Het jaar van de H. Jozef, de stille en bescheiden arbeider
5e zondag van Pasen 2 mei 2021
Inleiding
Vandaag is het zondag. Dus een rustdag. De dag des Heren. De dag dat God volgens het scheppingsverhaal uitrustte van het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht. Wij zijn hier samen gekomen om God te danken voor de arbeid die we afgelopen week hebben mogen verrichten. Betaalde of onbetaalde arbeid.
Vandaag is het zondag van de arbeid. De zondag na de internationale dag voor de arbeid op 1 mei. In Nederland vlak voor 5 mei, Bevrijdingsdag.
Op het hek van de naziconcentratiekampen stond “Arbeit macht Frei”. Helaas was dit een leugen.
Arbeid in vrijheid. Dat is wat God wil. Arbeid om mee te werken aan een vreedzame en leefbare samenleving. Dat is het wat God wil.
Gisteren was het 1 mei, het feest van Jozef arbeider. De zalige Pius XII stelde hem in 1955 aan tot patroon van de arbeiders.
Op 8 december jl. opende de huidige Paus Franciscus met zijn Apostolische Brief “Patris corde – Met het hart van een vader” een Heilig Jaar ter nagedachtenis van de 150e verjaardag waarop de zalige Pius IX Jozef uitriep tot beschermheilige van de Katholieke Kerk (8 december 1870). Dit jaar loopt tot 8 december 2021. We zullen daarom vandaag stilstaan bij de houding, het werk en de rol van de H. Jozef in de heilsgeschiedenis.
Gebed Altaarmissaal bz.1235/1236: heiliging van de menselijke arbeid.
PREEK
Thema: Het jaar van de H. Jozef, de stille en bescheiden arbeider
We leven in een sterk prestatiegerichte maatschappij. We willen wat doen, we willen produceren. We willen resultaten zien. Alles wordt in statistieken en cijfers vastgelegd.
Die mentaliteit beïnvloedt ook onze geloofsbeleving. De nadruk ligt tegenwoordig op de daden die wij vanuit ons geloof stellen. Waaraan kun je zien dat iemand gelooft?
De apostel Johannes zou zich in deze tijd heel goed thuisvoelen. In zijn brief schreef hij al: “Vrienden, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met concrete daden.”
Toch is prestatie en carrière niet het belangrijkste voor een arbeider die in Jezus gelooft. Onze houding. Een houding van dienstbaarheid en nederigheid.
Blz. 500 Nieuwe Catechismus: Christelijke visie op arbeid is: werk = bijdrage aan de samenleving c.q. Rijk God
“Door onze arbeid op school, op ons werk, en in ons gezin zijn wij iets aan het voortbrengen dat er anders niet zou zijn, doen wij mee in het grote geheel waardoor voortdurend levensgeluk vermeerderd wordt in kantoren en fabrieken, scholen en huishoudens ziekenhuizen. Arbeid die de wereld meer tot een woonplaats wil maken.
De tweede waarde van de arbeid is dat hij mensen één maakt. Doordat wij werken met anderen groeien immers solidariteit en contact Ook maakt de Arbeid de Mensen één doordat hij voor andere gebeurt: de man voor zijn vrouw en andersom. De broodbezorger voor zoveel gezinnen, de architect en een metselaar voor de toekomstige bewoner, de arbeider in de haven voor zo vele onbekende. Heel onze maatschappij is een systeem van diensten waaraan wij deelnemen. Vaak zien wij niet voor wie wij werken en interesseert het ons zelfs maar matig. Toch heeft het, meer soms dan wij vaak beseffen, een gevoel van bijeen horen op de achtergrond van onze levens. Als we eens in ons eigen huis zouden stil worden, naar de muren en kozijnen kijken, voorwerpen in de hand nemen en denken wie daaraan hebben gewerkt vanaf het moment dat de materialen nog in de aarde of elders rustten, een leger van onbekenden zou in onze gedachten opkomen; zelfs het kleinste voorwerp, een boek, een klok bevat de Arbeid van medemensen, soms uit 2, 3 werelddelen; aan onze inboedel hebben tienduizenden meegewerkt en ook onze eigen arbeid op zijn beurt is haast altijd een bijdrage aan het leven van duizenden.” Einde citaat uit de Nieuwe Katechismus
Ik geef een voorbeeld: Een broer van mij werkte vroeger bij een elektricien. Ervaring met het stopcontact
Al de dagen van ons leven anekdote blz. 256: 3 bouwvakarbeiders waren stenen aan het houden toen een vreemdeling op hen afkwam en aan de eerste arbeider vroeg: “wat doet u daar”. “zie je dat dan niet?” antwoorde deze en keek niet eens op. “ik houw stenen”. “en wat doet u daar?”, vroeg de vreemdeling aan de tweede. Zuchtend antwoordde deze “ik moet geld verdienen om voor mijn gezin brood op de plank te brengen te krijgen; mijn gezin is groot”. Ook aan de derde vroeg de vreemdeling: ”wat doet u daar?”. Deze keek omhoog, de lucht in en antwoorde zacht maar trots: “ik bouw een kathedraal”.
Deze houding had ook Sint Jozef. De heilige Jozef speelt in de evangelieverhalen een bescheiden maar niet onbelangrijke rol. Hij wordt slechts enkele keren vermeld, en dan nog vóór het openbaar leven van de Heer Jezus. Tijdens de periode van de verwachting van de Maagd Maria, bij de geboorte, de vlucht naar Egypte, de opdracht van de Heer in de tempel en tot slot bij de terugvinding van de twaalfjarige Jezus in de tempel.
Dit is het zevenvoudige beeld dat Paus Franciscus ons schetst:
- Wij vinden in de heilige Jozef immers een geliefde vader.
- Jozef was ook een tedere vader.
- Een gehoorzamevaderis Jozef ook steeds geweest. Net als Maria richt Jozef de oren van zijn hart naar wat God van Hem vraagt. Tot tweemaal toe zal God de Heer aan Jozef in een droom laten weten hoe hij kan meewerken aan Gods heilsplan. En Jozef zal vol vertrouwen en geduldig die wegen gaan.
- Jozef is ook het voorbeeld van de aanvaardendevader. Jozef aanvaardt de Maagd Maria als zijn vrouw zonder enige voorwaarde te stellen. Hij vertrouwt de boodschap van de engel op zijn woord. Daarmee geeft Jozef ons een fenomenaal voorbeeld om niet een weg te kiezen die we helemaal begrijpen, maar wél in deemoed aanvaarden. Geloven betekent dan ook … persoonlijke verantwoordelijkheid opnemen.
- Jozef is een creatief moedige vader. Jozef wordt door God uitverkoren om de menswording van de Verlosser met liefde te omgeven, met zorg te begeleiden. Hij draagt zorg voor Maria, en omgeeft het kleine kind en de opgroeiende Jezus met liefde en zorg als betrof het zijn eigen kind. Die weg ging evenwel niet altijd over rozen: er was de volkstelling waarvoor zij naar Bethlehem moesten, er was geen plaats in herberg, er was de kindermoord door koning Herodes en de noodzakelijke vlucht naar Egypte… Altijd opnieuw werd het leven verstoord door de brute kracht van machthebbers. En die eenvoudige timmerman uit Nazareth zal daar niét in berusten, maar zoekt zelf creatieve oplossingen om problemen om te buigen tot kansen, in het volle vertrouwen op de Voorzienigheid.
- Jozef is altijd vader in de schaduw. Jozef behoedt en beschermt de Heer Jezus maar laat Hem wél zijn eigen weg door het leven gaan. Vaders worden niet geboren, maar gemaakt. Niet omdat een kind ter wereld wordt gebracht is men vader, maar wél omdat men zorg en verantwoordelijkheid voor dat kind opneemt. En dat betekent niet dat men overbeschermend of bezitterig met het kind moet omgaan, maar wel dat men het ruimte biedt om vrij te zijn, om eigen keuzes te maken. Die weg gaan kan ook betekenen dat de vader zichzelf moet opofferen, de weg van de zelfverloochening en zelfgave moet gaan. Eigenlijk is de liefde van de vader voor zijn kind erop gericht het kind van hem weg te beminnen, zodat het eigen wegen gaat
- Wij kennen Jozef ook als een hardwerkende vader. Dit heeft Paus Leo XIII in zijn beroemde encycliek Rerum novarum(1891) nog eens uitdrukkelijk onderstreept. Als timmerman werkte hij eerlijk om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien. Van hem leerde de Heer Jezus wat de waarde, de waardigheid en de vreugde is om het brood te eten dat de vrucht van eigen arbeid is. Voor hen die geen werk hebben, die niet mogen werken of door ziekte of beperking niet kunnen werken is de heilige Jozef een steunpilaar in hun oprechte roep om het belang van waardig en aangepast werk te beijveren. Het voorbeeld van Jozef is een aanklacht tegen de uitsluiting.
Bidden we vandaag met de H. Jozef voor alle mensen die arbeid verrichten, betaald of onbetaald, als vrijwilliger, mantelzorger, of gewoon als huisvader.
Voorbede
Goede God,
op vele plaatsen, in vele beroepen
dragen we ons steentje bij aan de opbouw van de wereld.
Niet alleen in de kas en op de boerderij maar ook op het kantoor,
in de fabriek en achter de pc werken we aan een product dat het leven ten dienste staat.
Geef, God, dat mensen gelukkig mogen zijn in hun arbeid,
geef dat het werk dat ze verrichten voor zichzelf en anderen zinvol is,
geef dat we mensen waarderen in hun werk.
Voor tuinders en boeren bidden we
dat de liefde voor hun product niet verloren mag gaan in de hardheid van de markt,
dat er ruimte mag blijven voor kleine en grote bedrijven,
dat de economie niet zo overheersend wordt
dat er geen plaats meer is voor medemenselijkheid, zorg voor anderen en sociaal ondernemerschap.
Voor werkers waar dan ook bidden we,
Goede God, een arbeidsplek die plezier geeft, uitdaagt en een goed inkomen verzekert, velen voelen zich daarin bedreigd.
Geef dat wij mensen die dreiging samen weerstaan en werken aan goede arbeidsverhoudingen waar plaats is voor de snelle jongens, de knappe koppen maar ook voor de minder begaafde, toegewijde werkers.
Voor hen die geen betaald werk hebben, dat zij zich niet buitengesloten voelen,
dat ze dingen te doen vinden die voor hen zelf en voor de samenleving van belang zijn,
dat ze waardering vinden daarin.
Geef, God, dat we bouwen aan een samenleving waarin we niemand buitensluiten.