Grenzeloos geloven

Grenzeloos geloven

 

PREEK VAN DE WEEK  14e   ZONDAG  JAAR B  2024 Moordrecht Reeuwijk Gouda

LEZINGEN:       EERSTE LEZING:  Romeinen 15,22 -29          EVANGELIE: Marcus 6,1-6

INLEIDING op de viering:

Van harte welkom in de kerk, Nederlanders en medelanders, allochtonen en autochtonen, parochianen en vakantiegangers uit binnen- en buitenland.

De vakanties zijn begonnen. De komende weken gaan velen van ons weer op vakantie. Veel Nederlanders gaan naar het buitenland, omdat ons landje zo klein is.

U bent nog hier en gaat misschien later op vakantie. Of u gaat vanwege uw leeftijd niet meer op vakantie. U hoopt wel een kaartje of telefoontje van uw kinderen te krijgen. Toch gebeurt dat niet altijd. Kinderen hebben niet altijd tijd en aandacht voor hun ouders. Je krijgt niet altijd de dank en eer die je denkt verdiend te hebben. We zullen vandaag horen dat Jezus hetzelfde overkomt.

Misschien zijn wij zelf wel die mensen die geen tijd en aandacht hebben voor anderen en voor God. Laten we dan eerst onze schuld belijden.

 

 

INLEIDING OP HET EVANGELIE:

In het evangelie is sprake van broers en zusters van Jezus, maar de katholieke kerk gaat er van uit dat Jezus enig kind van Maria was en dat het dus gaat om bloedverwanten, neven en nichten. Of kinderen uit een eerder huwelijk van de oudere Jozef. In de stamverbanden en familieclans van vroeger was er niet zo’n afgebakend gezinsverband. Daarom kunnen de Hebreeuwse woorden waarmee Jacobus, Jozef, Judas en Simon aangeduid worden op verschillende manieren vertaald worden.

 

 

PREEK

 

Op vakantie bezoeken we vaak kerken, kapellen en kathedralen. Als katholieken kunnen wij ons overal thuis voelen in de eucharistievieringen, ook al verstaan we de taal niet, omdat de katholieke liturgie vol zit met symbolen en gebaren en de Romeinse liturgie een vaste orde van dienst heeft. Wij zijn een wereldkerk en daarom zouden katholieken zich ook wereldburgers moeten voelen. Boven elke nationaliteit staat ons christen-zijn. We zijn allen kinderen van één Vader, de hemelse Vader. Daarom kun je zeggen dat wij grenzeloos geloven.

Als kind ging ik nooit naar het buitenland. Voor mij was het buitenland eng: vreemde taal, vreemd eten, andere gewoontes en cultuur. Maar juist het katholieke geloof heeft mij er toe aangezet om mijn grenzen te verleggen of beter gezegd om grenzen te doorbreken, op te heffen en grenzeloos te leven.

Daarbij ben ik geholpen door de Focolarebeweging, een internationale geloofsvernieuwingsbeweging die in vele landen van de wereld communiteiten heeft die elk internationaal zijn samengesteld. Zij streven naar één wereld, waarin alle mensen broeders en zusters van elkaar zijn. Zij organiseren daarom veel internationale ontmoetingen, waar ik steeds meer aan deel ging nemen. Zodoende kwam ik in steeds meer Europese landen, en later ook in andere continenten. Door de Focolarebeweging ging ik vliegreizen maken en zelfs enkele talen bijleren, terwijl ik op de middelbare school erg slecht was in de talen. Hierdoor verloor ik mijn angst voor vreemdelingen en kon ik in hen broeders en zusters gaan zien die gelijkwaardig zijn aan autochtone landgenoten.

 

Om je wereldburger te gaan voelen en grenzeloos te denken en te geloven, hoef je niet bij de Focolarebeweging te komen. Als we ons christelijk geloof goed beleven, dan zouden we vanzelf grenzeloos gaan geloven. Want Jezus zelf heeft de grenzen al doorbroken. Hij merkte dat in zijn eigen vaderstad Nazareth de mensen niet in Hem wilden geloven. Ze kenden Hem als zoon van de timmerman. Ze zagen Hem alleen als mens. Ze bleven steken in hun vooroordelen en bij het uiterlijk. Daarom verliet Jezus zijn vaderstad en trok er op uit.

Ook in zijn geboortestreek en in het hele joodse land liep Hij tegen weerstand op. Hij wilde bepaalde grenzen van het strikte strenge wettisch denken doorbreken. Daarom werd Hij op diverse plaatsen vervolgd en weggejaagd en verbannen. Hij doorbrak sociale grenzen door bijvoorbeeld met zondaars en ontuchtige vrouwen om te gaan. Hij doorbrak de grenzen en ging vaak naar heidense streken en zond uiteindelijk zijn apostelen uit om zijn blijde boodschap over heel de wereld te verspreiden en alle volken te maken tot zijn leerlingen.

Wel moest God nog wat extra doen om de apostelen zover te krijgen. God moest eerst het Pinksterwonder laten gebeuren om de apostelen hun angst te laten overwinnen. Door de uitstorting van de H. Geest konden de apostelen opeens vreemde talen spreken en hoorden al die buitenlanders in Jeruzalem de apostelen in hun eigen taal.

Daarna heeft God ook nog Paulus geroepen, om de landsgrenzen over te steken en te gaan missioneren in Turkije, Griekenland, Italië en zelfs plannen had om naar Spanje te gaan. Dat hoorden we in de tweede lezing. Of dat doorgegaan is weten we niet zeker.

Jacobus zou later wel in Spanje geweest zijn. Naar hem is de bedevaartsplaats Santiago die Compostella genoemd. Petrus is naar Rome gegaan. (volgend jaar Rome reis van het bisdom). Thomas zou Oost-Aziatische landen waaronder India bezocht hebben, Ook de andere apostelen zijn er later op uit getrokken naar andere landen om het geloof te verkondigen.

Terug naar Paulus, want we hebben net op 29 juni het hoogfeest van Petrus en Paulus gevierd. Paulus kende geen grenzen. Hij schrijft in zijn brief aan de Galaten 3: 25-28 “Maar nu het geloof is gekomen, bent u allemaal kinderen van God, door het geloof in Christus Jezus. Want allemaal bent u in Christus gedoopt, met Christus bekleed. Er is geen Jood of Griek meer, er is geen slaaf of vrije, het is niet man en vrouw: u bent allemaal één in Christus Jezus.”

Om die grenzeloze eenheid tot stand te brengen doet Paulus iets bijzonders: de heidenen hebben uit Jeruzalem van de joden het geloof gekregen. Paulus heeft als tegenprestatie onder de heidenen een collecte gehouden voor de armen in Jeruzalem. Hij schrijft “voor de heiligen van Jeruzalem”. Daarmee bedoelt hij natuurlijk niet overledenen waarvoor wij tegenwoordig het woord ‘heiligen’ gebruiken. In die eerste christentijd werden alle gelovigen heiligen genoemd. Grenzeloos geloven betekent dus ook dat wij onze welvaart delen met de armen.

Als wij soms naar arme landen op vakantie gaan, daar genieten van gastvrijheid en dienstbaarheid, dan lijkt het mij logisch dat we de plaatselijke bevolking in hun materiele nood bijstaan. Daarom vind ik het heel triest dat het nieuwe kabinet het voornemen heeft de belastingaftrek van giften voor goede doelen wil afschaffen. En wil korten op ontwikkelingshulp. Het gevolg zal zijn dat er steeds meer economische vluchtelingen zullen komen waardoor het migratieprobleem alleen maar groter wordt. Maar economische vluchtelingen moeten ook bij ons christenen welkom zijn. Alleen zo kan de eenheid van het Rijk Gods tot stand komen. Diverse kerken in de grote steden die leeggelopen waren, zijn nu overgenomen door en gevuld met migranten. Zij kunnen onze kerk in de toekomst redden, als we wederzijds bereid zijn tot integratie.

Ik ben geen fan van Michael Jackson. Maar in het lied Heal the World wijst hij er ook op dat we voor elkaar moeten zorgen en dat we allen broeders van elkaar zijn.:

This world is heavenly
Be God’s glow
We could fly so high
Let our spirits never die
In my heart I feel you are all my brothers
Create a world with no fear
… See the nations turn their swords into plowshares.

 

Deze laatste woorden zijn zelfs bijbelse woorden, uit Jesaja.

Zo zullen we grenzeloos geloven en de wereld heel en heilzaam maken.