.

preek 26e zondag door het jaar A – vredesweek

 

26e zondag door het jaar A Pijnacker en Nootdorp. 27 en 28 september 2014.

 

100 Jaar geleden begon de eerste wereldoorlog. Nederland bleef er buiten. Bij de tweede wereldoorlog wilde Nederland weer neutraal blijven, maar dat lukte niet. Na de tweede wereldoorlog is er vaak gezegd: “Nooit meer oorlog”. Nu voelde de Nederlandse regering zich gepasseerd dat ze aanvankelijk niet gevraagd waren mee te doen met een militaire actie tegen Isis. Ze wilde niet achter blijven bij de grote jongens en heeft daarom besloten wel militairen en vliegtuigen naar Irak te sturen. Ik mag in de kerk geen politieke uitspraken doen. Maar ik zet er wel een vraagteken bij. Ik zal u ook vertellen waarom.

Ik heb een neef die als marinier naar Afghanistan is geweest. Hij is daar bijna omgekomen toen zijn legervoertuig op een bermbom reed. Zijn sergeant en een medesoldaat zijn daarbij wel omgekomen. Ik heb hem na zijn terugkomst gevraagd wat hij vond van de uitzending van Nederlandse militairen naar dat land. Zijn antwoord was kort maar krachtig: “We hadden daar nooit heen moeten gaan en we hadden daar nooit meer weg moeten gaan”. “Hoezo?” vroeg ik. En hij verklaarde: “het is daar een burgeroorlog. De Taliban zijn Afghanen die dezelfde taal spreken als de andere Afghanen, die er hetzelfde uitzien, tussen de medeburgers inwonen, hetzelfde gekleed zijn, dezelfde cultuur hebben. Met andere woorden: wij westerlingen kunnen ze niet uit elkaar houden. Wij wisten niet wie vriend en vijand was. Dus kunnen wij het conflict niet oplossen of onderdrukken. Wij hadden er dus nooit heen moeten gaan. Maar toen wij er zaten hebben we wegen aangelegd, waterputten geslagen en scholen gebouwd waar ook meisjes onderwijs konden krijgen. Op het moment dat wij daar weg gegaan zijn hebben de Taliban dat alles dankbaar ingepikt.”

 

Jezus heeft in de hof van Olijven tegen Petrus gezegd: “Steek dat zwaard weg, want wie het zwaard gebruikt, zal door het zwaard omkomen”. De kerk erkent wel het recht op zelfverdediging, maar de vraag is of dat inzake het Midden Oosten het geval is. Ons land wordt niet bedreigd.

Wat Isis doet is natuurlijk afschuwelijk en dat moet een halt toegeroepen worden. Maar de vraag is: hoe? Zijn de gevolgen van militair ingrijpen te overzien? Is succes verzekerd? Ontketenen we niet een derde wereldoorlog? Ik stel het allemaal als vraag, want ik weet er geen antwoord op.

 

In het gebed in het altaarmissaal in het misformulier voor vrede en gerechtigheid staat: “Geef ons de bereidheid zonder ophouden te werken voor de gerechtigheid, die de enige waarborg is voor een duurzame en waarachtige vrede”. Dat ene zinnetje is in feite een volledige samenvatting van de hele katholieke leer over vredesvraagstukken. Als we oorlog en geweld willen voorkomen, dan moeten we werken aan gerechtigheid. Wanneer wij veel meer doen aan ontwikkelingshulp en de arme landen een beter bestaan geven, dan wordt de kans op oorlog en geweld veel kleiner. Dat is de overtuiging van de katholieke sociale leer.

 

Ook het evangelie roept ons op te werken aan gerechtigheid. Om te werken in de wijngaard van de Heer. Die wijngaard is in dit verband geen beeld van de kerk, maar van het Rijk Gods in deze wereld, dus van de samenleving, van de maatschappij.

 

Paulus geeft een goede tip die juist in deze tijd van onschatbare waarde is: “Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf. …. Die gezindheid moet onder u heersen welke Jezus Christus bezielde: Hij die gelijk was aan God heeft het bestaan van een slaaf op zich genomen”. Een slaaf is dienstbaar, heeft geen macht over anderen, is gehoorzaam aan een hoger gezag en moet zich tevreden stellen met een sober leven.

Dat geldt zowel voor de individuele christen als voor een christelijke natie in de internationale politiek. Het hogere gezag is dan in dit geval de Verenigde Naties.

 

We sluiten vandaag de vredesweek af. Het thema was: wapen je met vrede. Laten we verder gaan met het thema: wapen je met gerechtigheid. Dat is de enige waarborg voor een duurzame vrede.