God maakt alles totaal nieuw

door | 10 december 2025 | Preken

3e zondag van de advent 1989-2025 Reehorst en Reeuwijk

INLEIDING

Advent is een tijd van verwachten. Daarin moeten we onszelf en onze omgeving voorbereiden op het kerstfeest. En daarmee bedoel ik niet het kopen van kerstversiering en het optuigen van de kerstboom. We bereiden onszelf en onze omgeving voor door ons geloof en onze christelijke levenswijze op te poetsen. Door bijvoorbeeld voor Kerstmis naar de Viering van Vergeving te komen of het Sacrament van de Verzoening te ontvangen. Maar ook door de adventsactie te ondersteunen.

LEZINGEN: Jesaja 35,1-6a.10; Jacobus 5,7-10 en Mattheus11,2-11

INLEIDING OP JESAJA:

Jesaja sprak tegen het einde van de ballingschap, 538 jaar voor Christus. Als hij spreekt over de glorie van de Libanon, de luister van de Karmel en Sjaron, dan heeft hij het beeld voor ogen van een prachtige natuur met veel bomen en bloemen, die die streken kenmerkten.

PREEK: thema: God maakt alles totaal nieuw

Nog maar anderhalve week en het is al weer kerstmis. De winter is dan weer begonnen. Alles is dan kaal en doods. Maar dan zal het lied weer gezongen worden: Midden in de winternacht. In het derde couplet staat: Ondanks winter, sneeuw en ijs, bloeien alle bomen, want het aardse paradijs is vannacht gekomen.

Deze en vele andere beelden drukken uit wat de kern is van het christelijke geloof.

Zo komen wij met kerstmis het beeld tegen van de stronk van Isai: een scheut zal aan zijn wortel ontspringen. “Er is een roos ontsprongen”. Hiermee wordt concreet bedoeld dat uit de stam van Isai een nieuwe koningszoon geboren zal worden. Er waren grote koningen geweest, zoals David en Salomon, maar in de tijd voor Jezus’ geboorte was er geen troonopvolger meer. De stamboom was als het ware omgehakt zodat er alleen een wortelstronk over was.

Vandaag hoorden we weer Jesaja spreken in de tijd van de ballingschap. Ook hij gebruikt van die ongelofelijke beelden: woestijn en steppe zullen bloeien met lelies. Lelies zijn planten die heel veel water nodig hebben en dat is het juist wat in de woestijn ontbreekt.

Blinden zullen zien, zegt hij, de lamme zal springen als een hert, nee, niet strompelen als een kreupele maar springen als een hert. Doven zullen horen en stommen jubelen

Al deze beelden hebben één doel: het trieste van ons bestaan schilderen en de hoop opwekken dat alles totaal anders wordt.

Verlossing, vrede en gerechtigheid lijken nog onmogelijk: onze samenleving kun je nog het beste tekenen met beelden als steppe, woestijn of zoiets onherroepelijks als blindzijn, verlamd of stom zijn.

Maar de profeet gaat door met heil te voorspellen, en de apostel Jacobus doet hetzelfde: hij verzekert dat de Heer komt. Hij vergelijkt de christen met een boer in de winter: die gaat er zonder meer van uit dat zijn land vruchtbaar zal zijn, al is daar nu in de winter nog niets van te zien.

En Johannes de Doper stuurt ons met zijn leerlingen naar Jezus, die ons laat zien dat door Hem het onmogelijke mogelijk wordt: blinden zien, lammen lopen, er is een blijde boodschap voor de armen: de Heer is nabij.

De profeten en Johannes voorspellen niet dat het allemaal een beetje beter wordt, nee, ze voorspellen dat het totaal anders wordt. Dat de wereld op zijn kop gezet zal worden. Dat de armen rijk worden en de rijken arm; dat de vernederden verheven zullen worden en de machtigen van hun troon worden gestoten, zoals Maria zingt in haar Magnificat.

Natuurlijk weten wij maar al te goed dat het kwaad in de mens zit en niet uit te roeien is. Natuurlijk weten wij dat armen er altijd zullen zijn. Jezus heeft het zelf gezegd.

Natuurlijk weten we dat de mens niet onsterfelijk is en niet zal worden. Maar toch roepen de profeten ons steeds weer op te geloven in verandering. De hoop van de profeten is onsterfelijk. De hoop van christenen is onuitroeibaar. Die hoop is ons door God gegeven. Het is een goddelijke deugd, naast ’t geloof en de liefde.

Jan van Opbergen schrijft in zijn boek Kompas over fantasie. Fantasie in de zin van creatief denken. In de zin van “denken hoe het anders zou kunnen”, dromen van wat je wilt bereiken. Hij schrijft:” De fantasie boort nieuwe bronnen aan waar de bodem allang is uitgeput. Ze zegt nooit: “oorlog is er altijd geweest”, maar ze blijft gespitst op vredeskansen. Ze weet van de slang, maar heeft gewed op de duif.

De fantasie is verliefd op de goede afloop en altijd ontvankelijk voor nieuwe invallen. Geloof is haar oorsprong en hoop is haar toekomst. Fantasie schijft niets of niemand af, maar ze steekt haar omgeving aan met geluk en plezier. Ze houdt overal een belofte open, de belofte van God, die in haar oor heeft gefluisterd: “Zie ik maak alles nieuw! Begin er maar vast mee”.

Moge kerstmis dit jaar aan het eind van het jubileumjaar het feest van de hoop zijn. Kerstmis is nabij. De Heer is nabij. Amen.