PALMZONDAG 2015 Bergschenhoek, Pijnacker en Nootdorp
INLEIDING (op viering of Woorddienst)
Een piloot die bij een zelfmoord 150 andere mensen de dood injaagt: hoe is dat mogelijk? Een piloot die al zoveel mensen op hun bestemming heeft gebracht. Een piloot met een goede intelligentie, een goede opleiding, een goed salaris, een goed thuis, een goed naam, een goede nationaliteit van een welvarend land, een baan waar hij altijd van gedroomd had. Is hij bezeten van een kwade geest?
Een jood die Jezus verraadt en zelfmoord pleegt: hoe was dat mogelijk? 3 Jaar mocht hij op trekken met de meest heilige mens uit de hele mensengeschiedenis. Een man die de wonderen van Jezus heeft gezien, de verhalen heeft gehoord over vergeving en barmhartigheid, de toespraken van Jezus over Gods liefde en over naastenliefde, vriendschap, gelijkheid en respect, een man die de voorbeelden heeft gezien van dienstbaarheid, door Jezus zelf geroepen was om een goddelijke zending in deze wereld te vervullen, Judas, verraadt zijn meester voor geld en pleegt ook zelfmoord. Hoe was dat mogelijk?
Een volk dat zondags met palmtakken staat te juichen om Jezus tot koning uit te roepen en 5 dagen later schreeuwt: “Kruisig Hem, kruisig Hem”, hoe is dat mogelijk?
Met deze vragen gaan we de Goede Week in.
Laten we luisteren naar de verhalen van toen en op zoek gaan naar antwoorden op de vragen die ze oproepen.
PREEK
Hoe kan God het lijden toelaten? Hoe kan God toezien dat een klas onschuldige kinderen verongelukt na een schoolreis naar Barcelona? Hoe kan God toelaten dat een dorp in Nigeria door Boko Haram wordt uitgemoord? Hoe kan God toezien dat Isis ongestraft koptische christenen onthoofdt? Hoe kon God toelaten dat Hitler miljoenen joden, christenen, priesters en religieuzen in concentratiekampen liet verhongeren en vergaste?
Hoe kon God toelaten dat zijn eigen Zoon gekruisigd wordt?
Ik heb er geen antwoord op. Ik heb alleen een verhaal gelezen dat mij aan het denken heeft gezet:
In de tweede wereldoorlog werd er eens een onschuldige ter dood veroordeeld en aan de galg gehangen. Er waren veel omstanders. Ze wisten dat deze man onschuldig was. Op het moment dat het vonnis voltrokken werd riep iemand uit het publiek wanhopig: “Waar is God nu? Waar is God nu?” Toen riep een ander: “Daar, daar aan de galg, daar hangt Hij.”
Dit verhaal en het lijdensverhaal van Jezus maken mij duidelijk dat God niet almachtig is, maar juist machteloos staat tegenover het kwaad in de wereld.
Hij is mens geworden om ons menselijk lijden te delen. Om bij en in de gemartelde, zieke, lijdende en stervende mens te zijn. Hij staat niet boven, buiten of tegenover de lijdende mens, maar is in hem.
En door de lijdende en stervende mens doet God een beroep op onze solidariteit, ons medelijden, op onze dienstbaarheid aan de lijdende en stervende mens. God vraagt ons om net als Maria en Johannes onder het kruis te blijven staan …. tot alles is volbracht.