.

Maria en de reformatie

PREEK oecumenische viering Gereformeerde Kerk 2e zondag door het jaar 2016 Bergschenhoek

THEMA: MARIA EN DE REFORMATIE

LEZINGEN: Jesaja 62,1-5 en Johannes 2,1-11

Zusters en broeders in het christelijk geloof,

• de lezingen van vandaag gaan over het huwelijk. Het huwelijk van God met de mensheid. In Jesaja is het joodse volk de bruid.
• In het evangelie gaat het ook over het huwelijk. Over een bruiloft. Bruid en bruidegom worden echter niet met name genoemd. Johannes stelt andere personen centraal. Met dit verhaal wil hij duidelijk maken dat er een nieuw huwelijksverbond gesloten wordt. Een huwelijk tussen God en het nieuwe volk Gods, de kerk van Jezus Christus dat alle volken omvat. Jezus openbaart in dit verhaal zijn goddelijke zending door zijn eerste wonderteken te doen. Hij is als het ware de ambtenaar van de burgerlijke stand dat dit huwelijk sluit. De kerk zelf is de bruid van God.
• Het volgend opvallend detail is dat Maria eerst genoemd wordt, niet met name, maar als moeder van Jezus. Daarna noemt Johannes pas Jezus en zijn leerlingen. Maria speelt dus een belangrijke rol bij de sluiting van het nieuwe huwelijksverbond tussen God en de kerk.
• Welke rol dan? Maria heeft als eerste in de gaten dat de wijn op is. Zij leeft mee met het wel en wee van haar medemensen. Zij gaat de zaak niet zelf oplossen. Ze gaat naar Jezus toe. Weer noemt Johannes niet haar naam, maar zegt hij: de moeder van Jezus. Maria brengt de nood van de mensen bij Jezus. Maria heeft alleen betekenis voor ons in haar relatie met Jezus.
• Dan het volgende opvallende detail: Jezus spreekt haar ook niet met haar naam aan en ook niet met moeder, maar met “vrouw”: “vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen”. Hier worden twee dingen duidelijk: Jezus is geen kind meer van zijn moeder. Hij is volwassen geworden. De tijd dat Hij aan zijn ouders onderdanig was, zoals na de terugvinding in de tempel, die tijd is voorbij.
• Maar Hij wil ook nog niet in de openbaarheid treden: “Mijn uur is nog niet gekomen”. Punt uit. Hij wil nog langer een verborgen leven lijden en zichzelf nog niet als de Zoon van God openbaren. De tijd is nog niet rijp.
• Maar dan gebeurt er iets wonderlijks: Maria zegt tegen de bedienden: “Doet maar wat Hij u zeggen zal”. Maria laat zich niet uit het veld slaan. Zij is kennelijk op de hoogte van Jezus zending en van zijn wondermacht. Maria treedt niet meer op als moeder, maar als gelovige. Zij bemiddelt tussen de mens en God. Zij verwijst haar medemensen naar Jezus. Zij gelooft in Jezus en de mensen moeten ook op Hem vertrouwen. “Doet maar wat Hij u zeggen zal”. Zo’n groot geloof en vertrouwen kan Jezus niet onbeantwoord laten. Hij doet dan toch zijn eerste wonder. Johannes zegt : “Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid”. Dus toch. Dankzij Maria, een gelovige vrouw.
• eigen ervaring met mijn moeder
• Maria is bij de bruiloft van Kana dus de middelares. Zij is de eerste gelovige, de eerste christin. En daarin is Maria dus ons voorbeeld. Wij moeten zijn zoals Maria: gelovig, vertrouwend, open voor Gods woord, bereid elkaar naar Jezus te verwijzen en te doen wat Jezus ons zeggen zal. Maria verwijst de mensen naar Jezus de Verlosser. Dat is haar taak.

• Vandaag begint de bidweek voor de eenheid van de christenen. De persoon van Maria is altijd één van de verschilpunten geweest tussen de katholieke en de protestantse kerk. En dat is eigenlijk heel vreemd. Want Maria past eigenlijk nog beter bij de protestantse kerkopvatting dan bij de katholieke. Waarom? De reformatie heeft drie uitgangspunten:
• Sola Sriptura: alleen wat in de bijbel staat is van belang. Maria is een zeer belangrijk bijbels figuur. Maria komt steeds weer terug in Jezus’ leven. Zij stond bijvoorbeeld onder het kruis terwijl de meeste mannen, zoals Petrus, die katholieken als eerste paus zien, gevlucht waren. Jezus zegt daar weer: “Vrouw, zie daar uw Zoon en tot Johannes: zie daar uw moeder”. Katholieken zien daarin een aanstelling van Maria als moeder van de christengemeenschap, van de kerk. Maria bleef met de volgelingen van Jezus in gebed in de zaal van het Laatste Avondmaal tot Pinksteren aanbrak.. Toen daalde de Geest neer over Maria en de apostelen.
• Het tweede principe van de reformatie is Sola Gratia: alleen de genade telt. Maria was als geen ander begenadigd. De engel Gabriel sprak al tot haar: “Wees gegroet Maria, vol van genade. Gij hebt genade gevonden bij God”.
• Het derde uitgangspunt: Sola Fide: alleen het geloof geldt, niet de werken. Ik heb net uitgelegd dat Maria de eerste en grootste gelovige was.

• De kerk is de bruid van Christus en Maria is daar een beeld van.
• Er is bij ons altijd gesproken over de hiërarchische kerk, de kerk van Petrus. Maar wij moeten meer een mariale kerk worden. Dat kan de verschillen tussen de kerk overbruggen. Zoals zij in de wereld stond en zoals zij tegenover Jezus stond, zo moet de kerk anno 2016 in de wereld staan en in verbondenheid met Christus.
• Wat bedoel ik met een mariale kerk? Ik probeer dat vanuit een aantal eigenschappen van Maria uit te leggen:
• Maria was een onopvallend joods meisje. Ze leefde in Nazareth, een onbelangrijk dorp in het groene noorden van Israël. Ze onderhield haar joodse godsdienstige plichten en deelde in de verwachting van haar volk dat er een Messias, een Bevrijder zou komen, door God gezonden. Ze was op God gericht. Zo zal ook de kerk een zeker onopvallend bestaan moeten leiden. Haar interne leven is op God gericht. Door veel stilte en bezinning zal zij openstaan voor God.
• Maria ontving de blijde Boodschap van de engel en bezocht haar nicht Elisabeth om met haar de grote vreugde te delen. Ze zingt bij Elisabeth een lofzang. Zo heeft de kerk de blijde boodschap ontvangen en de kerk zal er onder haar eigen familieleden van getuigen. Christenen zouden onder elkaar meer moeten spreken over wat God voor ons gedaan heeft. Dat staat ook in de brochure voor de bidweek voor de eenheid: : welke grote daden van God liggen u na aan het hart en hoe gaan we ze verkondigen?

• Maria werd uitverkoren om Jezus ter wereld te brengen. Zo is de kerkgemeenschap uitverkoren het leven van Jezus, zijn boodschap en zijn voorbeeld in deze tijd tot leven te brengen. God heeft toen zijn Woord, ja, zichzelf aan een mens toevertrouwd. In een mens, een vrouw werd Hij vlees en bloed. Ook nu heeft Hij zijn woord, zijn bestaan in mensenhanden gelegd. God was van nature niet afhankelijk van de kerk, maar heeft zich vrijwillig afhankelijk van haar gemaakt. De kerk moet Jezus aan de wereld geven. De kerk spreekt niet alleen óver God, als een deskundige, een theoloog, maar zij spreekt ook namens God. Zij herhaalt voortdurend de woorden van Christus. De kerk verwijst dus niet alleen naar Jezus, maar ze gééft Jezus aan ons. En omdat wijzelf ook kerk zijn, moet Jezus ook uit ons midden geboren worden. Wij moeten door onze onderlinge liefde Jezus in deze tijd en in deze wereld voortbrengen. Jezus is dus in zekere zin nu een kind van de Kerk.

• Maria is na de hemelvaart bij de apostelen gebleven, in gebed om de H.Geest. Daar wordt ze het laatst in de bijbel vermeld. Haar rol was na de geboorte dus allerminst uitgespeeld. Zij was niet een soort draagmoeder. Zij heeft een weldadige invloed gehad op de jonge kerk. Ze heeft de apostelen met raad en daad bijgestaan en bij de apostel Johannes gewoond. Zij was de eerste christin, de eerste vrouw in de kerk. De kerk heeft in alle eeuwen op de geestelijke invloed van vrouwen gesteund. De kerk is enerzijds, mannelijk, Petrinisch, in de leiding en het leergezag, anderzijds is de kerk vrouwelijk, mariaal, door de vele vrouwen die een hart geven aan de kerk en de voorgangers terzijde staan met raad en daad.

• Alleen als de kerk openstaat voor dit mariale aspect is zij Gods kerk. Als de kerken meer mariaal worden, dan zullen ze ook meer één worden. Maria, als beeld van de kerk, kan de verschillen overbruggen. Amen
Winfried Kuipers