.

Dankbaarheid Oogstdankdag 2019

PREEK 28e zondag jaarcyclus C 2019: Pijnacker, Bergschenhoek en Berkel

LEZINGEN: 2 Koningen5,14-17; 2 Timotheus 2, 8-13 en Lucas 17,11-19

THEMA: dankbaarheid

INLEIDING OP EERSTE LEZING:

In de eerste lezing horen we van een Syrier die in Israel genezing vindt voor zijn melaatsheid. In die tijd had elk land zijn eigen godsdienst. Door deze genezing komt de Syrier tot het besef dat er maar èèn God is van alle volkeren. Omdat hij die ene God van Israel wil blijven vereren wil hij een vracht aarde meenemen van Israel naar Syrie. We kunnen het vergelijken met paus Johannes Paulus II, die in elk land waar hij kwam eerst de grond kuste, maar toen hij door ouderdom niet meer kon bukken, hielden ze hem een bak aarde voor om te kussen.
In de tijd van Jezus waren de priesters tevens medici. Zij moesten vaststellen of iemand melaats was of genezen en gezond.

INLEIDING op het evangelie.

In het evangelie horen we over melaatsen. Melaatsheid kennen wij hier niet meer. Het is een besmettelijke ziekte. Daarom moesten die mensen in Israël op afstand blijven van gezonde mensen. En je mocht ze niet aanraken. En dat was misschien nog wel het ergste van die ziekte. Zo konden ze geen liefde meer geven en ontvangen. Grote missionarissen zoals Moeder Teresa, pater Damiaan en Peerke Donders hebben dat taboe doorbroken en die mensen wel aangeraakt om hen Gods liefde te laten voelen.
In de tijd van Jezus waren de priesters tevens medici. Zij moesten vaststellen of iemand melaats was of genezen en gezond.

PREEK

Onder mijn e-mails staat altijd een spreuk van Phil Bosmans, een inmiddels overleden Belgische priester, namelijk: ´zoals een bloem de zon nodig heeft om bloem te worden, zo heeft de mens de liefde nodig om mens te worden.’
Een bloem kun je zaaien, begieten en plantenvoedsel geven. Maar het belangrijkste kunnen wij niet geven: de zon en de groeikracht. Die krijgen we. Gratis.

Wij mensen zijn ook een stukje natuur. Ook wij hebben voedsel en drank nodig om te groeien. Maar de mens heeft nog meer nodig: de liefde. En die kun je niet kopen. Die krijg je. Gratis.
De belangrijkste dingen in het leven zijn gratis. Phil Bosmans schrijft dat zo prachtig in zijn boek “In liefde weer mens worden”, blz.164: “De essentiële dingen van het leven zijn gratis! De schoot van je moeder, en een vader die zingt. De zon en de vriendschap. Een plaats aan tafel en een hartelijke omhelzing. Het licht in de lente. Het lachen van een kind. Het lied van een vogel. Het kabbelen van de beek. Het sap in de bomen, het golven van de zee. De dag en de nacht. De rust en de stilte. De zevende dag. Het leven. Het mens-zijn op aarde.
Ik vind het fantastisch! Het kloppen van mijn hart, 103.000 keren per dag, zomaar, gratis. Het is niet te geloven. Ik mag elke dag 20.000 maal ademen en voor de 137 kubieke meter lucht, die ik daarvoor nodig heb, wordt me nooit een rekening aangeboden.”

In het gewone alledaagse leven denken we daar nog maar weinig aan. We werken en feesten, eten en drinken, gebruiken energie, stroom en water zonder erbij stil te staan dat het allemaal gaven van God zijn.

We leven in een maatschappij waarin alles maakbaar lijkt: de technische vooruitgang en de medische wetenschap zijn zeker een zegen en een vooruitgang. Maar we beseffen daardoor niet meer dat de essentiële dingen ons gegeven zijn: het leven, de lucht, het licht, de liefde. Wij kunnen het leven en de gewassen wel genetisch manipuleren, maar niet creëren, scheppen. Dat heeft God gedaan. Waarom bidden mensen voor het eten? Juist om daar even bij stil te staan. Om te bedenken dat het eten een gave van God is. Ook al hebben we er misschien zelf het geld voor verdiend.
Bidden maakt ons tot dankbare mensen. Zonder bidden zouden we verwaand er arrogant kunnen worden en denken dat we alles aan onszelf te danken hebben. Bidden is op de eerste plaats danken.

In het evangelie hoorden we van 10 melaatsen die door Jezus genezen werden. Slechts één komt Jezus bedanken. De andere 9 zijn Jezus gelijk weer vergeten als het hun weer goed gaat.
Zo is het in onze maatschappij ook. In nood gaan de mensen bidden. Als ze ziek zijn of in problemen zitten. Maar als het goed gaat denken ze niet aan God. Er is een enorme welvaart. Daardoor vergeten de mensen God. Elk weekend kunnen we in de kerk God komen bedanken, maar zelfs van de christenen komt er nog maar 1 op de 10 naar de kerk.

Mensen die aan tafel bidden of op zondag naar de kerk komen, dat zijn mensen die net als die Samaritaan zijn: dankbare mensen, die God niet vergeten als het hun goed gaat.

In het evangelie staat dat die enige dankbare man een Samaritaan was. Samaritanen waren eigenlijk vijanden van de joden. Ze hadden een ander geloof. Vlak ervoor staat in de bijbel dat Jezus en zijn leerlingen op weg naar Jeruzalem in een Samaritaans dorp kwamen en dat ze daar niet ontvangen werden. Ze mochten er niet in een herberg blijven slapen. De leerlingen waren daar heel boos over. Ze wilden God vragen dat dorp met de bliksem te treffen en uit te branden. Maar Jezus verwierp die wraakzuchtige gedachte. De leerlingen zijn vermoedelijk verder getrokken met het idee dat alle Samaritanen slecht waren. Daarom schrijft Lucas erbij dat die dankbare man een Samaritaan was. Niet alle Samaritanen waren slecht. We kennen ook nog het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Daarom mogen wij ook geen vooroordelen hebben over vreemdelingen, Marokkanen of islamieten, omdat er toevallig een paar terroristen tussen zitten die aanslagen plegen. Er zijn ook Marokkanen of Islamieten die een voorbeeld voor ons zijn.

In de eerste lezing zien we hetzelfde. Er komt een Syriër met een huidziekte naar de Jordaan. We moeten daarbij bedenken dat die Syriër geen Jood was. Hij geloofde aanvankelijk niet in de God van Israël. Elk land had in die tijd zijn eigen godsdienst en zijn eigen goden. Naäman had een huidziekte gekregen. Hij had talloze dokters in zijn eigen land geraadpleegd maar had er geen genezing bij gevonden. Toen had iemand gezegd: “Je moet eens naar Israël gaan. Daar woont een profeet met wonderkrachten’. Naäman had dat advies in zijn wanhoop gevolgd en was naar Elisa gegaan. Wat er toen gebeurde hebben we net gehoord.

Deze Syriër ging naar Elisa terug om hem te bedanken. En dan komt het bijzondere: Hij komt tot geloof in de God van Israël. Hij neemt een beslissing die zijn hele leven zal veranderen.

Dan gebeurt er iets vreemds: hij vraagt een vracht aarde mee. Vroeg hij dat om zijn tuin mee op te hogen? Omdat de aarde in Israël vruchtbaarder was dan in Syrië? Als een aandenken aan zijn bezoek aan Israël? Nee. Daar ging het niet om. Hij wil voortaan offers opdragen aan de God van Israël en hij heeft het idee dat dat alleen maar kan en mag op de heilige grond van het beloofde land. Hij wil als het ware een stukje van het land meenemen.

Naäman nam de beslissing om voortaan in de God van Israël te geloven en die ene God te dienen.

Geloven hangt dus samen met dankbaarheid. En dankbaarheid met geloven. Wie gelooft die beseft dat het leven, je talenten, de liefde, het eten en de gezondheid gaven zijn van God. Ondankbare mensen missen een wezenlijk element van het geloof. Dankbare mensen zien wat anderen allemaal voor je doen en zien hoezeer we als mensen van elkaar afhankelijk zijn.

Dankbare mensen zijn vriendelijke mensen, hulpvaardige mensen, goede mensen, mensen die geen kwaad doen, mensen die zorg hebben voor Gods schepping en bovenal voor de medemens. Het zijn mensen die de vruchten van de geest voortbrengen: Galaten 5,22: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen.
Mogen wij allen zulke dankbare mensen zijn.

We vieren oogstdankdag omdat we God willen danken voor de gaven van het leven, de gaven van de aarde, die het ons mogelijk maken om samen een goed leven op deze aardbodem op te bouwen.

Dankbaarheid is zoiets bijzonders. Dankbaarheid is iets wat het leven een gouden glans geeft. Dankbaarheid houdt in ons het bewustzijn levend dat het leven een gave is die we niet verdiend hebben.
Daarom is het zo ontzettend belangrijk dat ouders hun kinderen leren dank-je-wel te zeggen als ze iets krijgen. En dat we aan tafel nog bidden.

Dankbaarheid is het geheugen van het hart.

Het mooiste lied van alle kerkliederen vind ik nog altijd dat aloude eenvoudige lied “Dank u voor deze nieuwe morgen”. En de mooiste zin daarvan vind ik de laatste: “Dank U, o Heer, ik wil U danken, dat ik danken kan”.

Amen.