.

Geloven is luisteren en gehoor geven aan God.

Geloven is luisteren en gehoor geven aan God.

LEZINGEN 31e zondag door het Jaar B  30/31 oktober 2021: Deuteronomium 6,2-6 Markus 12,28b-34

PREEK

Het woord ‘gehoorzamen’ is tegenwoordig een bedorven woord: we associëren het met blinde gehoorzaamheid. Bijvoorbeeld de houding van soldaten in de oorlog. En natuurlijk in de opvoeding. Waren wij altijd gehoorzaam?

Een beter woord is: ‘gehoor geven aan’. Het staat vandaag centraal in de lezingen: 2x in de 1e lezing en Jezus herinnert daar aan in het evangelie.

Geloven is luisteren en gehoor geven aan God. 1e lezing: Luister Israël, Hoor Israël, shema Israël. Dat staat aan het begin van de geboden. Dat wordt voortdurend herhaald in de joodse wet. De joodse geloofsbelijdenis begint ermee. Daarop volgt: de Heer is onze God, de enige Heer. Luistert naar Hem. Het staat voor de 10 geboden. Het ochtend- en avondgebed van de jood begint ermee. Het is het eerste wat een joods kind leert. Bij stervenden wordt het door alle aanwezigen in langgerekte tonen uitgesproken: shema Israël, hoor Israël. Het staat ook op de deurposten geschreven van een joods huis: Mezoeza . Het is een samenvatting van het jodendom.

Gehoor geven is wat anders dan gehoorzamen. Het is bewuster en gebeurt met innerlijke overtuiging zodat het de eigen persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid niet aantast. Als Mozes het zegt en de 10 geboden geeft, dan vraagt hij niet ze zonder nadenken te volgen.

De lezing eindigt met de woorden: “De geboden die ik u heden geef moet ge in uw hart prenten.” Er staat niet dat je ze van buiten moet kennen, met je verstand, maar van binnen, met je hart. Eerst luisteren, verstaan, begrijpen, de geboden liefhebben. Dan handelen.

Horen, verstaan, daar begint het mee. Dan volgt het eerste gebod: de liefde tot God en de naaste.

Leven is liefhebben. God liefhebben en de naaste als jezelf. Het is duidelijke taal. Het enige dat Jezus nog toelicht is dat die naaste ieder mens kan zijn, niet alleen je vriend, ook je vijand. En het is geen wens van Jezus, maar een gebod. Daar moet je aan werken.

Gehoorzamen is geen populair woord. In de 60-er en 70-er jaren van de vorige eeuw sprak men liever over het eigen geweten volgen, als reactie op blinde gehoorzaamheid. Maar het eigen geweten werd een soort synoniem voor eigen zin doen, eigenwijsheid, eigengereidheid, egoïsme en domheid. Iemand die zich alsmaar beroept op het eigen geweten kan iemand worden met dovemansoren.

Het Latijnse woord voor geweten is: conscientia. Dat betekend letterlijk vertaald: ‘samen weten’, gezamenlijke kennis. Het eigen geweten functioneert pas als je geluisterd hebt naar God en zijn voorschriften en geboden hebt proberen te verstaan. Vanuit een goede visie op het geweten komen we klaar met opgelegde geboden. Een gebod is dan een vingerwijzing, een richtingwijzer. De gezaghebber, de ouder, onderwijzer neemt niet het stuur over maar verwoordt de Wil van God. Een goed gevormd geweten is de stem van God in ons hart.

In de Nieuwe Katechismus uit 1966 staat:

Gebod en geweten vertolken dezelfde waarden. Hoe zouden wij ons vergissen als wij van het geweten een louter eenzame aangelegenheid maakten en toverbron voor mij alleen. Zonder enige band met de gemeenschap dit zou mensen van elkaar vervreemden. Men zegt wel eens: “vroeger leefde men uit het gebod. Men deed het omdat het moest. Thans leeft men uit het geweten”. Ook vroeger handelde men niet zonder het geweten, ook nu handelt men niet zonder het gebod van de gemeenschap. Beide horen bijeen: zelf-weten en samen-weten zijn geen tegenstrijdigheden; want de schepping is gemaakt voor de liefde.  Een goede wet en een goed geweten zijn aldus een steun voor elkaar.  Het persoonlijk geweten staat niet los van het geweten der gemeenschap. De wet, het voorschrift kan nooit alle gebeurtenissen precies voorzien er zullen gevallen voorkomen waar men minder of méér moet doen dan de wet beschrijft. Het geweten met zijn gevoeligheid voor wat goed is kan zich niet louter laten leiden door de letter der wet. Het moet er soms zelfs van afwijken om in een bepaald geval de uiteindelijke morele waarden waar te maken. Einde citaat.

God liefhebben, de naaste liefhebben en ik wil er persoonlijk aan toevoegen: het leven liefhebben. Met de woorden van Toon Hermans kan ik uit de grond van mijn hart zeggen: Ik heb het leven lief. Het leven is een geschenk van God, met zijn mooie én moeilijke kanten. Alleen als we dat zo zien, ervaren en beleven, dan kunnen we vóór het leven kiezen en strijden tegen de dood, tegen geweld, tegen de doodscultuur waarin mensen voor zichzelf en anderen de dood verkiezen boven het leven.

Met heel mijn leven en werk wil ik iets terugdoen voor het geschenk van het leven. Dat is steeds het uitgangspunt van mijn pastoraat. Ik vierde vorige week mijn 40-jarig priesterfeest. Mijn streven als pastoor is dan ook niets anders dan een kerkgemeenschap tot stand te brengen waarin de gelovigen God en elkaar liefhebben. Niet het tot stand brengen van een mooie liturgie is mijn doel, niet het herstel van oude tradities of het doorvoeren van vernieuwingen, niet het propageren van bepaalde devoties, niet de verkondiging van bepaalde dogma’s, niet de bestrijding van onrecht op maatschappelijk gebied. Dat is allemaal secundair. Primair is dat wij die gemeenschap worden waarin dat eerste gebod van Christus uitgevoerd wordt.

Jezus zegt in zijn afscheidsrede: “hieraan zal men herkennen dat gij mijn leerlingen zijt: dat gij de liefde onder elkaar bewaart”. De naastenliefde is ons antwoord op Gods liefde voor ons. In ons nieuw pastoraal beleidsplan staat daarom als missie beschreven:

Het is onze opdracht om als leerlingen-van-Christus en broeders-en-zusters-in-Christus, God te leren kennen, de naaste te dienen en uitgezonden te worden om de harten van mensen voor Gods liefde te winnen.

De kerk is er om het Koninkrijk Gods naderbij te brengen. Het Koninkrijk Gods is overal waar mensen God en elkaar liefhebben. Dan komen de gerechtigheid en de vrede en de primaire levensvoorwaarden voor alle mensen ter wereld vanzelf.

Hoor Israël. Hoor Nederland. Hoor Gouda, Reeuwijk, Bodegraven. de Heer is onze God, de enige Heer. Luistert naar Hem.

Amen.