.

Advent: een tijd vol verwachting.

PREEK: Advent: een tijd vol verwachting.

 

Er is veel waaronder wij gebukt kunnen gaan: persoonlijke problemen zoals ziekte, handicaps, relatieproblemen, werkeloosheid. En er zijn maatschappelijke en sociale problemen waaronder wij gebukt kunnen gaan: milieuvervuiling, de tweedeling van de samenleving in gevaccineerden en niet-gevaccineerden, onveiligheid van onze buurt, verkeersopstoppingen waardoor we dagelijks steeds langer van huis zijn, geweldpleging op de school van onze kinderen, asielzoekers, agressie tegen hulpverleners en huisartsen die even op zich laten wachten, et cetera. Het kan ons dag en nacht bezighouden en ons leven verzuren. Onze geest kan er zelfs door afstompen, zegt Jezus, afstompen door de zorgen van het leven.

 

Wat te doen in die situaties om weer rechtop te staan en het hoofd op te kunnen heffen?

Wat zegt Jezus ervan? Hij zegt: “Weest altijd waakzaam en bidt”. Als we ons hoofd opheffen naar de hemel, dan kunnen we standhouden.

 

Onze hulp zal van God komen. Maar wanneer? We vragen ons vaak af waar Gods hulp blijft. We worden niet altijd op onze wenken bediend. Soms moeten we wachten. Volharden. Geduldig zijn. Dat is elk jaar weer de bedoeling van de advent: uitzien naar de komst van de Heer. Onszelf oefenen in geduld. Uitzien, verwachten.

Maar ook: ons voorbereiden. Een moeder in verwachting kan de komst van haar kind niet verhaasten, maar zich wel voorbereiden op de komst van het kind. Een boer die gezaaid heeft kan het ontkiemen van het zaad niet verhaasten, maar wel zijn land onderhouden door het onkruid te wieden en zo nodig te besproeien. Als we gasten verwachten, kunnen we hun komst niet verhaasten, maar wel zorgen dat we de koffie klaar hebben staan en de kamer opgeruimd is. Wachten is dus niet passief afwachten, maar actief uitzien naar de komst van de Heer. Wie in verwachting leeft, leeft anders.

 

Of heel actueel: kinderen die hun schoen gezet hebben en naar bed gaan, slapen heel onrustig. Ze zijn vroeg wakker om te zien of de Sint gekomen is.

 

Laten we nog een vergelijking maken: wanneer je iemand liefhebt, is je hart altijd waakzaam. En in afwachting van de persoon die je bemint, is iedere minuut zonder de ander toch in functie van hem of haar. Je hoeft geen moeite te doen om wakker te blijven, want je ziet uit naar die ander, klaar voor het ogenblik van de ontmoeting. Geen moment is de geliefde uit je hart.

 

Wie Jezus bemint, leeft ook zo. Alles staat in functie van Hem. Alles wat we doen, doen we ter voorbereiding van zijn komst. Heel het dagelijkse bestaan wordt een wakend en biddend bestaan: de glimlach die je iemand schenkt, het werk dat je doet, de auto die je bestuurt, het eten dat je klaarmaakt, de activiteit die je organiseert, de traan die je huilt met je broeder of zuster die lijdt, het instrument dat je bespeelt, het artikel of de mail die je schrijft, de blijde gebeurtenis die je feestelijk deelt met anderen, het kledingstuk dat je schoonmaakt. Als je dat alles doet uit liefde, dan doe je het ter voorbereiding op de komst van Christus.

 

Advent: een tijd vol verwachting.

Kunnen we anno 2021 nog wel advent vieren? Kunnen we nog wel wachten en uitzien naar iets?

We leven in een tijd waarin onze wensen zo snel mogelijk vervuld moeten worden: als we iets willen kopen, een huis of een nieuwe auto, en we hebben het geld niet, dan kunnen we het lenen of op afbetaling kopen. We kopen krasloten, want dan hebben we direct de uitslag. In september lagen de eerste pepernoten al in de supermarkten. Wat we vandaag bestellen, had eigenlijk gisteren al bezorgd moeten worden. Met internet kunnen we alles binnen een paar seconden te weten komen of overzenden aan anderen. Ik doe er zelf ook aan mee. Je wordt gewoon meegesleurd in de snelheid van deze tijd. En ongemerkt verleren we het wachten en uitzien naar iets.

Daarom is het goed dat we in de kerk nog advent houden. Dit jaar maar vier volle weken. Laten we die tijd  goed gebruiken. Richt je op en hef je hoofd omhoog, want onze verlossing is nabij.