Fratelli Tutti. Allen broeders.

Een selectieve samenvatting en vereenvoudigde verwoording door internetpastoor Winfried Kuipers van de encycliek Fratelli Tutti ( Allen broeders) van paus Franciscus.

TITELS en teksten tussen () zijn mijn toevoegingen, evenals onderstrepingen, cursief en dikdruk.

Deze selectie en hertaling is gebaseerd op de werkvertaling op WWW.RKDOCUMENTEN.NL

Zonder grenzen (3-8)
HOOFDSTUK EEN  – De schaduwen van een gesloten wereld (9-55)
HOOFDSTUK TWEE  – Een vreemde onderweg (56-86)
HOOFDSTUK DRIE  – Het denken en beheren van een open wereld (87-127)
HOOFDSTUK VIER  – Een hart dat openstaat voor de hele wereld (128-153)
HOOFDSTUK VIJF  – Het beste beleid (154-197)
HOOFDSTUK ZES  – Sociale dialoog en vriendschap (198-224)
HOOFDSTUK ZEVEN  – Wegen van herstel (225-270)
HOOFDSTUK ACHT  – Religies ten dienste van broederschap in de wereld (271-287)
HOOFDSTUK NEGEN  – Gebeden

INLEIDING  Zonder grenzen (3-8)

  1. Fratelli tutti” (Allen broeders), met die woorden richtte Sint-Franciscus van Assisi zich tot zijn broeders en zusters. Hij spreekt over een liefde die de grenzen van ruimte en tijd overstijgt en noemt zalig al wie zijn broeder “net zo liefheeft als die ver van hem weg is als wanneer hij dicht bij hem is”. 2

Op zijn eenvoudige en directe manier legde Sint-Franciscus de essentie uit van een broederlijkheid die mens te erkent, waardeert en liefheeft, … ongeacht waar hij of zij geboren is of leeft.

  1. Ondanks moeilijkheden en gevaren, ging Franciscus naar de (islamitische) sultan (in Egypte, ten tijd van de kruistochten) met dezelfde houding die hij van zijn leerlingen vroeg: dat ze, zonder hun identiteit te ontkennen, “onder .. ongelovigen […] geen geschillen of controverses moeten bevorderen, maar in godsnaam onderworpen moeten zijn aan ieder menselijk wezen”.
  2. Ik voelde ik me vooral aangemoedigd door de groot imam Ahmad Al-Tayyeb, die ik in Abu Dhabi heb ontmoet, om eraan te herinneren dat God “alle mensen gelijk geschapen heeft in rechten, plichten en waardigheid, en die hen geroepen heeft om samen te leven als broeders onder elkaar”
  3. Ik hoop dat we … een wereldwijd verlangen naar broederschap kunnen doen herleven onder ons allen: “Er is een mooi geheim om te dromen en van ons leven een mooi avontuur te maken. …. Hoe belangrijk is het om samen te dromen!”

Laten we dromen als één mensheid, …, als kinderen van ditzelfde land dat ons allen onderdak biedt, ieder met de rijkdom van zijn geloof of zijn overtuigingen, ieder met zijn eigen stem, alle broeders en zusters.

Hoofdstuk 1. DE SCHADUWEN VAN EEN GESLOTEN WERELD (9-55)

17 we moeten een “wij” vormen die het gemeenschappelijke huis bewoont.

22 Terwijl het ene deel van de mensheid in weelde leeft, ziet een ander deel zijn eigen waardigheid genegeerd, geminacht of met voeten getreden en zijn fundamentele rechten genegeerd of geschonden”.

Wat zegt dit over gelijke rechten op basis van gelijke menselijke waardigheid?

VROUWENRECHTEN

23 Ook de organisatie van de samenlevingen in de wereld weerspiegelt nog lang niet duidelijk dat vrouwen precies dezelfde waardigheid en rechten hebben als mannen. Woorden bevestigen iets, maar beslissingen en de realiteit roepen een andere boodschap op. Het is een feit dat “vrouwen dubbel zo arm zijn, die leven in een situatie van uitsluiting, mishandeling en geweld, omdat zij vaak minder mogelijkheden hebben om hun rechten te verdedigen”.

SOCIALE GELIJKHEID

31 De technologie gaat gestaag vooruit, maar “wat zou het mooi zijn als de groei van wetenschappelijke en technologische innovaties ook gepaard zou gaan met meer gelijkheid en sociale integratie. Wat zou het mooi zijn als we bij het ontdekken van nieuwe verre planeten de behoeften van het broertje of zusje in een baan om mij heen herontdekken“.

35 Hopelijk zijn er uiteindelijk niet meer “de anderen”, maar alleen een “wij”.

Laten we hopen dat ….we een sprong maken naar een nieuwe manier van leven en definitief ontdekken dat we elkaar nodig hebben, zodat de mensheid herboren wordt met alle gezichten, alle handen en alle stemmen, over de grenzen heen.

MIGRANTEN EN MIGRATIE

37 Zowel sommige populistische politieke regimes als liberale economische benaderingen stellen dat de komst van migranten ten koste van alles moet worden vermeden. Tegelijkertijd wordt aangevoerd dat de hulp beperkt moet blijven tot de arme landen … .

39 Het is onaanvaardbaar dat christenen deze mentaliteit en deze houdingen delen en soms bepaalde politieke voorkeuren laten prevaleren boven de diepe overtuigingen van hun eigen geloof: de onvervreemdbare waardigheid van ieder mens, ongeacht afkomst, kleur of religie, en de hoogste wet van broederlijke liefde.

40 “Migratie zal een bepalende factor zijn voor de toekomst van de wereld“. “Geïnspireerd door zijn grote culturele en religieuze erfgoed, heeft Europa de nodige instrumenten om de centrale positie van de menselijke persoon te verdedigen en evenals een rechtvaardig evenwicht tussen rechten van de burgers enerzijds en de bijstand en de opvang van migranten anderzijds.”

41 Ik begrijp dat sommige mensen twijfelen en bang zijn voor migranten. Ik begrijp dit als onderdeel van het natuurlijke instinct van zelfverdediging. Maar het is ook waar dat een persoon en een volk alleen vruchtbaar zijn als ze de …anderen kunnen integreren. Ik nodig u uit om verder te gaan dan deze primaire reacties, want “het probleem is dat deze twijfels en angsten onze manier van denken en handelen zodanig beïnvloeden dat we intolerant, gesloten en misschien zelfs racistisch worden. Angst ontneemt ons dus de wens en het vermogen om de ander te ontmoeten“.

48 “de wereld is vandaag de dag vooral een dove wereld“. […] Soms verhindert de snelheid van de moderne wereld ons om goed te horen wat een ander zegt. En als hij in het midden van zijn dialoog zit, onderbreken we hem al en willen we hem antwoorden als hij nog niet klaar is met spreken. We mogen ons vermogen om te luisteren niet verliezen”. Franciscus van Assisi “hoorde de stem van God, hoorde de stem van de armen, hoorde de stem van de zieken, hoorde de stem van de natuur. En dit alles transformeert hem in een manier van leven. Ik wou dat het zaad van Sint Franciscus in zoveel harten zou groeien”.

MODERNE MEDIA EN COMMUNICATIEMIDDELEN in een informatiemaatchappij.

49 Wanneer de stilte en het luisteren verdwijnen en alles wordt omgezet in snelle en angstige toetsaanslagen en boodschappen, komt de wijze menselijke communicatie in het gedrang.

50 De overweldigende accumulatie van informatie die ons overspoelt, betekent niet meer wijsheid. Wijsheid is niet gefabriceerd door angstige zoekopdrachten op het internet, noch is het een opsomming van informatie ….. De gesprekken draaien alleen om het laatste nieuws, ze zijn slechts horizontaal. Maar men dringt niet door tot de kern van het leven, herkent niet wat essentieel is om het bestaan zin te geven. Vrijheid is dus een illusie die aan ons wordt verkocht en wordt verward met de vrijheid om voor een scherm te navigeren. Een pad van broederschap, lokaal en universeel, kan alleen worden bewandeld door vrije geesten die bereid zijn om elkaar echt te ontmoeten.

WELVARENDE LANDEN EN CULTUUR

51 Sommige economisch succesvolle landen worden gepresenteerd als culturele modellen voor onderontwikkelde landen, in plaats van te proberen elk land op zijn eigen manier te laten groeien, zodat het zijn vermogen ontwikkelt om te innoveren vanuit de waarden van zijn cultuur.

52 Door het negeren van de cultuur van een volk zijn veel politieke leiders niet in staat om een efficiënt project uit te voeren dat vrijelijk kan worden aangenomen en in de loop van de tijd kan worden volgehouden.

Hoofdstuk 2: HET VERHAAL VAN DE BARMHARTIGE SAMARITAAN. (Lukas 10,30-39)

56 Verhaal van de barmhartige Samaritaan: herkenbaar voor alle mensen van goede wil.

59 In de joodse tradities leek de ander lief te hebben en te verzorgen zich te beperken tot relaties tussen leden van dezelfde natie. Het oude voorschrift “heb uw naaste lief als uzelf” (Lev. 19, 18) werd begrepen als een verwijzing naar landgenoten. Maar vooral in het jodendom dat zich buiten het land Israël ontwikkelde, werden de grenzen verbreed. Er verscheen een uitnodiging om anderen niet te doen wat je niet wilt dat ze jou doen. (Chiara Lubich noemt dat: de Gulden regel in alle religies)

De wijze man Hillel (1ste eeuw v. Chr.) zei in dit verband: “Dit is de wet en de Profeten. Al het andere is commentaar”. Het verlangen om de goddelijke houding na te bootsen heeft ertoe geleid dat de neiging om zich te beperken tot degenen die het dichtst bij ons staan, is overwonnen: “De barmhartigheid van de mens betreft zijn naaste, de barmhartigheid van de Heer ieder levend wezen” (Sir. 18, 13).

60 In het Nieuwe Testament vond Hillel’s voorschrift een positieve uitdrukking: “Wat u ook wilt dat de mensen u doen, doe het ook met hen: dit is de Wet en de Profeten” (Mt. 7, 12). Deze oproep is universeel.

61 In het Nieuwe Testament klinkt de roep om broederliefde sterk door:

“Want de hele wet vindt zijn volheid in één voorschrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Gal. 5, 14).

“Hij die van zijn broer houdt, blijft in het licht. Maar wie zijn broer haat, is in de duisternis” (1 Joh. 2, 10-11).

“We weten dat we zijn overgegaan van de dood naar het leven, omdat we van onze broeders houden. Wie niet liefheeft, blijft in de dood” (1 Joh. 3, 14).

“Want wie zijn broer niet liefheeft die hij ziet, kan God niet liefhebben die hij niet ziet” (1 Joh. 4, 20

62 in de gemeenschap van Johannes werd gevraagd om “broeders, hoewel buitenlanders” goed te ontvangen (3 Joh. 5). Deze context helpt om de waarde van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan te begrijpen: het kan de liefde niet schelen of de gewonde broer hier of daar vandaan komt.

63 De barmhartige Samaritaan stopte, gaf hem nabijheid, behandelde hem met eigen handen, betaalde uit eigen zak en zorgde voor hem. Bovenal gaf hij hem iets waar we in deze haastige wereld zo op beknibbelen: hij gaf hem zijn eigen tijd. Hij had toch zeker zijn eigen plannen om die dag te gebruiken volgens zijn behoeften, verplichtingen of wensen. Maar hij was in staat om alles opzij te zetten voor die gewonde man, en zonder hem te kennen achtte hij hem waardig om van zijn tijd te geven.

65 Er wordt iemand aangevallen in onze straat en velen haasten zich weg alsof ze het niet gezien hebben. Mensen raken iemand met hun auto en vluchten vervolgens weg. Hun enige wens is om problemen te vermijden; het maakt niks uit dat door hun schuld een ander mens zou kunnen sterven.

Omdat we allemaal erg gefocust zijn op onze behoeften, stoort ons de aanblik van een mens die lijdt. Het maakt ons ongemakkelijk, omdat we geen tijd willen verspillen aan de problemen van andere mensen. Dit zijn symptomen van een zieke samenleving. Een samenleving die op zoek is naar welvaart, maar het lijden de rug toekeert.

66 Het is een tekst die ons uitnodigt om onze roeping als burgers van ons land en van de hele wereld, bouwers van een nieuwe sociale band, nieuw leven in te blazen. …. Een oproep aan de maatschappij het algemeen welzijn na te streven.

67 De gelijkenis toont ons welke initiatieven kunnen worden gebruikt om een gemeenschap opnieuw op te bouwen, beginnend bij mannen en vrouwen die zich de kwetsbaarheid van anderen eigen maken, …..

68 Het is niet mogelijk om onverschillig te leven in het aangezicht van pijn; we kunnen niet toestaan dat iemand “in de marge van het leven” blijft. Dit moet ons verontwaardigen, tot het punt waarop we afstappen …

69 Elke dag staan we voor de keuze om goede Samaritanen te zijn of onverschillige reizigers die op afstand passeren.

74 In degenen die op afstand passeren is er één detail dat we niet kunnen negeren: het waren religieuze mensen. Bovendien wijdden ze zich aan de aanbidding van God: een priester en een Leviet. Dit is een speciale vermelding waard: het geeft aan dat geloven in God en Hem aanbidden niet garandeert dat je zult leven zoals God dat wil.

84 “Ik was een vreemdeling en je hebt me verwelkomd” (Mt. 25, 35).

Voor christenen hebben de woorden van Jezus ook een transcendente dimensie. Zij impliceren het herkennen van Christus zelf in elke verlaten of uitgesloten broeder of zuster.

85 In werkelijkheid zit het geloof vol met ongekende beweegredenen om de ander te erkennen, want zij die geloven kunnen gaan inzien dat God ieder mens met een oneindige liefde liefheeft en dat Hij ‘hem daarmee een oneindige waardigheid geeft’.

86 Er zijn echter nog steeds mensen die zich door hun geloof aangemoedigd of in ieder geval geautoriseerd voelen om verschillende vormen van gesloten en gewelddadig nationalisme, xenofobe houdingen, minachting en zelfs mishandeling van mensen die anders zijn, te steunen.

 

Hoofdstuk 3: HET DENKEN EN BEHEREN VAN EEN OPEN WERELD (87-127)

DE ONTMOETING MET DE ANDER

87 Door een oprechte gave van zichzelf realiseert de mens zichzelf. Men kan zichzelf niet volledig kennen zonder de ontmoeting met andere personen.

89 Aan de andere kant kan ik mijn leven niet herleiden tot een relatie met een kleine groep of zelfs met mijn familie, omdat het onmogelijk is om mezelf te begrijpen zonder een breder weefsel van relaties: niet alleen het huidige, maar ook het weefsel dat mij voorafgaat en dat mij mijn hele leven heeft gevormd

90  De gastvrijheid is een uitdaging en gave, de ontmoeting met de mensheid buiten de eigen groep.

92 Er zijn gelovigen die denken dat hun grootheid ligt in het opleggen van hun ideologieën aan anderen, of in de gewelddadige verdediging van de waarheid, of in grote demonstraties van kracht.

94:  De liefde van de ander spoort ons aan om het beste voor zijn leven te zoeken.

95  Niemand wordt volwassen of bereikt zijn of haar volheid door zich te isoleren. …Jezus zei ons: “Jullie zijn allemaal broeders”. (Mt. 23, 8.).

96 In feite “maakt het steeds groter wordende aantal onderlinge verbindingen en communicaties die onze planeet omhullen het bewustzijn van eenheid en het delen van een gemeenschappelijk lot tussen de naties van de aarde tastbaarder.

100 Als globalisering beweert iedereen gelijk te maken, dan vernietigt deze globalisering de eigen aard van elke persoon en elk volk.

101 Er was een gewonde man op de weg. De personages die hem passeerden richtten zich … op hun functie, op de maatschappelijke positie die ze innamen, op een prestigieus beroep in de maatschappij. Ze voelden zich toen belangrijk voor de maatschappij en waren geïnteresseerd in de rol die ze moesten spelen. De man die onderweg gewond raakte en achtergelaten werd, was een verstoring van dit project, een onderbreking. De vrijgevige Samaritaan ….was een buitenstaander zonder eigen plaats in de maatschappij. Zo kon hij, vrij van alle titels en structuren, zijn reis onderbreken, zijn plannen veranderen, openstaan voor de verrassing van de gewonde man die hem nodig had.

VRIJHEID, GELIJKHEID EN BROEDERSCHAP (103-105)

103 Broederschap heeft iets positiefs te bieden aan vrijheid en gelijkheid.

104 gelijkheid wordt bereikt door …de bewuste en pedagogische cultivatie van broederschap

105 radicaal individualisme is het moeilijkste virus om te verslaan

ECONOMIE EN KWETSBARE MENSEN

108 Investeren in kwetsbare mensen is misschien niet rendabel, het kan leiden tot minder efficiëntie.

109 Als de samenleving in de eerste plaats gebaseerd is op de criteria van marktvrijheid en -efficiëntie, is daar geen plaats voor iemand die in een ellendig huis is geboren, voor iemand die is opgegroeid met een slechte opleiding en met weinig kans op een goede behandeling voor zijn of haar ziekte. …  en zal het broederschap hooguit een romantische uitdrukking zijn.

110 loutere economische vrijheid belet veel mensen er werkelijk toegang toe te hebben en ontdoet  vrijheid, democratie of broederschap van haar betekenis. .. Een menselijke en broederlijke samenleving is in staat ervoor te zorgen dat iedereen op het pad van zijn leven wordt begeleid, niet alleen om in zijn basisbehoeften te voorzien, maar ook om het beste van zichzelf te geven, ook al zal zijn prestatie niet het beste zijn, ook al gaat het langzaam, ook al zal zijn efficiëntie van weinig belang zijn.

114-117: over solidariteit met de zwaksten, kwetsbaren: hun welzijn boven het eigen belang stellen.

BEZIT EN ONDERNEMEN

118 De wereld bestaat voor iedereen, want wij mensen worden allemaal met dezelfde waardigheid op deze aarde geboren. Verschillen in kleur, godsdienst, bekwaamheid, plaats van herkomst, woonplaats en vele andere kunnen niet worden aangevoerd of gebruikt om de privileges van sommigen te rechtvaardigen ten koste van de rechten van iedereen.

De heilige Johannes Chrysostomus zegt “het niet geven van het deel van iemands goederen is van de armen stelen”. Gregorius de Grote: “Als wij iets aan de armen geven, geven wij niets van onszelf aan hen, maar geven wij hen terug wat hen toebehoort”.

120 “de christelijke traditie heeft nooit het recht op privé-eigendom als absoluut of onaantastbaar erkend, maar de nadruk gelegd op de sociale functie van elke vorm van privé-eigendom”.

Het principe van het gemeenschappelijk gebruik van goederen die voor iedereen zijn geschapen is het “eerste principe van de hele ethisch-sociale orde“, is een natuurlijk, origineel en prioritair recht.

121 Niemand kan dus worden uitgesloten, ongeacht waar hij geboren is, laat staan vanwege de voorrechten die anderen hebben om geboren te worden op plaatsen met meer mogelijkheden. De grenzen van de staten mogen dit niet voorkomen. Net zoals het onaanvaardbaar is dat iemand minder rechten heeft omdat hij of zij een vrouw is, is het evenzeer onaanvaardbaar dat de geboorte- of verblijfplaats op zich leidt tot minder mogelijkheden voor een waardig leven en een waardige ontwikkeling.

123 De activiteit van ondernemers is inderdaad “een nobele roeping die gericht is op het produceren van rijkdom en het verbeteren van de wereld voor iedereen.

Ieder mens wordt opgeroepen om zijn of haar eigen ontwikkeling te bevorderen, en dit omvat de implementatie van economische en technologische capaciteiten om goederen te laten groeien en de welvaart te laten toenemen. In ieder geval moeten deze vaardigheden van ondernemers, die een geschenk van God zijn, duidelijk gericht zijn op de vooruitgang van andere mensen en op het overwinnen van de armoede, vooral door het creëren van gediversifieerde werkgelegenheidskansen.

Rechten van volkeren (124-127)

124 Erkennen we de gemeenschappelijke bestemming van goederen, dan kunnen we zeggen dat elk land ook van de vreemdeling is, aangezien de goederen van het ene grondgebied niet mogen worden ontzegd aan een persoon in nood die van een andere plaats komt.

125 Als ieder mens onvervreemdbare waardigheid heeft, als ieder mens mijn broer of zus is, en als de wereld echt van iedereen is, maakt het niet uit of iemand hier geboren is of buiten de grenzen van zijn of haar eigen land woont. …  Mijn land kan hen hartelijk verwelkomen wanneer ze zich in hachelijke situaties bevinden of werken aan de verbetering van de levensomstandigheden in hun geboorteland of geen corrupte systemen steunen die de natuurlijke hulpbronnen plunderen.

126 ethiek van de internationale betrekkingen

127 Het is mogelijk om te verlangen naar een planeet die land, thuis en werk biedt voor iedereen. Dit is de ware weg naar vrede, en niet de dwaze en kortzichtige strategie van het zaaien van angst en wantrouwen ten aanzien van bedreigingen van buitenaf.

Hoofdstuk 4: EEN HART DAT OPENSTAAT VOOR DE HELE WERELD (128-153)

129 Het ideaal zou natuurlijk zijn om onnodige migratie te vermijden door in de landen van herkomst voor iedereen de voorwaarden te creëren voor een waardig leven en een integrale ontwikkeling. Maar zolang er geen serieuze vorderingen in die richting geboekt worden, zijn we verplicht het recht van mensen te respecteren om een plaats te vinden die niet alleen voldoet aan hun basisbehoeften en die van hun familie, maar hen ook de kans biedt om zichzelf als persoon ten volle te ontplooien. Onze inspanningen voor migranten kunnen we in vier werkwoorden samenvatten: verwelkomen, beschermen, bevorderen en integreren.

Het gaat er om steden en landen op te bouwen die, met behoud van hun respectieve culturele en religieuze identiteit, openstaan voor verschillen en die in een geest van menselijke broederlijkheid weten te waarderen;

133 voor de gemeenschappen en samenlevingen waarin migranten aankomen, zijn ze een kans op verrijking en integrale menselijke ontwikkeling voor iedereen

134 De verschillende culturen, die door de eeuwen heen hun rijkdom hebben voortgebracht, moeten behouden blijven, … Waarderen wat ons verenigt en kijken naar verschillen als groeimogelijkheden.

138 We hebben een juridische, politieke en economische wereldorde nodig

140 We hebben het leven gratis gekregen, we hebben er niet voor betaald. Dus we kunnen allemaal geven zonder te wachten op iets, goed doen zonder hetzelfde te verwachten van de persoon die we helpen.

141 De immigrant wordt gezien als een usurpator die niets te bieden heeft. Zo komt men tot de naïeve gedachte dat de armen gevaarlijk of nutteloos zijn en dat de machtigen royale weldoeners zijn.

153 We moeten de schoonheid waarderen die God buiten onze grenzen verspreidt”. We moeten kijken naar het globale, dat ons verlost van de huiselijke kleinzieligheid.: …. Universele broederschap en sociale vriendschap zijn binnen elke samenleving twee onlosmakelijk met elkaar verbonden en onmisbare polen.

Hoofdstuk 5: HET BESTE BELEID (154-197)

162 Over WERK: zorgen dat iedereen de zaden kan laten groeien die God in elk van hen heeft gelegd, zijn capaciteiten, zijn initiatief, zijn kracht. Dit is de beste hulp voor een arm persoon, de beste weg naar een waardig bestaan. Daarom dring ik erop aan dat “het helpen van de armen met geld altijd een tijdelijke remedie moet zijn voor noodsituaties“. Het echte doel moet altijd zijn om hen in staat te stellen een waardig leven te leiden door middel van werk.” In een echt geavanceerde samenleving is werk een onmisbare dimensie van het sociale leven, omdat het niet alleen een manier is om de kost te verdienen, maar ook een middel tot persoonlijke groei, tot het opbouwen van gezonde relaties, tot het uitdrukken van zichzelf, tot het delen van geschenken, tot het zich medeverantwoordelijk voelen voor het verbeteren van de wereld en, uiteindelijk, tot het leven als een volk.

168 De markt alleen lost niet alles op, hoewel ze soms willen dat we dit dogma van het neoliberale geloof geloven. …. Enerzijds is een actief economisch beleid onontbeerlijk, gericht op “het bevorderen van een economie die een productieve diversificatie en ondernemingscreativiteit bevordert”, zodat de werkgelegenheid kan worden vergroot in plaats van verkleind. Financiële speculatie met gemakkelijke winst als fundamenteel doel blijft een moord doen. Aan de andere kant, “zonder interne vormen van solidariteit en wederzijds vertrouwen kan de markt zijn economische functie niet volledig vervullen.

172 Het zou echter op zijn minst moeten voorzien in de oprichting van effectievere wereldorganisaties met gezag om het algemeen belang van de wereld, de uitroeiing van honger en ellende en de zekere verdediging van de fundamentele mensenrechten te waarborgen.

173 In dit perspectief herinner ik eraan dat een hervorming “van zowel de Organisatie van de Verenigde Naties als van de internationale economische en financiële architectuur noodzakelijk is om het concept van de familie van naties werkelijk inhoud te geven”. Dit veronderstelt ongetwijfeld precieze juridische grenzen, om te voorkomen dat een autoriteit alleen door bepaalde landen wordt gecoöpteerd en om tegelijkertijd te voorkomen dat er culturele verplichtingen worden opgelegd of dat de essentiële vrijheden van de zwakkere naties worden ingeperkt vanwege ideologische verschillen. In feite is “de internationale gemeenschap een juridische gemeenschap die gebaseerd is op de soevereiniteit van elke lidstaat.

180 Een individu kan een persoon in nood helpen, maar wanneer hij of zij zich bij anderen voegt om sociale processen van broederschap en gerechtigheid voor iedereen tot leven te brengen, betreedt hij of zij het “veld van de breedste liefdadigheid, van de politieke liefde”.

182 Deze politieke naastenliefde veronderstelt dat we een sociale zin hebben ontwikkeld die verder gaat dan elke individualistische mentaliteit: “Sociale naastenliefde doet ons het algemeen welzijn liefhebben en doet ons effectief het welzijn van alle mensen zoeken, niet alleen individueel beschouwd maar ook in de sociale dimensie die hen verenigt”. Iedereen is volledig een persoon wanneer hij of zij tot een volk behoort, en tegelijkertijd is er geen echt volk zonder respect voor het gezicht van elk mens. Mensen en persoon zijn correlatieve termen. Vandaag de dag worden echter mensen worden gereduceerd tot individuen.

186 Als iemand een bejaarde helpt om een rivier over te steken – en dat is een uitstekende liefdadigheid – dan bouwt de politicus een brug voor hem, en dat is ook een liefdadigheid. Als iemand een ander helpt door hem te voeden, creëert de politicus een baan voor hem en oefent hij een zeer hoge vorm van liefdadigheid uit die zijn politieke actie veredelt.

187 Deze liefdadigheid, het hart van de politiek, is altijd een voorkeursbehandeling voor de minstbedeelden.

188 De politicus is een maker, een bouwer met grote doelstellingen, met een brede, realistische en pragmatische blik, zelfs buiten zijn eigen land.

189 We zijn nog ver verwijderd van een globalisering van de meest essentiële mensenrechten. Daarom kan de wereldpolitiek er niet omheen dat het een van haar belangrijkste en onmisbare doelstellingen is om de honger effectief uit te bannen. In feite, “wanneer financiële speculatie de prijs van voedsel beïnvloedt door het te behandelen als elke andere grondstof, lijden en sterven miljoenen mensen van de honger. Aan de andere kant wordt er tonnen voedsel weggegooid. Dit is een echt schandaal. Honger is crimineel, eten is een onvervreemdbaar recht”

191 Terwijl in de huidige maatschappij het fanatisme, de gesloten logica en de sociale en culturele versplintering zich opstapelen, zet een goede politicus de eerste stap om de verschillende stemmen te laten weerklinken. Het is waar dat verschillen conflicten veroorzaken, maar uniformiteit genereert verstikking en zorgt ervoor dat we cultureel vervormd raken.

194 Zelfs in de politiek is er ruimte voor tedere liefde.

197 Want na een paar jaar nadenken over het verleden zal de vraag niet zijn: “Hoeveel hebben mij goedgekeurd, hoeveel hebben er op mij gestemd, hoeveel hebben een positief beeld van mij gehad?”. De vragen, misschien wel pijnlijk, zullen zijn: “Hoeveel liefde heb ik in mijn werk gestopt? Hoeveel liefde heb ik in mijn werk gestopt? Welke afdruk heb ik achtergelaten in het leven van de maatschappij? Welke echte banden heb ik opgebouwd? Welke positieve krachten heb ik losgelaten? Hoeveel sociale vrede heb ik gezaaid? Wat heb ik geproduceerd in de plaats die mij is toevertrouwd?”.

Hoofdstuk 6: SOCIALE DIALOOG EN VRIENDSCHAP

198 Een volhardende en moedige dialoog maakt geen krantenkoppen zoals botsingen en conflicten, maar het helpt de wereld discreet om beter te leven, veel meer dan we ons kunnen realiseren.

199 “tussen egoïstische onverschilligheid en gewelddadig protest is er altijd een optie: de dialoog. Dialoog tussen de generaties, dialoog in de mensen, want we zijn allemaal mensen, het vermogen om te geven en te ontvangen, open te staan voor de waarheid. Een land groeit wanneer zijn verschillende culturele rijkdommen op constructieve wijze met elkaar in dialoog gaan: populaire cultuur, universitaire cultuur, jeugdcultuur, artistieke cultuur en technologische cultuur, economische cultuur en gezinscultuur, en mediacultuur”.

201 Misbruik van de media: De gewoonte om de tegenstander snel in diskrediet te brengen, hem vernederende bijnamen toe te schrijven, overheerst, in plaats van een open en respectvolle dialoog te voeren. … …Het debat wordt vaak gemanipuleerd door bepaalde belangen die op oneerlijke wijze proberen de publieke opinie in hun voordeel te beïnvloeden

203 Een authentieke sociale dialoog veronderstelt het vermogen om het standpunt van de ander te respecteren,.. “in een ware geest van dialoog wordt men gevoed door de ander te begrijpen, zelfs als men het niet als zijn eigen overtuiging kan nemen. Op die manier wordt het mogelijk om oprecht te zijn, niet te verbergen wat we geloven, … om contactpunten te zoeken, en vooral om te werken en samen te werken” …. Wij denken dat “verschillen creatief zijn, ze creëren spanning, en in de oplossing van een spanning bestaat de vooruitgang van de mensheid“.

205 In deze geglobaliseerde wereld “kunnen de media ons helpen om ons dichter bij elkaar te voelen; om ons een hernieuwd gevoel van eenheid in de menselijke familie te geven, wat ons aanzet tot solidariteit en serieuze inzet voor een waardiger leven. …. In het bijzonder kan het internet meer mogelijkheden bieden voor ontmoeting en solidariteit tussen allen, en dat is een goede zaak, het is een geschenk van God

211 Door te accepteren dat er enkele permanente waarden zijn, wordt een sociale ethiek solider en stabieler.

215 “Het leven is de kunst van de ontmoeting, … Het is een manier van leven die de neiging heeft dat veelvlak te vormen dat vele gezichten heeft, vele kanten, maar allemaal een eenheid vormen die rijk is aan nuances, omdat “het geheel superieur is aan het deel”. Het veelvlak vertegenwoordigt een samenleving waarin verschillen naast elkaar bestaan door het integreren, verrijken en verlichten van elkaar… . Van iedereen kan namelijk iets geleerd worden, niemand is nutteloos, niemand is overbodig. Dit houdt in dat ook de periferieën worden meegenomen. Degenen die in hen leven hebben een ander standpunt, ze zien aspecten van de werkelijkheid ….

217 Sociale vrede is moeizaam, ambachtelijk. Het zou gemakkelijker zijn om met een beetje sluwheid en middelen de vrijheden en verschillen in te dammen. Maar deze vrede zou oppervlakkig en kwetsbaar zijn, niet de vrucht van een cultuur van ontmoeting die haar ondersteunt. Het integreren van verschillende realiteiten is veel moeilijker en langzamer, maar het is de garantie voor een echte en solide vrede. “zelfs mensen die bekritiseerd kunnen worden om hun fouten hebben iets bij te dragen dat niet verloren mag gaan”. Laten we onze kinderen bewapenen met de wapens van de dialoog! Laten we ze het goede gevecht van de ontmoeting leren!

219 Een realistisch en inclusief sociaal pact moet ook een “cultureel pact” zijn dat de verschillende wereldbeelden, culturen en levensstijlen die in de samenleving naast elkaar bestaan, respecteert en er rekening mee houdt.

221 Dit pact vereist ook het aanvaarden van de mogelijkheid om iets op te geven voor het algemeen belang. Niemand zal in staat zijn om alle waarheid te bezitten, noch zal hij in staat zijn om al zijn verlangens te bevredigen, omdat dat hem ertoe zou brengen de ander te willen vernietigen door zijn rechten te ontkennen. … Alleen de liefde maakt mogelijk dat men zich op de plaats van de ander zet om te ontdekken wat authentiek is, of op zijn minst begrijpelijk, tussen zijn motivaties en interesses.

222 Het individualisme van de consument. Anderen worden slechts obstakels voor hun eigen aangename rust. Zo neemt de agressie toe. Dit wordt geïntensiveerd en bereikt een ergerniswekkend niveau in tijden van crisis,

223 Een vrucht van de Heilige Geest: goedaardigheid en zachtmoedigheid… Zij wil niet kwetsen met woorden of gebaren, als een poging om de last van anderen te verlichten. Het omvat “woorden van aanmoediging, die kracht geven, die troosten, die stimuleren.

224 Vriendelijkheid is een bevrijding van de wreedheid, van angst. Vandaag de dag vinden we zelden tijd en energie om anderen goed te behandelen, om “toestemming”, “sorry”, “dank u” te zeggen. Toch is er af en toe het wonder van een vriendelijk persoon, die zijn zorgen en urgenties opzijzet om aandacht te schenken, om een glimlach te geven, om een bemoedigend woord te zeggen. …. Omdat het waardering en respect veronderstelt, verandert het de sociale verhoudingen, de manier van debatteren en het vergelijken van ideeën ingrijpend. Het vergemakkelijkt het zoeken naar consensus.

Hoofdstuk 7 – WEGEN VAN HERSTEL (225-270)

227 De waarheid is een onafscheidelijke metgezel van gerechtigheid en barmhartigheid. Alle drie verenigd zijn ze essentieel voor het opbouwen van vrede. Geweld genereert geweld, haat genereert meer haat en de dood genereert meer dood. We moeten deze keten, die onontkoombaar lijkt, doorbreken”.

228 De weg naar een betere coëxistentie vraagt altijd om erkenning van de mogelijkheid dat de ander – in ieder geval gedeeltelijk – een legitiem perspectief biedt, iets wat opnieuw kan worden beoordeeld, zelfs als hij misschien verkeerd is geweest of verkeerd heeft gehandeld.

230 Als we de politieke tegenstander of de buurman konden zien met dezelfde ogen als waarmee we kinderen, vrouwen, echtgenoten, vaders en moeders zien. Wat zou dat mooi zijn!

234 Als de armste en afgedankte mensen soms reageren met een houding die asociaal lijkt, is het belangrijk te begrijpen dat dergelijke reacties in veel gevallen afhangen van een geschiedenis van minachting en gebrek aan sociale integratie.

235 Wanneer de samenleving – lokaal, nationaal of mondiaal – een deel van zichzelf in de periferie in de steek laat, zal er geen politieke agenda zijn, geen politie die voor onbeperkte gemoedsrust kunnen zorgen”.

VERGEVING NA MISDADEN?

241 Het gaat er niet om vergeving voor te stellen door afstand te doen van iemands rechten ten overstaan van een machtig corrupt persoon, een crimineel of iemand die onze waardigheid aantast. We zijn geroepen om iedereen lief te hebben, maar om een onderdrukker lief te hebben betekent niet dat we hem moeten toestaan te blijven denken dat wat hij doet aanvaardbaar is. Integendeel, de goede manier om van hem te houden is door op verschillende manieren te proberen hem te doen ophouden met onderdrukken; het is om die kracht weg te nemen die hij niet goed weet te gebruiken en die hem als mens vervormt. Vergeven is niet: toestaan dat ze hun eigen waardigheid en die van anderen blijven vertrappen of dat een crimineel misdaden blijft plegen.

243 Zeker, het is geen gemakkelijke taak om de bittere erfenis van onrechtvaardigheid, vijandigheid en wantrouwen, achtergelaten door conflicten, te overwinnen. Het kan alleen worden bereikt door het kwaad te overwinnen met het goede. 

246 Van degenen die veel hebben geleden op een onrechtvaardige en wrede manier, moet men niet een soort “sociale vergeving” eisen. Verzoening is een persoonlijke zaak, en niemand kan het aan de hele samenleving opleggen.

251 Er zijn misdaden die zo afschuwelijk en wreed zijn dat het niet genoeg is om de dader te laten lijden, om zelf het gevoel te hebben dat het misdrijf is vergolden; het zou ook niet genoeg zijn om de misdadiger te doden.  ….Wraak lost niets op.

252 We hebben het niet over straffeloosheid. Gerechtigheid (in de zin van straf W.K.) wordt alleen gezocht uit liefde voor de gerechtigheid zelf, uit respect voor de slachtoffers, om nieuwe misdaden te voorkomen en om het algemeen belang te beschermen, niet als een vermeende ontluchting van de woede.

257 OORLOG EN DOODSTRAF De 75 jaar van de Verenigde Naties en de ervaring van de eerste 20 jaar van dit millennium laten zien dat de volledige toepassing van internationale normen werkelijk effectief is.

258 De heilige Johannes Paulus II heeft duidelijk en resoluut verklaard dat de doodstraf op moreel gebied ontoereikend is en op strafrechtelijk gebied niet meer nodig is.

Hoofdstuk 8 – RELIGIES TEN DIENSTE VAN BROEDERSCHAP IN DE WERELD (271-287)

Het is noodzakelijk om te stoppen met het steunen van terroristische bewegingen door middel van de levering van geld, wapens, plannen of rechtvaardigingen en ook door middel van media-aandacht

285 In die broederlijke ontmoeting, met de Groot Imam Ahmad Al-Tayyeb, “verklaren we – vastbesloten – dat religies nooit aanzetten tot oorlog en nooit oproepen tot gevoelens van haat, vijandigheid, extremisme, noch uitnodigen tot geweld of bloedvergieten. Deze zaken zijn het gevolg van het afwijken van de religieuze leer, van het politieke gebruik van religies en ook van de interpretaties van groepen mannen van de religie die misbruik hebben gemaakt van de invloed van religieus sentiment op de harten van de mensen […]. Want God, de Almachtige, hoeft door niemand verdedigd te worden en wil niet dat zijn naam gebruikt wordt om mensen te terroriseren“. Daarom wil ik hier de oproep tot vrede, gerechtigheid en broederschap oppakken die we samen hebben gedaan:

“In naam van God die alle mensen gelijk geschapen heeft in rechten, plichten en waardigheid, en die hen geroepen heeft om samen te leven als broeders onder elkaar, de aarde te bevolken en er de waarden te verspreiden van goedheid, naastenliefde en vrede.

In naam van de broederlijkheid onder de mensen die alle mensen omvat, verenigt en gelijk maakt.

In naam van alle mensen van goede wil, die zich in alle streken der aarde bevinden.

In de naam van God […] [verklaren we] dat we de cultuur van de dialoog als de weg, de gemeenschappelijke samenwerking als het gedrag, de wederzijdse kennis als de methode en het criterium, aannemen”

288 GEBED TOT DE SCHEPPER

Heer en Vader van de mensheid, omdat je alle mensen met gelijke waardigheid hebt geschapen,
vragen we je een broederlijke geest in ons hart te brengen.
Inspireer ons om te dromen van een nieuwe ontmoeting, van dialoog, van gerechtigheid en vrede.
Moedig ons aan om gezondere samenlevingen en een meer waardige wereld te creëren,
zonder honger, zonder armoede, zonder geweld, zonder oorlog.

Onze harten gaan open
voor alle volkeren en naties van de aarde,
om het goede en het mooie te herkennen
die je in elk van hen hebt gezaaid,
om banden van eenheid te smeden, van gemeenschappelijke projecten,
van gedeelde hoop. Amen.

 

289 Oecumenisch Christelijk gebed

Onze God, Drie-eenheid van liefde,
wil door de krachtige communie van je goddelijke intimiteit…
de rivier van broederliefde in ons midden uitstorten.
Geef ons de liefde die uitgaat van Jezus’ gebaren,
in zijn familie in Nazareth en de eerste christelijke gemeenschap.

Geef ons Christenen om het Evangelie na te leven.
en om Christus in ieder mens te herkennen,
om hem gekruisigd te zien in de angst van de verlatenen…
en de vergeten mensen van deze wereld
en herrezen in elke opgestane broer.

Kom, Heilige Geest! Toon ons uw schoonheid,
weerspiegeld in alle volkeren van de aarde,
om erachter te komen dat iedereen belangrijk is,
dat iedereen nodig is, dat het verschillende gezichten zijn…
van Gods geliefde mensheid zelf. Amen.