Maria, voorbeeld voor de geloofsgemeenschap

Maria, voorbeeld voor de geloofsgemeenschap

PREEK MARIA TEN HEMELOPNEMING 2021

 

Heeft u wat gezien van de olympische spelen? Ik niet veel, want ik was op vakantie. Toch wil ik er iets over zeggen omdat ik een overeenkomst zie tussen die spelen en het feest dat we vandaag vieren. Maar ook grote verschillen.

 

De Olympische spelen zijn voor alle volkeren. De Vrouw uit de Apocalyps bracht een zoon ter wereld die alle volken zou weiden.

De Olympische spelen werden bedreigd door het Covidvirus. Daarom werden er geen buitenlandse supporters toegelaten. De Vrouw en het kind werden bedreigd door een draak die het kind wilde verslinden.

 

Het grote verschil is: op de Olympische spelen gaat het om prestaties. Bij Maria niet. Bij haar ging het om dienstbaarheid, gastvrijheid, openheid voor God.

 

Welk beeld geeft de bijbel ons van Maria?

  • Maria is een dienstbare behulpzame vrouw: ze gaat naar haar nicht Elisabeth die zwanger is.
  • maar hier speelt ook iets anders mee: zij wil het teken zien dat de engel haar meldde, het teken dat God haar zou geven als bewijs dat ze zelf op onnatuurlijke wijze in verwachting was. Daarom reisde ze met spoed.
  • boven de familieband uit groeit een stukje geloofsgemeenschap: Elisabeth werd vervuld met de H.Geest. Ze geloven beiden in Gods wonderwerken. Er ontstaat als het ware een stukje kerkgemeenschap onder deze vrouwen.
  • Ook Jezus is aanwezig, maar nog onzichtbaar. “Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn, ben Ik in hun midden”, zo zei Hij later zelf.

 

  • vergelijk de doop: het is een meestal een familiegebeuren, maar tegelijkertijd is er meer: er ontstaat een stukje kerk. Het kind wordt door de doop opgenomen in de geloofsgemeenschap die dus op dat moment uitgebreid wordt.

 

  • Daarom vraagt de kerk om een peter en meter: zij zijn bij de doop de vertegenwoordigers van de kerk, de geloofsgemeenschap. Peters en meters moeten dus ook gedoopt en gelovig zijn. Wie geen lid is van de club kan de club natuurlijk ook niet vertegenwoordigen.

 

  • De aanwezigen bij een geboorte of doop staan verwonderd over het nieuwe leven en zien Gods werk er in: het kind is een geschenk van God.
  • Zo ziet Maria dat ook. Maria wimpelt de lof van Elisabeth af en verwijst naar God: “Mijn hart prijst hoog de Heer. Van vreugde juicht mijn geest om God.”
  • Allereerst prijst ze God om haar persoonlijke begenadiging. Maar daarbij blijft ze niet stilstaan. God, Jezus en de kerk zijn niet tevreden met een grote mate van persoonlijke vroomheid. En hier komen we aan de kern van het evangelie. Het spreekt van een diepgaande religieuze ervaring die ook voor anderen, ja, voor alle volkeren, grote gevolgen zal hebben. In vers 48 zegt Maria dat God heeft omgezien naar de ellende van zijn dienares. Met dienares bedoelt ze niet haar eigen persoontje, maar haar volk. Zelf zat ze niet in de ellende. Ze was jong en had een vriend. Ze kon dromen van een mooie toekomst. Maar haar volk verkeerde in grote nood en zag uit naar een Messias, een Redder en Bevrijder. Maria was een echte joodse vrouw, verbonden met haar volk. Geen individualistische gelovige die haar geloof voor zichzelf hield.

 

  • Maria jubelt omdat God de bestaande verhoudingen omkeert. “machtigen haalt Hij omlaag van hun troon en eenvoudigen brengt Hij tot aanzien”, zingt zij. Zij ziet haar ervaring als een nieuw begin, niet alleen privé, maar voor de hele gemeenschap.

 

  • Maria was heel sterk met haar volk verbonden, een vrouw dus die het lot van haar volk geheel onderging: de bedreigingen van wereldse machten en de hoop op God. We weten dat Herodes geprobeerd heeft het kind te doden en dat Maria naar Egypte moest vluchten.

 

  • Nu gaan weer veel Afghanen op de vlucht voor de Taliban. In die vluchtelingen mogen we Jezus zien, die moest vluchten voor Herodes.
  • En een andere vergelijking, met de actualiteit van ons land: Maria zou zich, denk ik, wel hebben laten vaccineren. Niet voor haar eigen veiligheid, maar voor haar volk.

 

  • Maria beschermde niet alleen haar kind, maar ook Gods werk.
  • Maria moeten we dus zien als een beeld van de kerk. De taken die zij in dit leven had, heeft de kerk ook. Het lot dat zij onderging, ondergaat ook de kerk.
  • De kerk moet net als Maria proberen de natuurlijke familie- en vriendschapsbanden te overstijgen en een gemeenschap te zijn waarin God zijn wonderwerken kan verrichten en waarin mensen vanwege hun geloof met elkaar verbonden zijn.
  • De kerk zal het door God geschapen leven beschermen, met name het kleine kwetsbare leven, te beginnen bij het ongeboren leven. De kerk zal kleine, geringe en machteloze mensen terzijde staan en verheffen. De kerk zal de machtigen weerstaan en de rijken tot delen brengen.
  • De kerk zal door alle tijden heen vervolgd worden, dan hier, dan daar. Zij zal dan moeten vluchten naar de woestijn, dat wil zeggen een ondergronds bestaan moeten leiden. In China, worden christenen vervolgd, gevangen gehouden en bedreigd, ook priesters en bisschoppen. In Korea is het geloof in Christus verboden. Alleen voor buitenlandse diplomaten is er 1 katholieke kerk in Pyongyang.

 

  • Terwijl wij nog in zorgen, angst, nood en bedreiging leven op deze aarde, is Mariaknipoogt  . In de oecumenische Focolarebeweging, waar ik lid van ben, zeggen we: we moeten een Maria zijn in deze tijd. We moeten Jezus aan de wereld geven door de Wil van God te doen. De Focolarebeweging heet daarom officieel Het Werk van Maria. Laten wij leven zoals Maria. Dan zal de wereld Gods werk zien.