.

Het kwaad: waarom laat God dat toe?

Het kwaad: waarom laat God dat toe?

PREEK VAN DE WEEK      16e  ZONDAG  JAAR A 2011 -2023

 

INLEIDING

 

Beste eucharistie-vierders,

 

De schoolvakanties zijn hier ingegaan. Ik ben (eer)gisteravond teruggekomen van een week vakantie.

Op deze vakantie heb ik op een vroege morgenwandeling door het bos ontdekt dat ik honderd jaar word. Er stond op een informatiebord over allerlei soorten distels dat je honderd jaar wordt als je in één keer alle pluisjes van een uitgebloeide distel kunt wegblazen. Dat heb ik natuurlijk gelijk geprobeerd en het lukte.

Vandaag spreekt Jezus ook over zaad. Hij geeft er weer een andere betekenis aan.

Jezus boodschap is als zaad dat honderdvoudig vrucht in ons leven draagt voor het Rijk Gods als wij ernaar leven. Omdat we misschien soms meer onkruid gezaaid hebben dan goed zaad, belijden we eerst onze schuld.

 

LEZING:  Wijsheid 12,13-19                  EVANGELIE: Mt.13,24-30

 

PREEK

Ik sprak eens een moeder die heel gelovig was en haar best gedaan had om haar kinderen goed op te voeden. De kinderen waren misdienaar of kinderkoorlid geweest. Ze gingen naar een katholieke school. Er werd thuis gebeden en uit de bijbel gelezen. De moeder gaf zelfs godsdienstles op een middelbare school. Ze had een triest verhaal. Haar oudste zoon was in de pubertijd met een verkeerde vriend in aanraking gekomen. Die vriend had hem verleid tot drugsgebruik. Op zijn 18e verjaardag had moeder ‘s nachts op zijn thuiskomst zitten wachten. Maar in plaats van haar zoon kwam de politie aan de deur met de mededeling dat hij opgepakt was. Hij had samen met die verkeerde vriend een brandbom gemaakt om wraak te nemen op iemand. Bij het slachtoffer aangekomen, had zijn vriend de brandbom aangestoken en in handen van die zoon gestopt. Hij kon niet anders meer dan die bom van zich afgooien naar het huis van het slachtoffer.

Iedereen die voor zijn verjaardag belde of aan de deur kwam moest de moeder met een smoesje afschepen, terwijl haar hart gebroken was. Ook de andere kinderen waren gedesillusioneerd.

Als medeplichtige heeft hij maanden vastgezeten.

Zijn moeder heeft op een bepaald moment al haar moed bij elkaar geraapt om hem te gaan bezoeken. In de gevangenis werd ze zelf met alle mogelijke wantrouwen benaderd, gevolgd en bewaakt. “Zo zoon, zo moeder”, zullen ze gedacht hebben, niet wetend dat die moeder een heel goed mens was. Het was voor haar een gang naar Canossa waar ze psychisch zwaar onder geleden heeft.  Ze heeft machteloos moeten toezien hoe haar kind de vernieling inging. Dat was echt een heel groot en zwaar lijden voor haar.

 

Ik moest aan dit verhaal denken bij het lezen van het evangelie van vandaag: de gelijkenis over een man die goed zaad had gezaaid, maar ‘s nachts kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen.

 

In deze wereld is er goed en kwaad. Jezus heeft goed zaad gezaaid: het zaad van geloof, vriendschap, naastenliefde, hulpvaardigheid, zorg en vrijgevigheid. Maar de duivel zit niet stil en zaait verdeeldheid, haat, onbarmhartigheid, leugen, bedrog, meedogenloosheid. En hij zaait dat het liefst onder de gelovigen, in de mooiste huwelijken, in de talentvolle mensen, onder de machthebbers en in de idolen van de jeugd: de artiesten, acteurs, de popsterren. Sommigen van hen verpesten de jeugd met drugs, drank, grove taal, gevloek, geweld, een losbandig seksueel leven en ongeoorloofde relaties. Door voorbeeldfiguren te verleiden kan de duivel het meest slechte invloed hebben op onze samenleving. Het afgelopen jaar hebben we daar veel voorbeelden van gezien in de wereld van de TV-sterren zoals van The Voice. De Me-Too beweging heeft ook veel grensoverschrijdend gedrag aan het licht gebracht.

Maar de misbruikschandalen onder kerkelijke leiders zijn we ook nog niet vergeten.

 

Als kleine mensen staan we vaak machteloos tegenover dit kwaad. Ik zeg niet dat we ons er maar bij neer moeten leggen. Integendeel. De overheid moet het kwaad bestraffen en niet gedogen. En wij moeten proberen het kwade te overwinnen door het goede, zoals de apostel Paulus zegt. We moeten het goede zaad van Christus verder uitzaaien.

 

Maar ook al doen we dat, we merken dat het kwaad toch steeds toeneemt. Er moet alsmaar meer politie komen. De criminaliteit neemt alsmaar toe.

 

Het wordt steeds onveiliger op straat. Er moeten steeds meer wetten en regels komen om asociaal gedrag tegen te gaan en de zwakke mensen te beschermen. Overal zijn bewakingscamera’s nodig.

 

En dan vragen wij ons af: waarom laat God dat toe? Waarom grijpt Hij niet in? Waarom worden criminelen soms oud en sterven liefdevolle ouders op jonge leeftijd? Wij geloven in Gods almacht. Het boek Wijsheid zegt dat verschillende keren: “Naast U is er geen andere God” en “Gij echter die over alle macht beschikt… Gij kunt uw macht tonen wanneer Gij maar wilt”.

Waarom straft God dan niet met harde hand? Is Hij niet onrechtvaardig door het kwaad onbestraft te laten? Waarom roeit Hij het onkruid niet uit? U zult zich allen die vraag wel eens gesteld hebben. En voor sommigen is het zelfs aanleiding maar niet meer in Gods almacht te geloven en het geloof los te laten. Sommigen zeggen: “God heeft de wereld wel geschapen maar bemoeit zich er niet meer mee.”

 

In het evangelie van vandaag krijgen we antwoord op onze vragen.

God wil het onkruid niet uittrekken omdat Hij bang is dat het tarwe dan mee uitgetrokken wordt. Hij wil wachten tot het laatste oordeel aan het einde van de wereld. God toont zijn almacht juist door het oordeel uit te stellen. Hij hoeft nog niet te oordelen omdat Hij uiteindelijk toch het laatste oordeel heeft.

 

En Hij wíl nog niet oordelen omdat het om mensen gaat. God verdelgt het kwaad niet omdat Hij geen mens wil verstoten. Een mens heeft immers de mogelijkheid om tot inkeer te komen wanneer hij gezondigd heeft. Denken we aan Paulus, die aanvankelijk een christenvervolger was. En zo zijn er meer criminelen geweest die zich bekeerd hebben en heilig geworden zijn.

Ieder mens heeft ook nog wel iets goeds in zich. Daarom heeft God geduld met de mens. Anders zou het met het kwade ook het goede vernietigen. In dit uitstel van het oordeel toont God zijn zorg voor de mens.

 

Het is net als met ouders en kind. Als een kind wat verkeerds gedaan heeft, zal een verstandige ouder misschien wel een straf geven, maar ze zullen het kind niet doden of verstoten. Integendeel, ze zullen het kind een kans tot inkeer geven en het met zorg omringen, om het niet verloren te laten gaan. Ouders zijn ook niet verplicht hun kinderen aan te geven bij de politie. Hun ouderliefde is vaak nog de enige kans voor het kind om weer op het goede pad te komen.

 

De ouderliefde is een beeld van Gods liefde. God stelt het oordeel dus uit. In het boek wijsheid staat: “Omdat Gij over allen heerst behandelt Gij allen ook met zachtheid. Gij die over de macht beschikt, met veel zachtheid spreekt Gij uw oordeel uit en bestuurt Gij ons met veel goedertierenheid, want Gij kunt uw macht tonen wanneer Gij maar wilt…. Gij biedt, daar waar gezondigd werd, de kans tot inkeer”.

 

Ondertussen leven wij wel temidden van het kwaad en moeten we er zelfs vaak onder lijden. Maar laten we dan zijn als die moeder die toch haar zondig kind in de gevangenis gaat bezoeken. Dan lijken we een beetje op God die zich meer door zijn liefde dan door zijn almacht laat leiden. Amen.