laat je niet kisten door het kwaad, maar ga een liefdesverbond met Jezus aan

PREEK VAN DE WEEK      1e  ZONDAG  40-dagentijd JAAR B  2021 Pius X, Pijnacker, Nootdorp

LEZINGEN:        Genesis 9,8-15; 1 Petrus 3,18-22                     EVANGELIE: Marcus 1,12-15

THEMA: laat je niet kisten door het kwaad, maar ga een liefdesverbond met Jezus aan.

 

Bent u wel eens opgelicht of bestolen? Uw bankrekening was gekraakt en leeggehaald. Uw net nieuwe fiets gestolen? Ingebroken in uw auto en uw dure navigatie-apparaat weg. Ingebroken in uw huis tijdens de vakantie: uw nieuwe flatscreen tv weg en uw computer, met veel waardevolle gegevens en foto’s van de kleinkinderen die nog niet geback-upt waren.…

 

Je bent verbijsterd, razend, en bovenal machteloos en verdrietig.  Hoe kunnen mensen zo slecht zijn, dat ze zulke dingen doen????

 

Hoe kan zulk kwaad bestaan als God alles goed geschapen heeft? Hoe kan God het kwaad toelaten?

 

Op een dag besloot een universiteitsprofessor in de fysica zijn studenten uit te dagen.

Hij vroeg: schiep God alles wat bestaat?

Een student antwoordde braaf: “Ja, dat deed Hij”

Alles? vroeg de docent.

“Ja, alles” antwoordde de student

In dat geval schiep God dus ook het kwaad? Correct? Want kwaad bestaat, zei de docent.

Daarop had de student geen antwoord en het bleef stil

De docent was blij met de gelegenheid om nog eens te bewijzen dat het geloof maar een mythe is.

Opeens stak een andere student zijn hand op en zei: “Mag ik u een vraag stellen?

“Natuurlijk” was het antwoord.

Bestaat kou?

“Natuurlijk, zei de professor, heb je nooit kou gevoeld?

“In werkelijkheid, meneer, bestaat kou niet. Volgens studies in de fysica is kou een totale en complete afwezigheid van warmte. …Wij maakten de term kou om een gebrek aan warmte aan te geven.

En duisternis?”, vervolgde de student

“Het bestaat”, antwoordde de professor.

“Opnieuw bent u fout, meneer. Duisternis is de totale afwezigheid van licht.

Je kunt licht en helderheid bestuderen, maar niet de duisternis. Duisternis is de term die we maakten om de totale afwezigheid van licht aan te duiden.”

En tenslotte vroeg de student: “En kwaad, meneer, bestaat kwaad?

God schiep niet het kwaad. Kwaad is de afwezigheid van God in de harten van de mensen. Het is de afwezigheid van liefde, humaniteit en geloof. Liefde en geloof zijn als warmte en licht. Zij bestaan. Hun afwezigheid leidt tot kwaad.”

Nu was het de professor die stil bleef.

De naam van de student was: Albert Einstein.

 

En zo kom ik bij het evangelie van vandaag. Want ook daarin treft mij elke keer weer die grote tegenstelling tussen kwaad en goed. Jezus, net gedoopt en erkend als Zoon van God, wordt naar de woestijn gedreven om door de duivel op de proef gesteld te worden. En door wie wordt Hij naar de woestijn gestuurd? Door de Geest van God. Hoe scherp wordt hier het contrast tussen goed en kwaad getekend. De Heilige Geest en de satan staan hier tegenover elkaar en Jezus staat er middenin. En dan wordt dat contrast nog versterkt door de opmerking dat Hij bij de wilde dieren verbleef, maar engelen Hem dienden.

 

Er zit nog een scherpe tegenstelling in het evangelie. Wanneer gaat Jezus aan het werk? Wanneer gaat Hij de blijde boodschap verkondigen?  Wanneer zegt Hij: De tijd is vervuld en het Rijk Gods in nabij? Juist op een moment van grote tegenslag, juist op een moment van groot kwaad door zijn tegenstanders, namelijk als Johannes gevangengenomen wordt.  Jezus gaat niet bij de pakken neerzitten. Hij laat zich niet kisten. Hij laat zich niet door die terroristische misdaad van Herodes uit het veld slaan. Juist tegenover dit grote kwaad van de Satan stelt Hij zijn eerste daad van geloof, hoop en liefde. In de woestijn heeft Hij die keuze al gemaakt. Daar is Hij sterk geworden. Juist door de beproevingen is Hij de mens geworden die Hij moet zijn.

 

Zo leeft iedere mens tussen goed en kwaad, tussen het verlangen naar liefde en geluk en de neiging tot egoïsme en zelfbehoud. Door onze lusten worden we getrokken tot het kwaad, door onze goede wil ontwikkelen we onze deugdzaamheid.

 

Ik geloof dat we Gods Geest in ons hebben omdat we door God geschapen zijn, maar omdat we van de dieren afstammen hebben we ook zoveel dierlijks in ons. Er is een sterke overeenkomst tussen mens en dier, maar ook een wezenlijk verschil. Het wezenlijk verschil is dat wij Gods Geest in ons hebben en daarom een geweten hebben en kunnen geloven. Daardoor kunnen we het dierlijke, de neiging tot zelfbehoud en overheersing overstijgen en onszelf, onze eigenbelangen en bezit opofferen voor een hoger ideaal. Door de goddelijke geest in ons, hebben wij een vrije wil en zijn we niet zoals de dieren helemaal voorgeprogrammeerd.

 

Net als Jezus moeten we af en toe stil worden, tot bezinning komen en kijken waar we staan in dat spanningsveld van het leven.

 

We staan aan het begin van de veertigdagentijd. Niemand verplicht ons daar iets mee te doen. We kunnen gewoon verder leven zoals altijd. Maar we kunnen deze tijd ook gebruiken voor een stukje bezinning: waar zijn we mee bezig in het leven? wat drijft ons? zijn we nog op de goede weg? waar leef ik voor? wat is mijn levensdoel? hoe sta ik in dat spanningsveld tussen goed en kwaad? hoe sterk ben ik in de beproevingen? wat ontmoedigt mij? wat geeft mij toch weer kracht om veder te gaan?

 

Lichamelijk vasten kan ons daarbij helpen. Beperking in consumeren, in lustbevrediging, in haasten en in luiheid zijn beproefde middelen om tot bezinning te kunnen komen.

En beperking van onze financiële uitgaven kan tevens een middel zijn om een daad te stellen van vrijgevigheid aan de vastenactie als bijdrage aan de komst van het Rijk Gods.