SAAMHORIGHEID OF PRIVACY?
Op allerlei accounts van de social media wordt gevraagd een profiel van jezelf op te stellen: naam, adres, hobby’s, interesses, opleiding, werk, foto’s, etc. Het is de bedoeling mensen met elkaar in contact te brengen, dichter bij elkaar te brengen. Het woord ‘social’ zegt het al. Daartegenover staat de tendens om mensen tot anonieme individuen te maken: de nieuwe privacywetten (Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)) gaan het voor verenigingen en kerken heel moeilijk maken om de saamhorigheid en solidariteit in onze samenleving vorm te geven. Een juf mag geen klassefoto of foto van de sportdag meer op de website van de school zetten alvorens alle ouders van kinderen die erop staan, toestemming gevraagd te hebben. Stonden vroeger nog namen, adressen en telefoonnummers van de bewoners in de gemeentegids, in de laatste gids staan alleen nog bedrijven, organisaties en servicenummers. In mijn vorige woonplaats stelde een bedrijf 20 kerstpakketten beschikbaar voor asielzoekers, maar de gemeente weigerde adressen te geven van de asielzoekers. Bij mijn vorige sportclub kregen we jaarlijks een ledenlijst (een ‘smoelenboek’) compleet met pasfoto’s, namen, adressen en telefoonnummers zodat ik altijd iemand kon vinden om mee te spelen. Bij mijn huidige sportclub mag ik niet weten wie er lid zijn.
In de jonge geloofsgemeenschap na de hemelvaart van Jezus was dat totaal anders: er was een enorme saamhorigheid en solidariteit: in het bijbelboek Handelingen van de Apostelen lezen we dat de leerlingen van Jezus van de Olijfberg waar Jezus ten hemel was opgenomen, terugkeerden naar Jeruzalem en in de zaal van het Laatste Avondmaal bij elkaar bleven. Lukas noemt dan alle namen van de apostelen en schrijft erbij: “zij allen bleven eensgezind volharden in het gebed samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en met zijn broeders”. (Handelingen 1,12-14.) In de 10 dagen tot Pinksteren zullen ze veel met elkaar gepraat hebben. Ze hebben hun ervaringen met Jezus natuurlijk uitgewisseld. Maria heeft toen misschien de geboorte- en jeugdverhalen van Jezus aan de evangelisten verteld. Ze zullen veel samen gebeden hebben om de heilige Geest en elkaar goed hebben leren kennen.
Op de eerste Pinksterdag komen er dan 3000 dopelingen bij: voor een groot deel buitenlanders “afkomstig uit alle volkeren onder de hemel”, die de apostelen in hun eigen taal hoorden spreken. “Zij bleven trouw aan het gemeenschappelijk leven en gebed, .. ze waren allen eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk; bezittingen en goederen werden naar ieders behoefte onder elkaar verdeeld, .. , ze genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart.. “(Handelingen 2, 42-46). “De menigte die het geloof had aangenomen, was één van hart en ziel, … er was geen enkele noodlijdende onder hen”. (Hand.4,32-35).
Hier ligt een belangrijke taak voor elke geloofsgemeenschap in deze geïndividualiseerde maatschappij met een doorgeschoten privacywetgeving, waarin velen vereenzamen en niet meer gekend worden: de kerk wil mensen met elkaar verbinden, gemeenschap vormen, saamhorigheid en solidariteit bevorderen. Mensen laten voelen dat ze geliefd worden door God en erbij mogen horen. Misschien wel de belangrijkste opdracht van de kerk in deze tijd.