.

Jezus, de weg

PREEK 26E ZONDAG DOOR HET JAAR Bergschenhoek en Berkel 2017

 

LEZINGEN:     Ezechiel 18,25-28 en Mt.21,28-32

 

PREEK

 

Op 17 september hebben velen van u weer meegedaan aan de Rabobank fietstocht. Een week eerder misschien ook wel aan de fietstocht op de parochiedag in Berkel.

 

Bij een georganiseerde fietstocht krijg je een routebeschrijving. Je moet daarmee de juiste weg zien te vinden. Als je een verkeerde weg in slaat bereik je misschien je doel niet of je verliest tijd. Je loopt dan misschien ook de traktaties onderweg mis zoals het ijsje op de Belevenisboerderij.

Je moet je onderweg ook aan de verkeersregels houden en rekening houden met andere weggebruikers. Als je pech hebt onderweg hoop je op hulp. Als je de weg kwijt bent, kun je het aan iemand vragen.

 

Zo’n fietstocht is een beeld van ons leven. We moeten de juiste weg door het leven zien te vinden. Daarvoor hebben we een soort routebeschrijving: het evangelie. We moeten ons aan de regels houden, zoals de tien geboden. We moeten rekening houden met andere weggebruikers: onze tijdgenoten. Als we de weg kwijt zijn, dan kunnen we de weg weer vragen aan een wijze persoon. Als we problemen hebben, hopen we op hulp.

 

Over de routebeschrijving wil ik nog wat zeggen. Een fietstocht is door een paar mensen uitgezet. Zij hebben, als het goed is, de route zelf ook een keer gereden. We moeten hen als het ware volgen, al is het op een later tijdstip.

 

Onze levensweg is uitgezet door God. En Hij heeft ‘m zelf ook een keer doorlopen. 2000 jaar geleden is God mens geweest in Jezus. Hij is ons voorgegaan op onze levensweg. Ik heb een keer een vergelijking gelezen tussen Jezus en andere grote godsdienstleiders. Anderen hebben gezegd: “Ik ken de weg” of “Ik wijs u de weg”. Maar Jezus zegt: “Ik bén de weg. Wie Mij volgt dwaalt niet rond in duisternis”. Als we Jezus volgen, dan lopen we over de goede weg.

 

Jezus volgen is niet zo makkelijk. Jezus heeft ook eens gezegd: “De weg naar de ondergang is wijd en breed en velen zijn er die hem volgen. Maar de weg naar het leven is smal en steil en er zijn slechts weinigen die hem vinden.” (Mt.7)

 

Wie van de goede weg is afgedwaald, kan er wel weer op terug keren. Dat was voor de trouwe en rechtgeaarde jood een doorn in het oog. Daarom verweten ze God dat zijn wegen niet recht waren. Ezechiel legt het uit in de eerste lezing.

 

We vragen ons wel eens af waarom het slechte mensen altijd voor de wind gaat, terwijl goede mensen soms een grote lijdensweg moeten doorstaan. Op die vraag zullen we nooit een antwoord krijgen. We moeten in ieder geval nooit beweren dat ongeluk en lijden een straf van God zijn. God stelt het oordeel en de eventuele straf altijd uit tot het eind van ons leven. Want God hoopt altijd nog dat de zondaar tot bekering komt. Dat zien we als Jezus onschuldig aan het kruis hangt. Een moordenaar komt tot bekering en Jezus zegt dat Hij nog diezelfde dag met Hem in het paradijs zal zijn.

God heeft geduld met ons omdat Hij heel veel van ons houdt. Hij wil de mens niet vernietigen maar redden.

 

Dat we gedoopt zijn of naar de kerk gaan, wil nog niet zeggen dat we goed leven. Dat zien we in het evangelie. Jezus waarschuwt priesters en oudsten. Zij zeiden wel dat ze de wil van God deden, maar deden het niet. Terwijl mensen die zij veroordeelden zich bekeerd hebben op de prediking van Johannes de Doper en wel Gods wil zijn gaan doen.

 

Laten we ons daarom dagelijks afvragen wat Gods wil is. Welke weg we die dag moeten gaan. Zo vinden we de juiste weg. Met aan het eind het nieuwe Jeruzalem.

 

Als we allemaal de wil van God doen, dan komt er vrede op aarde. Want de wil van God is dat we elkaar liefhebben. Bemin de naaste als jezelf. Heb elkaar lief zoals ik jullie heb liefgehad. Heb zelfs je vijand lief en bid voor wie je vervolgen. Dat heeft Jezus heel vaak gezegd. Dat is de wil van God. Niet dus wat terroristen doen en waarvan ze zelf zeggen dat ze het doen in naam of in opdracht van God. Dat is inbeelding van hen. Dat kan God nooit willen. Zij spreken wel over God of Allah, maar doen niet wat God wil.