PREEK 26E ZONDAG DOOR HET JAAR B Bergschenhoek en Bleiswijk
Geliefde gelovigen,
Ik spreek in mijn preek graag een bemoedigend woord. Ik wil graag uw geloof bevestigen, uw vertrouwen in God versterken, een deel van de Geest van Mozes, van Jezus en van veel heiligen op u overdragen. Dat deed de Heer in de woestijn volgens het boek Numeri. Dat deed Jezus op Pinksteren. Dat hebben vele heiligen gedaan. Wat zou het mooi zijn als iedereen van u van ons geloof durft te getuigen, als heel het gelovige volk namens God zou kunnen spreken, want dat is profeteren.
Ik zou graag uw geloof versterken en uw vertrouwen in God bevestigen. Maar de lezingen van vandaag zitten meer vol waarschuwingen en vermaningen dan bemoedigingen. En in deze tijd wordt ons geloof zo sterk op de proef gesteld. In deze tijd gebeuren er zoveel dingen die het erg moeilijk en riskant maken om in het openbaar over ons geloof te praten.
Het zijn situaties die we ook in de lezingen van vandaag tegenkomen. Bij het lezen van de eerste lezing moet ik denken aan de verdeeldheid van de christenen. Bij Mozes waren er twee oudsten die niet naar de samenkomst met Mozes in de tent van de Ark van het Verbond gingen, maar op hun eigen houtje in het kamp gingen profeteren. We kunnen dat vergelijken met christenen die niet in eenheid met de katholieke kerk leven. Christenen van andere kerken die de paus niet erkennen.
Nu beseffen we steeds meer dat verdeeldheid onder de christenen ons geloofsgetuigenis verzwakt. Ruzies onder de christenen zijn voor zwakke gelovigen een reden om af te haken en voor ongelovigen een blokkade om gelovig te worden. Johannes vond het heel vervelend dat er iemand was die in Jezus’ naam duivels uitdreef, maar geen volgeling van Jezus en de apostelen was. Maar Jezus zegt: “Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn naam, zal niet zo grif ongunstig over mij spreken”. Jezus vraagt respect voor iedere gelovige, van welke kerk dan ook.
De tweede lezing is ook niet bemoedigend. Jacobus fulmineert tegen christenen die rijk zijn en een bourgondisch leven leiden. Werkgevers die hun arbeiders uitbuiten. Ik las in de krant dat er alleen al in Nederland 124.000 miljonairs zijn.
Over een paar dagen op 4 oktober gedenken we weer de Heilige Franciscus. Hij groeide op bij rijke ouders en leidde aanvankelijk ook een vrolijk en feestelijk leven. Hij ging elke avond uit met zijn vrienden en betaalde alle drank. Hij liep in de mooiste kleren want zijn vader had een stoffenhandel. Dat ging goed tot het moment dat hij ernstig gewond werd in een stedenoorlog en ziek werd en vreesde voor zijn leven. Zijn zogenaamde vrienden lieten hem toen allemaal in de steek. Toen kwam Franciscus tot bezinning. Toen hij weer beter was ging hij een wandeling maken. Hij zag in de velden rond Assisi hoe mooi de bloemen gekleed waren en hoe zorgeloos de vogels leefden. Hij geloofde dat God voor de planten en dieren zorgde. Hij kwam een bedelaar tegen en stelde voor om 1 dag hun kleren te ruilen. Franciscus zou een dag gaan bedelen en de bedelaar mocht een dag van zijn geld leven. ’s Avonds kwam de bedelaar echter niet terug en Franciscus moest in de oude vieze bedelaarskleren terug naar huis. Zijn vader sloot hem op in de kelder, maar zijn moeder liet hem weer vrij. Toen besloot Franciscus al zijn kleren en geld weg te geven en in bedelaarskleren verder te leven. Hij ging zieken verzorgen, kreeg er broeders bij, stichtte een klooster en deelde voortaan alles wat hij kreeg uit aan de armen. Toen was hij pas gelukkig. De waarschuwingen van Jacobus zijn diep tot hem door gedrongen en hij heeft zijn leven veranderd.
Wij leven in een welvarend land. Volgens de troonrede gaan we er het komend jaar bijna allemaal weer op vooruit. Ik weet natuurlijk ook dat we hier in een tuindersgebied leven waar heel veel geld in omgaat. Dat kan ook niet anders. Voor de kwaliteit van de producten moet er nu eenmaal veel geïnvesteerd worden en een grote omzet gedraaid worden om een bedrijf in stand te houden. Maar geld is een betaalmiddel en mag geen doel op zich zijn. En als rijke tuinders vrijgevig zijn voor goede doelen, dan hoeven zij het laatste oordeel niet te vrezen.
Ook het evangelie zit vol waarschuwingen: “als iemand een van deze kleinen die geloven, aanstoot geeft, het zou beter voor hem zijn als men hem in zee wierp.”. Daarbij moet ik direct denken aan alle misbruikschandalen in de kerk die de afgelopen weken aan het licht zijn gekomen. Voor veel zwakke katholieken was dit de aanleiding om zich uit de kerk uit te laten schrijven. In Nootdorp zijn verschillende uitschrijvingen binnengekomen. Zoals de Nederlandse bisschoppen geschreven hebben, is het voor ons allen en ook voor mij een grote pijn en voelen we grote schaamte dat dit heeft kunnen gebeuren. Maar het is voor mij geen reden de kerk te verlaten. Jezus heeft het zelfs al voorspeld:
Mt. 3,2-3 “Op de leerstoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de Farizeeën plaats genomen. Doet en onderhoudt daarom alles wat zij u zeggen, maar handelt niet naar hun werken; want zelf handelen ze niet naar hun woorden.
Mt.7,15: Wacht u voor de valse profeten, mensen die tot u komen in schaapskleren, maar van binnen roofzuchtige wolven zijn.”
En vooral Johannes 6: 66 Vanaf dat moment ging een groot aantal van zijn leerlingen niet langer met Hem mee. … 67 Toen zei Jezus tegen de twaalf leerlingen die Hij Zelf uitgekozen had: “Willen jullie niet óók weggaan?” 68 Simon Petrus antwoordde Hem: “Heer, naar wie moeten we dan gaan? Uw woorden geven eeuwig leven. 69 Wij geloven werkelijk dat U de Messias bent, de Zoon van de levende God.” 70 Jezus antwoordde: “Ik heb jullie twaalf niet voor niets uitgekozen. Toch is één van jullie een duivel.” 71 Hij bedoelde Judas Iskariot, de zoon van Simon. Want Judas zou Hem later verraden. Hij was één van de twaalf leerlingen.
Op mijn website www.internetpastoor.nl heb ik er een heel artikel aan gewijd waarin nog enkele aspecten over het misbruik staan die je nergens in de kranten leest.
Beste mensen, welke bemoediging kunnen we dan toch uit de lezingen van vandaag halen? Dat we het leven zullen vinden als we zelf Christus trouw blijven. Dat we het leven binnen gaan als we niet vast zitten aan onze rijkdom. Dat we het echte goddelijke leven zullen ervaren als we trouw blijven. Dat we beloond zullen worden voor alles wat we voor de kerk en haar bedienaren doen. Dat we het Rijk Gods binnen gaan als we kappen met de zonde.
Ouders moeten hun kinderen ook wel eens waarschuwen, maar dat doen ze uit liefde, om hun kinderen ongeluk, ziekte en ellende te besparen. Uiteindelijk gaat het om hun eigen levensgeluk. Jezus waarschuwt ons vandaag, maar het is uit liefde. God houdt van ons. Dat is ook vandaag de diepste kern van de lezingen en dat is heel bemoedigend.