Hebr.5,7-9 en Joh.12,20-33 Thema: praatjes vullen geen gaatjes in de ziel.

 

PREEK: PRAATJES VULLEN GEEN GAATJES

 

We leven in de tijd van de communicatiemedia: mobieltjes, internet, radio en Tv met vele praatprogramma’s. Enquêtes, politieke discussies, demonstraties, vrije meningsuiting. Het gaat vaak over maatschappelijke problemen en de vraag hoe we de samenleving rechtvaardig kunnen inrichten. We zitten met vele vragen: wat is de waarheid? Hoe moeten we leven? Hoe ver mag de vrijheid van de individuele mens gaan? Welke kerk of godsdienst heeft de waarheid? Welk land in oorlog is schuldig en welke land of volk ik slachtoffer en moeten wij verdedigen?

 

Ondanks alle communicatiemiddelen zijn er toch veel mensen die niet meer met elkaar kunnen of willen praten. Ze spreken op een verschillende golflengte. Ze verstaan elkaar niet. Ze praten langs elkaar heen. Hoe komt dat? Weet u het, dan weet ik ‘t.

Een paar oorzaken zijn misschien:

– gerichtheid op de materie, op geld en bezit, status en aanzien

– gerichtheid op een territorium en macht

– het niet kunnen beheersen van eigen gevoelens of verlangens

– denken zelf de waarheid te hebben en die aan anderen willen opleggen.

– een grote kennis van wetten en regels waarmee we anderen de maat nemen en veroordelen

 

– Een discussie over het geloof en nog meer over de kerk is voor sommige mensen juist een masker om ongeloof te verbergen of om zich niet met de kerk of medemens te hoeven engageren.

 

– Vermoedelijk is dat ook het geval bij de Grieken die Jezus willen spreken. Grieken stonden in die tijd symbool voor filosofen. Ze vonden het heerlijk eindeloos te discussiëren en bomen op te zetten over wijsheid, metafysica en maatschappij. Daarom komen ze op Jezus af. Ze hebben het idee dat Jezus een grote wijze is, een filosoof en politicus. Dat kan een leuke discussie worden.

 

– Maar praatjes vullen geen gaatjes.

– En Jezus gaat er daarom gewoon niet op in.

– Hij staat voor iets dat, zou je kunnen zeggen, juist het tegenovergestelde is van een vrijblijvende discussie: Hij staat voor een beslissend moment in zijn leven. Hij wil zijn leven geven voor vrede en verzoening van de mensen met elkaar en met God.

 

– Jezus gebruikt daar een beeld voor dat dit weekend vlak voor het ingaan van de lente heel actueel is: we gaan weer zaaien in onze tuin en op het land. Jezus zegt: “Als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.”

 

Hij zegt dan: “het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt”. Dat is wat anders dan de strijdkreet “wij zullen winnen”, die je in de oorlog hoort uit de mond van een machthebber die zijn onderdanen de dood injaagt: Jezus zegt bijna hetzelfde, maar Hij doet het tegenovergestelde: Hij gaat zijn eigen leven geven. Hij zal als een graankorrel in de aarde vallen om nieuw leven voort te brengen. Zijn verheerlijking is geen overmeestering van de vijand, maar een overwinning op het kwaad in de mens.

 

In het evangelie van vandaag lezen we dat Jezus zegt: “Mijn ziel is ontroerd. Wat moet ik zeggen: Vader redt Mij uit dit uur?” Menselijke gevoelens waren Hem niet vreemd. Het eerste wat bij Hem opkomt is toch een afkeer van het lijden. Maar dan zegt Hij: “Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader verheerlijk uw Naam”.

In de Hof van Olijven bidt Hij ook, uit menselijke gevoelens van angst en pijn: “Heer, laat deze kelk aan Mij voorbijgaan”. Maar direct daarop zegt Hij vanuit die geleerde gehoorzaamheid: “Maar niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”.

 

Het lijden, beste mensen, …… we worden er zoveel mee geconfronteerd. Ziekte, ongelukken, ziekte, corona, eenzaamheid, werkeloosheid, zinloosheid, depressies, dood, angst, ruzie, scheiding, geweld ….. Hoe gaan we er mee om? Bekijken we het op tv met een pilsje in de hand? Blijven we op afstand van mensen die lijden? Door de tv. kunnen we afgestompt raken voor het lijden van anderen.

Aan het vele lijden in de grote wereld kunnen we niet veel meer doen dan naar vermogen geld geven, bijvoorbeeld in de vastenactie, voor landbouwontwikkeling in arme landen zoals Zimbabwe.

 

Door het evangelie kunnen we juist oog krijgen voor het lijden in eigen omgeving, van mensen in eigen buurt of kennissenkring. En daar kunnen we wel wat aan doen. Door medeleven te tonen, een bezoekje, een kaartje, een telefoontje, een mailtje. Door hulp te bieden. Door ons in te zetten voor plaatselijke verenigingen of politiek.

 

In de eerste lezing werd het al voorspeld: “eens zal God zijn wet in ons binnenste leggen en in ons hart griffen.” Die wet is de wet van de liefde, het grote gebod: “Gij zult de naaste liefhebben als u zelf”. Dan gaan we niet met de ander in discussie. Dan zegt het soms meer om gewoon stil aan een ziekbed te zitten., met een ander te huilen, een arm om iemand heen te slaan.

 

De komende weken gaan we weer horen en zien hoe Jezus met het lijden omging. Jezus zegt: “Wil iemand Mij dienen, dan moet hij Mij volgen. Waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn”. Met die uitnodiging gaan we de lijdenstijd in.

 

Maar Paulus besluit de Hebreeënbrief met: “Jezus is voor allen die Hem gehoorzamen oorzaak geworden van eeuwig heil”. Het lijden is een weg, een doorgang, een “pascha”, een pasen naar het uiteindelijk levensgeluk.

 

Winfried Kuipers