.

Bidden

PREEK 17E ZONDAG DOOR HET JAAR c (30 JULI 1995), 2016 Nootdorp, Berkel

De vakanties zijn begonnen. Vele van onze broeders en zusters zijn weg. Ze zijn onderweg of al op hun bestemming. Er worden lange reizen voor gemaakt. Onderweg kan er wat gebeuren: pech of een ongeluk. Ook in de vakantieplaats kun je ziek worden. Gelukkig heeft onze samenleving het één en ander geregeld. Voor mensen met motorpech is er een wegenwacht. Voor gevallen zoals diefstal en medische zorg kunnen we ons verzekeren. We hoeven dan maar een telefoontje naar Nederland te doen en alles wordt geregeld. Ik heb een pasje van mijn ziekenkostenverzekering met een nummer dat ik vanuit de hele wereld kan bellen om om hulp te vragen.

Dat lijkt wel op bidden.

Ik heb hier een kaart waarop een mobieltje staat met de tekst: “Om God te bereiken heb je geen beltegoed nodig”.

Heel vaak vragen wij in ons gebed om Gods hulp. Hulp voor dingen die wij niet kunnen, bijvoorbeeld genezing, redding uit de nood, regen bij een hongersnood, het slagen voor een examen. In situaties waarin we onze menselijke kracht en vermogens te kort voelen schieten. Nood leert bidden, zegt een oud spreekwoord. We gebruiken God dan als een soort wegenwacht die even langs moet komen, die we na de hulp vriendelijk bedanken en van wie we vervolgens weer wegrijden om onze eigen weg te gaan.

Nu is er wel een klein verschil tussen het ene gebed in nood en het andere. Je hebt mensen die altijd al geloven en hun kinderen laten dopen zodat ze in geval van nood altijd iets hebben om op terug te vallen. En je hebt mensen die pas in nood gaan geloven. Zo heb je mensen die lid zijn van de wegenwacht en mensen die pas lid worden als ze eenmaal pech langs de weg hebben. De wegenwacht is zo goed ze dan toch te helpen. En ook God is zo goed dat Hij goddeloze mensen die in nood gaan bidden toch helpt.

Maar naast het bidden om hulp bestaat er nog een ander gebed. En gebed dat veel waardevoller is. Een gebed dat ons veel meer oplevert dan we vragen. Een gebed dat veel zinvoller is. Een gebed dat van ons meer mensen maakt. Een gebed dat ons overbrengt naar een heel andere wereld. Welk gebed is dat dan? Dat gebed is de aanbidding van God. De lofprijzing.

Dat gebed veronderstelt dat we leven met God. Dat we God niet zien als een wegenwacht, maar als een reisgezel, ja, zelfs als onze reisgids. Dat is het gebed waarin we onszelf geheel aan God toevertrouwen en ons bereid verklaren zijn wil te doen, zijn weg te volgen.

Dat is ook het gebed waarin we ons niet tot God keren als een individu die de wereld naar zijn hand wil zetten, maar als een lid van de gemeenschap, van de grote familie der mensenkinderen, als een deel van het Lichaam van Christus.

Zo’n gebed is bijvoorbeeld het Onze Vader. We spreken daarin immers God niet aan als mijn Vader, maar als Vader van de hele mensheid. In het onze Vader bidden we allereerst om de verwezenlijking van Gods plannen: dat zijn Naam overal geheiligd worde, dat zijn rijk kome. Daarna bidden we pas, maar wel steeds in het meervoud, om dat wat we dagelijks nodig hebben: brood, vergeving, afstand van het kwaad.

Ook ons eigen gebed zal, wil het een volwaardig christelijk gebed zijn, deze opbouw moeten hebben: eerst lofprijzing van Gods naam, bidden om het algemeen welzijn van de hele mensheid en de verwezenlijking van Gods rijk van vrede en gerechtigheid. Tenslotte mogen we onze persoonlijke verlangens er aan toevoegen. God zal die niet weigeren als ze goed voor ons zijn.

Zo’n gebed zien we ook bij Abraham. Hij bidt niet voor zichzelf maar voor een verdorven stad, waarin als enige gerechte nog zijn broer Lot met zijn gezin woont.

Hij dringt steeds meer bij God aan.
Het verhaal komt vandaag niet af. Zou zijn gebed verhoord worden? Wie de bijbel kent die weet de afloop. Maar daarmee is ook de spanning verdwenen. Het is eigenlijk goed dat we de afloop niet direct horen. Want ons gebed wordt ook niet altijd gelijk verhoord. Bidden brengt ook altijd een zekere spanning met zich mee. Zou God ons gebed verhoren?

Misschien niet zoals wij verwachten of hopen. In het evangelie geeft Jezus het antwoord: God geeft ons altijd het beste, al is het misschien niet datgene wat wij vroegen. Hij geeft ons altijd het beste en dat is: de Heilige Geest.

Daarom zullen we ook vandaag weer onze gebeden voor God uitspreken. Maar pas nadat we Hem geprezen hebben door het belijden van ons geloof.