.

paaspreek 2017: Er is hoop

PAASPREEK 2017

Hoopvolle paasvierders,

Ik ben opgegroeid in de jaren 60 van de vorige eeuw. Dat was een heel bijzondere tijd. Kort na de tweede wereldoorlog was het een tijd van hoop en verwachting. Nooit meer oorlog was de leus. Massaal werd er geprotesteerd tegen de kernwapens. Het waren de jaren van emancipatie, vernieuwing en verandering. De oecumene bloeide en de christelijke kerken zouden spoedig één worden. Katholieken leerden respect te hebben voor andere godsdiensten en niet-gelovigen. Zelfs de parochies werden democratisch met gekozen parochievergaderingen. Medische vooruitgang, de ruimtevaart, snelle technische ontwikkelingen. Nivellering van de inkomens, cao’s, aow en sociale zekerheid werden opgebouwd; iedereen kon auto rijden en er waren alleen files op zonnige dagen naar het strand. Er werd veel gedaan aan ontwikkelingshulp. De armoede en epidemieën zouden spoedig uit de wereld geholpen zijn. De apartheid in Zuid-Afrika werd afgeschaft. Er kwam een einde aan kolonialisme. Dictaturen in Midden- en Zuid-Amerika vielen. De Verenigde Naties en een Verenigd Europa gaven hoop op een nieuwe wereld.

Er waren alleen problemen met de Palestijnen die vliegtuigen kaapten. En er was spanning tussen Amerika en de Sovjetunie en het Oostblok. Maar toen in 1989 de Berlijnse muur viel, was er gegronde hoop dat dit millennium een millennium zou worden van wereldvrede en goed leven voor alle mensen. Het 1000-jarig vrederijk dat op het eind van de bijbel voorspeld wordt.

Zo keek ik in het jaar 2000 in ieder geval tegen de toekomst aan. Maar die hoop werd al in het jaar 2001 de grond ingeboord door de aanslagen op het World Trade Center in New York.

En nu: is er nog reden tot hoop? Bijna wekelijks worden er nu aanslagen gepleegd. In Noord-Afrika en het Midden Oosten woeden heftige burgeroorlogen met wrede genociden. Vele dieren worden met uitsterven bedreigd, de regenwouden worden gekapt, de oceanen en de lucht vervuild. De opwarming van de aarde bedreigt onze planeet. Eindeloze files in de dagelijkse spits. Het journaal overspoelt ons dagelijks met alle ellende, natuurrampen, ongelukken, politieke conflicten en fraude die er elders in de wereld gebeuren. De vele migranten en asielzoekers drijven onder invloed van bepaalde populistische politici een wig in onze bevolking: we raken verdeeld in een bevolkingsdeel dat onze rijkdom en welvaart voor zichzelf wil houden en een deel van de bevolking dat bereid is mensen in nood op te vangen en te laten delen in de welvaart die wij van de vorige generaties geërfd hebben. Hopelijk horen wij als christenen tot deze laatste groep.

Het verenigd Europa brokkelt weer af, de nieuwe Amerikaanse president wil de leidende rol van Amerika in de wereld weer terug ten koste van alle internationale afspraken en instituten, overal worden weer Berlijnse muren en grensafzettingen gebouwd en de christelijke en sociale waarden worden overal uit de wetgeving geschrapt. Individualisme, privacy en wantrouwen vieren hoogtij. Alles moet beveiligd worden met camera’s, wachtwoorden en politie. Er is steeds minder geld voor ontwikkelingshulp en er wordt weer meer geld in defensie gestoken.

Is er nog hoop? Is er nog reden tot hoop?

Ja, toch wel. Want er zijn nog christenen en mensen van goede wil. Zij worden veel minder in beeld gebracht dan de criminelen, de corrupte politici, de extremisten en de terroristen, maar ze zijn er nog.

Via mijn internetpastoraat krijg ik wekelijks vragen van mensen hoe ze katholiek kunnen worden. Elk jaar zijn er tientallen mensen in ons bisdom die toetreden tot de kerk. Ook in onze parochie mogen we jaarlijks een aantal volwassen dopen of vormen (zoals nu vanavond Guido Verweij).

Natuurlijk is er hoop. Want de verrezen Heer heeft bij zijn hemelvaart gezegd tot zijn leerlingen van wie sommigen ook twijfelden: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hun te onderhouden wat Ik u bevolen heb.”

En dan het belangrijkste, de laatste woorden die hij volgens Mattheus hier op aarde gezegd heeft: “Ziet, Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld”. (Mt. 28,18-20)

Jezus bracht nieuwe hoop voor Maria Magdalena en die andere Maria, voor al zijn leerlingen die in Jeruzalem verbleven.

Hierbij moeten we wel bedenken dat die leerlingen die Jezus na zijn verrijzenis zagen, eerst door een hel zijn gegaan. Ook Jezus heeft eerst geleden en is gestorven.

 

Zijn macht heeft Hij niet gebruikt om het lijden te voorkomen. Zijn macht heeft Hij niet gebruikt om zijn vijanden te doden of onschadelijk te maken voordat ze kwaad konden doen. Jezus is ook niet uit het lijden opgestaan, Hij heeft zich niet losgewrongen uit handen van zijn tegenstanders, Hij is niet wonderbaarlijk ontsnapt uit zijn gevangenschap in het paleis van Pilatus of van het kruis gekomen zoals een cynische moordenaar naast Hem graag had gezien. Nee, Jezus heeft het lijden tot aan de dood moeten doorstaan. Hij is pas op de derde dag na zijn dood verrezen.

Daarna is Hij verschenen aan vrouwen die naar zijn graf kwamen. En ook de andere leerlingen kregen de opdracht naar Galilea te gaan om daar Jezus te zien. Ze moesten allemaal een stap zetten om nieuwe hoop te krijgen. Een stap in het geloof.

Jezus is alleen aan zijn leerlingen verschenen. Hij heeft zich niet meer laten zien aan zijn vijanden, aan de machthebbers, de hogepriesters, de ongelovigen.

Onze hoop moet daarom niet gebaseerd zijn op machthebbers, op politici, op wetenschappers en uitvinders. Macht wordt zo vaak gebruikt voor eigenbelang en zelfverrijking. Alle medische en technische ontwikkelingen kunnen ook misbruikt worden om het menselijk leven te vernietigen en de schepping te beschadigen.

Onze hoop moet gebaseerd zijn op de verrezen Heer, die in kleine, oprechte, eerlijke, onopvallende en eenvoudige mensen leeft en ons tegemoet komt. De verrezen Heer bezielt met zijn Heilige Geest gewone mensen, kinderen, zieken, ouderen, daklozen, asielzoekers, u en mij. Wij zijn het die de wereld weer hoop moeten geven. Niet andersom.

Ik las in een boek van kardinaal Danneels vandaag/gisteren de volgende gedachte bij Stille Zaterdag:

“Nu ligt er duisternis over het hart van ieder die Jezus liefheeft: wij delen in zijn duisternis. Het beste wat je dan kunt doen is samen met Hem stil zijn, samen met hem waken tot de nieuwe morgen. En de hoop niet opgeven: in geen enkele situatie waarin het donker is als in een graf. God laat niets verloren gaan. Wij mogen geloven en hopen dat Hij Jezus nieuw leven geeft en daarmee ook ons. Van daaruit kunnen wij ook hoop en troost worden voor de wereld, voor de mensen die ons omringen. … Wat Hij heeft beloofd, volbrengt Hij ook: het is tijd om te leven!”.

 

Alleluia.