40 dagen proefwerk

PREEK VAN DE WEEK      1e ZONDAG  veertigdagentijd JAAR C      2022    THEMA: 40 dagen proefwerk

LEZINGEN:   TWEEDE LEZING:  Jacobus 1,12-15               EVANGELIE: Lucas 4, 1-13

INLEIDING

Op middelbare scholen heb je proefwerkweken. De leerlingen moeten dan laten zien wat ze waard zijn. De leerkrachten geven die proefwerken  niet om de leerlingen het leven zuur te maken, maar voor hun eigen bestwil. Ter voorbereiding op hun beroepsleven.

Vandaag zullen we horen dat Jezus veertig dagen in de woestijn verblijft en daar op de proef wordt gesteld. Als hij die proef doorstaan heeft begin Hij zijn levenswerk.

Wij zijn aan de veertigdagentijd begonnen, de tijd om ons voor te bereiden op Pasen, het nieuwe leven.

In deze viering willen we nadenken over beproevingen. Wanneer worden wij op de proef gesteld? Door wie of wat? Voor welke verleidingen bezwijken we makkelijk?

Laten we voor God eerlijk schuld bekennen, want Hij kent ons, begrijpt ons en is oneindig barmhartig als wij ons oprecht omkeren.

 

GEBED

 

Goede God,

Geef ons de innerlijke rust om op zoek te gaan naar U.

Geef ons in deze veertigdagentijd kracht

om weerstand te bieden aan alle verleidingen

die ons afhouden van wat echt van waarde is.

Help ons deze aarde te maken tot een thuis voor alle mensen,

vol gerechtigheid, liefde en vrede.

Door Christus onze Heer.

 

INLEIDING OP DE LEZINGEN

 

Ik heb geleerd dat je iemand die een doos bonbons of koek schenkt bij het uitdelen het eerst één moet aanbieden. Een teken van dankbaarheid. Dat is een oude bijbelse traditie. Het was een wet die Mozes voorschreef aan het volk dat onderweg was naar het beloofde land.

Het beloofde land zou hun door God geschonken worden, met alle vruchten er bij. De eerste vruchten van dat land moesten daarom als dankoffer aan God aangeboden worden. Daarover gaat de eerste lezing.

 

PREEK

Het is tegenwoordig ‘ín’ om survivaltochten te maken. In veel reisbrochures kom je ze tegen. Met een groepje de wildernis in, kamperen, wildwatervaren, zelf koken, voettochten, kampvuur maken, klimpartijen, etcetera.

Deze survivaltochten worden natuurlijk veelal door jongeren gemaakt. Ze vinden dat een uitdaging. Ze willen weten of ze ook zonder alle luxe en comfort van deze maatschappij kunnen leven. Het is een moderne vorm van vasten. Ze stellen zichzelf als het ware op de proef. Ze zoeken de uitdaging. Survivaltochten worden ook gemaakt met ex-verslaafden of ex-gedetineerden. Ze moeten dan bewijzen dat ze weer zichzelf kunnen redden en met andere kunnen samenwerken. Als ze de survival overleven, dan kunnen ze ook in de maatschappij weer functioneren.

 

Ik ben in 2003 drie maanden in Brazilië geweest. Ik had een reisgenoot die net klaar was met de Mavo, een jongen van 16 jaar. Hij wist niet wat hij na zijn eindexamen moest gaan doen. Hij wilde los komen van zijn comfortabele ouderlijk huis, waar goed voor hem gezorgd werd, en wilde zelfstandig en volwassen worden. Daarom had hij besloten in militaire dienst te gaan. Daar wordt je hard van, daar wordt je een vent, zei hij mij. Maar toen hij hoorde dat ik naar Brazilië ging vond hij dat eigenlijk wel een goed alternatief. Drie maanden weg van huis, naar een arm land met sober eten, slechte huisvesting, geen eigen bed. Behalve zijn walkman en cd’s. Die moesten wel mee. Zijn ouders waren wel bang dat hem wat zou overkomen. Alle missionarissen vertelden ons enge verhalen van gewapende overvallen door drugsverslaafden en arme werkelozen. Maar mijn reisgenoot zei: “Ik zie het als de wil van God, dat ik deze reis mag maken en ik geloof daarom niet dat ons wat ergs zal overkomen”.

We gingen daar meebouwen aan een bezinningshuis in een parochie van een Nederlandse priester. Terwijl we daar de grond afgroeven, zware natuurstenen sjouwden van 40 kg per stuk en schuurden en verfden, zei hij me: “dit is even zwaar als militaire dienst. Ik ga de militaire academie afzeggen.”

 

Maar hij zou nog zwaarder beproefd worden. Na twee maanden kwamen er nog drie Nederlandse studenten om mee te werken. In het eerstvolgende weekend ging ik naar een missionaris die zijn 40 jarig priesterfeest vierde. Die eerste en enige nacht dat ik niet thuis was, zijn mijn vier reisgenoten overvallen door vier gewapende mannen. Terwijl ze onder schot gehouden werden moesten ze alle waardevolle dingen afgeven: digitale camera’s, mobieltjes, rekenmachines, cd-speler en walkmans, cd’s, bankpasjes, rugzakken, alles. Daarna werden ze aan elkaar vastgebonden in de keuken en gingen de bandieten er vandoor.

Toen mijn reisgenoot na enige dagen van de ergste schrik bekomen was, zei ik: ‘Nou, Marius, hier wordt je wel hard van. Nu heb je je militaire dienst wel gehad”. En dat vond hij ook. Maar hij zei ook: “Ik zie het toch als de wil van God, dat mij dit overkomen is. Het heeft zo moeten zijn, om mijn weg door het leven te vinden”. En hij besloot journalist te worden om reportages te gaan maken over de sociale wantoestanden in Brazilië.

 

Beproevingen zijn nooit leuk op het moment dat ze ons overkomen. Maar als we ze met geloof doorstaan, dan worden we er sterkere en krachtigere mensen door. Jacobus zegt: “Gelukkig te prijzen is de mens die overeind blijft in de beproeving”.

 

Jezus werd door de Geest van God naar de woestijn gedreven, om beproefd te worden. Hij koos er zelf voor. Hij ging als het ware op survivaltocht. Hij was na zijn doop vervuld van de Heilige Geest.

 

Maar van Jacobus mogen we niet zeggen dat God ons op de proef stelt. Dat geldt in die gevallen waarin we zelf in de verleiding komen om kwaad te doen. Want het kwaad komt niet van God. Het kwaad zit in onszelf. God leidt niemand tot het kwaad.

Daarom staat in het evangelie, in dezelfde zin als waarin gezegd wordt dat Jezus door de Geest naar de woestijn werd gedreven, dat Hij daar door de duivel op de proef werd gesteld. Vrijwillig vast Hij, maar dan komt de duivel tot Hem. We moeten ons dat niet al te plastisch voorstellen. De afbeeldingen van duiveltjes met hoorntjes en drakenstaarten in de kunst en kinderbijbels misleiden ons daarin. Zo herkenbaar is de duivel in werkelijkheid niet.

 

Nu vragen sommigen zich misschien af: ”Gelooft u, pastoor, dan niet meer in de duivel?”. Ja, zeker wel, maar als de duivel zo herkenbaar is als op de plaatjes, dan schrik je van hem en vlucht je weg, en laat je je niet verleiden.. De duivel is juist vermomd, onherkenbaar. Het is het kwaad in onszelf. Rationele gedachten, goedpraterij, zoals: “Ach iedereen doet dat toch.”, of “Dit merkt niemand”. Of: “Ieder mens heeft recht op zijn fouten. Of ”God neemt me zoals ik ben”. Dat is maar half waar. Denk aan de overspelige vrouw: Jezus spreekt haar vrij, maar zegt er bij: “Zondig voortaan niet meer”.

 

In Jezus zullen innerlijk de gedachten opgekomen zijn die in dit verhaal gesymboliseerd zijn in de duivel.

 

Jacobus zegt het heel duidelijk: “Wordt iemand op de proef gesteld, dan is het steeds zijn eigen begeerte die hem lokt en meetrekt.”

 

Misschien denkt iemand: “Maar in het Onze Vader bidden we toch: Breng ons niet in beproeving”. Beproeft God ons dan toch? Het lijkt in tegenstelling met de uitspraak van Jacobus. Ik heb eens gehoord dat die verwoording eigenlijk geen goede vertaling is uit het Aramees. Er staat eigenlijk: “Sterk ons in de beproeving, help ons niet toe te geven aan de verleiding”.

En dat is het precies: in de beproeving dienen we onze hulp te zoeken bij God. Dan kan de beproeving ons dichter bij God brengen.

Daarom liet God het toe dat Jezus beproefd werd door de duivel. Hij zou er sterker uitkomen, om staande te blijven in de wereld die zich voor een deel tegen Hem zou keren.

 

Een voorbeeld van nog niet zo lang geleden is Nelson Mandela. Hij heeft jaren in de gevangenis gezeten. Dat was een beproeving. Anderen zouden in die tijd hun wrok koesteren tegen hun vijanden en plannen smeden om na vrijlating geweld te plegen. Maar Nelson Mandela heeft door zijn geloof en de beproeving zijn hart gezuiverd, bereid gemaakt tot verzoening en vrede. Daardoor heeft hij Zuid-Afrika kunnen bevrijden van de apartheid.

 

Er zijn veel beproevingen in het leven. Niet alleen van het kwaad en de begeerte in onszelf. Ook ziekte en ongeluk stellen ons op de proef. Ook die ellende komt niet van God. Het is de gebrekkige natuur die dat veroorzaakt. Maar ook in die beproevingen kunnen wij groeien in geloof en mens-zijn.

In Lourdes worden maar uitzonderlijk mensen genezen, maar praktisch iedereen komt er getroost en gesterkt van terug, bereid om zijn of haar kruis te dragen.

 

We krijgen veertig dagen de tijd om te oefenen in het doorstaan van de beproevingen van dit leven, om te weerstaan aan de verleidingen van het kwaad. Dan moeten we ze natuurlijk wel eerst zien en onderkennen.

40 Dagen gaan we werken aan onze christelijke levenshouding. 40 Dagen proefwerk, een praktijkexamen. Ik hoop en bid dat we allemaal slagen voor dit proefwerk. Dan kunnen we met Pasen een soort examenfeest houden.

 

 

GEBED OM VREDE

 

Gij hebt het beloofd, Heer Jezus:

“Vrede laat ik U, mijn vrede geef ik U”.

Om die vrede komen wij U smeken,

nu zij zo ver is zoek geraakt, ook in oost Europa.

Alom wordt druk gepraat

van vrede en verzoening,

van bijstand en rechtvaardigheid.

Maar er heerst oorlog en strijd, discriminatie, onbegrip en haat…

 

“Niet zoals de wereld ze geeft”,

geeft Gij de vrede.

Uw vrede begint in het hart.

Bevrijd ons, Heer, van gril en willekeur,

van hoogmoed en begeerlijkheid,

van egoïsme en fanatisme,

van al wat onderdrukt, vernedert of besteelt

en daardoor twist en tweedracht zaait.

 

Zend Uw Geest,

dat ons hart weer rustig wordt,

dat wij opnieuw in elkaar geloven,

vergeven en om vergiffenis vragen.

Dan komt de vrede

die alle begrip te boven gaat.

Eén enkele revolutie kan de vrede brengen,

de Uwe, Heer, Uw groot gebod:

“Bemint elkaar, zoals ik U heb liefgehad”.