.

God renoveert met uw medewerking

5e zondag van Pasen 2019 Nootdorp en Pijnacker. Thema: God renoveert met uw medewerking.
PREEK
Ik ben een boek aan het lezen dat de intrigerende titel heeft: “Als God renoveert”. Het gaat over vernieuwing van een parochie in een westers land.
We hebben het er over gehad in een bezinningsochtend met de pastoraatsgroepen over het nieuwe beleidsplan dat we als pastoraal team hebben gemaakt.
Ik moest hier weer aan denken toen ik voor deze preek de eerste lezing aandachtig las en overwoog. Bij een zinnetje bleef mijn gedachte hangen. Paulus en Barnabas gingen na een rondreis terug naar Antiochië. Daar riepen zij de gemeente bijeen en vertelden alles wat God met hun medewerking tot stand had gebracht. Die laatste woorden vielen mij op: “wat God met hun medewerking tot stand had gebracht”. Ze vertelden niet wat ze gepresteerd hadden, maar wat God tot stand had gebracht, met hun medewerking.
Wij moeten niet de illusie hebben dat wij op eigen kracht de kerk in Nederland kunnen redden. Maar we mogen wel geloven, hopen en bidden dat de kerk vernieuwd zal worden en weer zal bloeien als wij ons beschikbaar stellen voor God. Dan kan Hij met onze medewerking de kerk renoveren.
Hoe meer mensen zeggen: “Ja, Heer, hier ben ik. Laat maar weten wat ik kan doen voor de kerk”, hoe meer kans de parochie maakt weer te groeien en te bloeien.
Dat is ook het idee achter het jaar van de roeping in ons bisdom: ons ervan bewust te maken dat we allemaal geroepen zijn om een bijdrage te leveren aan de opbouw van het Rijk Gods en van de kerk. En de belangrijkste bijdrage is niet dat we in het bestuur of in een werkgroep gaan of bij het koor gaan zingen, maar dat we in het dagelijks leven in woord en daad getuigen van Gods liefde.
In daad is voor iedereen mogelijk: hulpvaardigheid, vrijgevigheid, gastvrijheid, vredelievendheid, respect, de werken van barmhartigheid, alle deugden beoefenen. Jezus zegt in zijn afscheidsrede, zo hoorden we in het evangelie, dat andere mensen kunnen zien dat we zijn leerlingen zijn als wij de liefde onder elkaar bewaren. Dus niet door ons spreken, maar door onze onderlinge liefde.
Dat was de kracht van die eerste christengemeenschappen in Lystra, Ikonium, Antiochie, Jeruzalem en overal. Paulus en Barnabas bevestigden de leerlingen van Jezus daar in hun goede gesteldheid.
Maar ook in ons spreken moeten we durven getuigen van ons geloof. Als katholieken hebben we daar een grote huiver voor. Dat laten we liever over aan de oudsten van de parochie, aan de priesters en religieuzen. Maar de tijd is nu gekomen dat we over die angst heen moeten stappen. God kan ieder van u gebruiken om in alle bescheidenheid over de Blijde Boodschap van Jezus te praten. Op het werk, op de sportclub, in de supermarkt, op een feestje.
We hoeven ons niet te gaan gedragen als Jehovagetuigen. We hoeven het geloofsgesprek niet opzettelijk uit te lokken. Maar we moeten antennes ontwikkelen om te zien wanneer de ander ervoor open staat en er misschien zelfs naar verlangt om over ons geloof te praten.
Een gesprek begint eigenlijk met luisteren naar de ander: wat leeft er in hem of haar? Waar is hij of zij mee bezig? Wat heeft hij meegemaakt? Waarom is hij blij of bedroefd? Je maakt je eerst één met de ander.
En op het moment dat de ander dan vraagt wat jij gelooft of denkt, dan kun je over Gods spreken.
Voor het jaar van de roeping schreef mgr. Van den Hende in een brief aan u:
Als Kerk hebben we van de Heer de opdracht ontvangen om het geloof levend te houden. We zijn geroepen om de blijde boodschap te verspreiden: de liefde van Christus uit te dragen in woord en daad. Dat vraagt dat we als Kerk steeds opnieuw zorg moeten hebben voor de vitaliteit en de diepgang van ons persoonlijk en ons gemeenschappelijk geloof.
Als Kerk hebben we de opdracht om geïnspireerd naar buiten te treden en naar anderen toe te gaan. We zijn geroepen om in ontmoeting en gesprek voortdurend de kans te benutten om te vertellen over de liefde van God. In en vanuit de Kerk heeft ieder van ons een missionaire taak. We zijn geroepen om het geloof, de hoop en de liefde die wij ontvangen hebben, niet alleen voor onszelf te houden maar daadwerkelijk uit te dragen. Ieder van ons heeft een aandeel in die zendingsopdracht van de Kerk. Wat komt daarvan terecht in ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven?
Door het sacrament van de doop zijn wij verbonden met de levende Heer, en door de doop maken wij deel uit van de Kerk, het lichaam van Christus, geroepen om een netwerk van geloof en liefde te zijn in de realiteit van de wereld van vandaag. Zijn we in staat om ons geloof te bewaren als een kostbare schat, en hebben wij de moed om de rijkdom van Jezus’ blijde boodschap door te geven aan andere mensen en aan nieuwe generaties?
Laten we bidden dat we in ons hart steeds ruimte maken en vinden voor Christus, opdat de Heer onze woorden en daden blijft inspireren en leiden, en wij elkaar stimuleren en steunen in onze gemeenschappelijke en persoonlijke roeping ten dienste van de Kerk als een netwerk van liefde.
Einde citaat.
Wat zou het mooi zijn als er volgende week een paar mensen naar mij toe komen om te vertellen wat God met hun medewerking tot stand heeft gebracht. Wat zou het mooi zijn als u daarbij bent. Waarom niet?