.

11e zondag door het jaar C

LEZINGEN:                           EERSTE LEZING:  2 Samuel 12,7-13     EVANGELIE: Lucas 7,36-8,3

THEMA: de kerk: heilig of schijnheilig?

 

INLEIDING:

 

Hier zijn we weer bij elkaar gekomen rond de tafel van Jezus. En als we om ons heen kijken, zien we heel verschillende mensen: vrienden, maar ook mensen die we misschien niet mogen, mensen die arrogant zijn of egoïstisch, mensen die we verdenken van fraude, of mensen van wie we weten dat ze een scheve schaats gereden hebben.

En toch zijn we hier bijeen rond de tafel van Jezus. Uiteindelijk zijn we allemaal zondaar. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen. Maar Gods barmhartigheid zal onze zonden bedekken en daardoor worden we verzoend met elkaar. Dat is het unieke van een kerkgemeenschap.

Belijden we daarom oprecht onze ondeugden, bekeren we ons tot God om deze eucharistie goed te kunnen vieren.

 

INLEIDING OP DE EERSTE LEZING:

 

De joden hebben David altijd als hun grootste koning beschouwd, door God uitverkoren. Toch heeft David ooit een ernstige misstap begaan. Hij zag eens een getrouwde vrouw, Batseba, baden. Hij laat haar op het paleis komen en pleegt overspel met haar. Batseba wordt zwanger. David laat vervolgens Batseba’s man Uria omkomen in een gewapende strijd en neemt Batseba tot vrouw. God zendt de profeet Natan naar de koning om hem te bestraffen. Maar David bekent schuld, zo gaan we nu horen in de eerste lezing.

 

PREEK

 

Beste en slechte mensen,

 

Vroeger dacht ik dat alleen asociale mensen misdaden begingen: in de boekjes van de lagere school werden slechte mensen altijd afgebeeld met ongeschoren kinnen, met verkreukte, slobberige, vuile kleren aan en grof in hun woordgebruik.

Nu zie ik dat dit een zeer eenzijdig beeld was van de werkelijkheid. Steeds meer zie ik dat criminaliteit, misdaad en ontucht ook voorkomt onder intelligente, welbespraakte, uiterlijk beschaafde mensen met witte boorden, stropdassen, veel geld op zak, met een hoge functie in de politiek of maatschappij of blauw bloed in de aderen. Ook zij schrikken er niet voor terug mensen te ruïneren door vervalsing in geschriften, financiële manipulatie, seksuele uitspattingen en overspel. In Brazilië zijn er zelfs hotels speciaal voor directeuren die met hun secretaresse naar bed willen. En topsporters, artiesten, acteurs en tv-sterren, die juist een voorbeeld voor de mensen zouden moeten zijn, infecteren de maatschappij met de meest verwerpelijke vrijzinnigheden, grof taalgebruik, gevloek en onkuis gedrag. En helaas moet ik toegeven dat fraude en seksueel misbruik ook voorkomt onder geestelijken en religieuzen.

 

Ook schijnbaar hoogstaande mensen hebben een zwak hart en staan onder invloed van het kwaad. Kijk maar naar David. Hij was nota bene door God zelf uitgekozen om koning te worden in plaats van Saul, die een dictator en een bloedvergieter was. David werd algemeen geprezen omdat hij niet uit was op macht, maar op wijsheid en dienstbaarheid, en luisterde naar Gods geboden. Toch laat hij zich verleiden door een mooie vrouw. Hij laat de man van die vrouw ombrengen. Een ordinaire liefdesscène, waar de Nederlandse pers, het journaal, actualiteitenprogramma’s, Story, Privé, Pownieuws en Sbs6 op af zouden vliegen als wespen op de strooppot als het nu zou gebeuren.

 

Maar er is iets nieuws in dit verhaal, iets wat je in de roddelbladen nooit leest: een profeet protesteert en David laat het zich gezeggen. Hij krijgt berouw, bekent zijn schuld en bekeert zich. En hij vindt genade bij God. Zo ook de vrouw uit het evangelie, die als zondares bekend stond.

 

Veel kwaad op economisch en seksueel gebied wordt tegenwoordig goed gepraat, terwijl we wel aanvoelen dat die dingen niet goed zijn. Zwakheid wordt vrijheid genoemd en in naam van de gewetensvrijheid wordt alles getolereerd. Maar wat men gewetensvrijheid noemt is in feite gewetenloosheid. Want het geweten is de stem van God in ons binnenste. En hoeveel mensen luisteren nog naar die stem?

 

Het zou beter zijn eerlijk te erkennen dat we allemaal maar zwakke mensen zijn en daarom vergeving nodig hebben. Berouw en geloof in Gods barmhartigheid is de enige redding uit de ondergang.

Bij Jezus is die redding te vinden. Hij praat het kwaad niet goed, Hij ontwerpt niet allerlei listige wetten om de zwakheid van de mens straffeloos te tolereren en te gedogen, maar Hij spreekt vrij en neemt ons zondaars weer op in zijn liefde. Bij Hem komen Farizeeër en tollenaar, schriftgeleerde en zondaar, Jood en Romein. In het evangelie is Hij te gast bij een Farizeeër en Hij deinst er niet voor terug zijn gastheer eens flink de les te lezen als die gastheer zijn minachting uit over een publieke vrouw. Jezus laat zich niet intimideren door rijkdom, status, reputatie of macht van mensen. Daar kijkt hij dwars door heen.

 

Dat is zo mooi van een kerk en een pastorie: je ziet er allerlei mensen achter elkaar naar binnen gaan: ambtenaren en bedelaars, bankdirecteuren en bankwerkers, huisvrouwen en professoren. En allemaal hebben ze wat uit te praten met Onze Lieve Heer. Allemaal hebben ze wel ergens vergeving voor nodig.

Ja, bij onze hemelse Vader kun je altijd terecht. Ik hoor wel eens mensen zeggen: “in de kerk kom ik niet, want daar zitten schijnheiligen op de voorste bank”, of: “in die kerk kom ik niet, want daar zit die en die; de pastoor moest eens weten”. Jezus weet het. En toch zijn die mensen bij Hem welkom omdat er bij Hem altijd vergeving mogelijk is. Alleen bij Jezus en rond zijn altaar worden mensen met elkaar verzoend.

 

In mijn vorige parochie hadden we elk jaar een afscheidsmis van groep 8 in de kerk. Ik liet die kinderen van tevoren een opstel maken over wat ze later wilden worden. Heel veel wilden advocaat wordt. Dat is natuurlijk een goed betaalde baan en er is in die branche steeds meer werk. Maar in die functie moet je meestal misdadigers gaan verdedigen. Ik heb daarom gezegd: “Waarom worden jullie geen pastoraal werkster of pastoor? Dan hoef je het kwaad niet goed te praten, maar mag je het kwaad vergeven. Dan  kun je door de bekering van mensen het kwaad terugdringen en voorkomen. Dat is toch veel mooier werk?”

 

Vroeger zijn de mensen opgegroeid met een benauwend schuldbesef. De kerk was wettisch. Kerk en opvoeders dreigden met hel en verdoemenis. Als we beseffen dat God als een Vader van ons houdt en dat Hij eindeloos barmhartig is, dan hoeven we niet benauwd te zijn en evenmin ons geweten het zwijgen op te leggen. De zondares in het evangelie zoekt Jezus op en weerstaat daarvoor de veroordelende blikken van de Farizeeën en het gepraat van de schijnheiligen. Zij gelooft in Jezus’ liefde en betoont Hem daarom haar liefde. En Jezus vergeeft, ook al waren haar zonden nog zo talrijk.

 

Vergeving werkt echt bevrijdend en doet ons weer groeien in liefde. Daarom moeten we geen benauwend schuldbesef hebben, maar een christelijk schuldbesef. En niet bang zijn om weer eens het sacrament van de vergeving te vragen aan een priester. Ook dat sacrament is een gave van Gods liefde. Het bevrijdt ons van verdrongen schuldgevoelens die onbewust toch knagen aan ons hart. Het bevrijdt ons van spanningen met medemensen waar we zelf de oorzaak van zijn.

 

Hoeveel mensen die naar een psycholoog of psychiater lopen, zouden veel sneller en goedkoper geholpen zijn met een biechtgesprek? In de 60-er of 70-er jaren is er een boekje uitgekomen met de veelzeggende titel: “de tragiek van de volle psychiaterbanken en de lege biechtstoelen”.

 

Je zonden toegeven kost moeite. Dat weet ik uit eigen ervaring. Toch is het de enige weg naar verlossing. Heb je het eenmaal gedaan dan is er weer feest en vreugde in je hart. En wie wil dat niet?