Missie volbracht?

PREEK VAN DE WEEK      29e  ZONDAG  JAAR B 2006

LEZINGEN:   EERSTE LEZING:  Hebr.4,14-16       EVANGELIE: Mc.10,35-45

THEMA: Missie volbracht?

INLEIDING:

Vandaag is het wereldmissiedag. Tienduizenden missionarissen verlieten in het verleden huis en haard om in verre streken de armen te dienen. In een folder van wereldmissiedag een paar jaar geleden stond: “Die tijd is voorbij. Uit het missiezaadje dat ze toen plantten groeide een eigen, jonge kerk. Is onze missie dan volbracht? Nee, want met moeite probeert deze jonge kerk op eigen benen te staan. Ze is vooral een kerk van armen. Ze heeft onze steun nog hard nodig.

Er gaan geen nieuwe missionarissen meer vanuit ons land naar de 3e wereld. Mensen die hun hele leven aan de missie willen besteden. Maar wel gaan er nog vaak mensen met kennis en organisatietalent tijdelijk naar een arm land om er een project op te zetten of noodhulp te verlenen.”

Dit jaar wordt uw aandacht gevraagd voor Papoe-Nieuw Guinea. Daar heeft een groot deel van haar leven een tante-zuster van mij gewerkt. Van haar heb ik dit typische papoea-kruisbeeld. Zij zette zich in de het onderwijs voor meisjes, die daar achtergesteld werden.

 

INLEIDING EERSTE LEZING:

Jesaja spreekt over een dienaar van God die veel zal moetenlijden. Wij passen die tekst altijd toe op Jezus, maar laten we vandaag de tekst een toepassen op de kerk, en dan bijzonder op de kerk in bijvoorbeeld Gaza, die honderden vluchtelingen opvangt.

 

PREEK

 

De apostelen verwachtten dat Jezus koning zou worden over Israël. Jacobus en Johannes hopen dan zijn linker- en rechterhand te mogen zijn, oftewel minister-president en premier. Als de andere apostelen dit gewaar worden, worden ze boos. Want ook zei zien een belangrijke regeringspost wel witten.

Jezus zei: “Gij weet dat zij die als heersers der volkeren gelden hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen”.

Dat zien we in deze tijd heel goed in Rusland en Israël. De presidenten van Rusland en Israël laten goed zien waar machtslust toe leidt.

 

Jezus zegt: “Wie onder u groot wil worden moet dienaar van u zijn, wie onder u de eerste wil zijn, moet aller slaaf wezen.” Let wel: Het is niet verkeerd om minister te zijn. Elk land heeft een regering nodig. Maar het Latijnse woord minister betekent letterlijk: dienaar. Christenen mogen van Jezus wel macht hebben, maar er geen misbruik van maken.

 

Ik ben een aantal jaren geleden in Brazilië geweest. Ik wil graag enkele ervaringen van die reis vertellen.

 

Hier steunen de mensen elkaar in het geloof. Het is niet zo individualistisch als in Holland. Daar vult de kerk zich niet van achter naar voor, maar vanaf de voorste bank. Jongeren kruipen dicht bij elkaar. Verliefde stelletjes zitten zelf innig omarmd in de kerk. Ook overdag, want de kerken staan altijd open.

 

In Fortaleza hebben we de sociale activiteiten van de italiaanse priester Renato Chiera leren kennen. De kinderen waren zeer aanhankelijk. Eentje mocht ´s avonds in de mis zijn eerste Heilige Communie doen. Zonder feest, zonder toeters en bellen, zonder cadeautjes. Hij moest wel voor de viering gaan biechten. In de auto van het tehuis naar de viering werd hem dat uitgelegd. De priester ging bij aankomst met hem de speeltuin in en op de tweezits-schommelstoel hadden ze het biechtgesprek. Zijn ouders waren er, maar toonden geen enkele emotie. Waarschijnlijk verslaafden, in ieder geval niet kerkelijk, want ze gingen niet ter communie.

 

´We bezochten op een dag een Fazenda de Esperanca, ´Boerderij van de hoop`, een afkickboerderij voor ex-drugsverslaafden. Hier mochten sommigen ook hun gevangenisstraf vervangen. Het is van de Focolarebeweging en dus sterk religieus. Indrukwekkend om mee te maken dat 100 ´zware jongens` (en enkele vrouwen) samen met enkele zusters de mis vierden, religieuze liederen zongen en de rozenkrans baden. Ze  lachen en vertellen en praten alsof je op een feest bent. Want ze zijn een nieuw leven begonnen en zijn daar heel gelukkig mee. Op een enkele na voor wie dit te veel van het goede is en die dat dan ook niet vol houdt. Ze zijn vrij om weg te gaan

 

Hier in Brazilië heb ik een heel andere kerk en samenleving leren kennen. Uiteraard heb ik die twee voortdurend vergeleken met Nederland. Mijn conclusie is dat de samenleving hier veel slechter is dan in Nederland en de kerk veel mooier.

De samenleving: de mensen leven daar in een voortdurende angst voor geweld en criminaliteit. Er zijn veel drugsverslaafden die niets of niemand ontzien. Ze beroven en vermoorden alles en iedereen: eigen ouders, vrienden, lotgenoten, vreemdelingen, kerken, hulpverleners, priesters, religieuzen, etc. De drugs schakelen hun geweten volledig uit. Bovendien kan iedereen aan wapens komen en is de politie en justitie vreselijk corrupt. Drugshandelaren en criminele organisaties kopen ambtenaren om onder bedreiging van hun familie of henzelf. Ze zorgen ervoor dat een aantal van hen bij de politie of in het leger werkzaam zijn zodat ze alle informatie krijgen over misdaadbestrijding. Aangifte doen van diefstal en geweldpleging heeft nauwelijks zin omdat de politie zaken niet uitzoekt of omdat boeven hun arrestatie of straf kunnen ontlopen door de genoemde corruptie. Criminelen krijgen zelfs hun wapens van corrupte politie-ambtenaren.

 

 

Omdat de samenleving zo slecht is zoeken veel mensen troost en hoop in de kerk. De kerk is de enige organisatie die zich het lot van de armen aantrekt. De priesters, religieuzen en capabele gelovigen zetten overal huizen op voor weeskinderen, aidspatiënten, dagopvang van kinderen van werkende alleenstaande moeders, schooltjes voor de armen, therapieboerderijen voor ex-drugsverslaafden, verzorgingstehuizen voor demente bejaarden, etc. Zij steunen nog op giften uit Europa. Ze proberen wel de mensen zelf actief te maken voor geldwerving en onderhoud van deze instellingen, maar het is de vraag of dat lukt omdat de meeste mensen arm en weinig ontwikkeld zijn. Als de missionarissen over 10 jaar uitgestorven zijn, zal er weer heel wat sociaal werk ter ziele gaan.

 

Maar de katholieke kerk en bloeit. Er zijn veel seminaristen in de bisdommen en novicen bij de kloosterordes. In de parochies worden veel catechisten opgeleid die weer de kinderen onderricht geven. In alle parochies zijn eer veel kindercatechesegroepen. De kinderen moeten voor hun eerste heilige communie en voor hun vormsel twee jaar onderricht volgen. Ze doen dat graag. Buiten de kerk hebben ze toch niet veel te doen. De kerk is het ontmoetingscentrum en in de kerk krijgen ze van de pater de aai over de bol die ze thuis vaak missen.

 

Wat ik wel mooi vind is dat het Onze Vader altijd door alle kerkgangers hand in hand gebeden wordt. De mensen komen dan uit de banken en vullen ook de paden om zoveel mogelijk één keten te vormen. De vredeswens gaat altijd met een omhelzing. Iedereen komt weer uit de banken om allerlei familie en vrienden ergens in de kerk ook de vrede te gaan wensen.

 

Wat ook verschilt, is de aanvangstijd en de duur van de mis. De mis begint nooit op tijd. Ik heb het vaak meegemaakt dat de pastoor een half uur op zich liet wachten. Of dat hij eerst nog allerlei mensen ging begroeten of biecht horen terwijl het al tijd was. Niemand stoort zich er aan. Als het lang duurt gaat men wat zingen of de rozenkrans bidden. En de mis duurt meestal wel anderhalf uur. Voor veel mensen is het gewoon een ochtendvullend programma. Of het zondagse uitstapje. Ze hebben toch niets anders te doen. Ze vinden het een feest als er daarna nog bruine bonen met varkensvlees gegeten kan worden (Fechoada). Daarvoor komen ze met het hele gezin naar de kerk.

Of er is na de mis bingo. Dan loopt de parochiezaal vol. De kerk is hier nog de sociale ontmoetingsplaats voor de mensen. Dat is mooi.

 

De kerken zijn hier ook altijd de hele dag open voor gebed. En jong en oud loopt er dan ook binnen en knielen neer voor het tabernakel of Mariabeeld. Alleen de microfoons moeten weggeborgen worden. Verder is er gewoon niets te stelen. Muurschilderingen kun je niet mee nemen en voor de rest zijn de kerkgebouwen arm.

 

Conclusie: als er in de samenleving niet zoveel criminaliteit en corruptie was, dan zou Brazilië een paradijs zijn. Nu is alleen de kerk een plaats van Godsontmoeting en gemeenschapsvorming. Een plaats van hoop en verzoening. Een instituut dat veel sociaal werk doet. Een levendige gemeenschap waarin de mens tot zijn recht komt.

 

Missio steunt het werk van parochies, de vorming van vrijwilligers, de opleiding van priesterstudenten en kansarme kinderen. Missio wil helpen, maar kan niet zonder uw bijdrage. Help haar het evangelie in woord en daad waar te maken. Schenk dadelijk royaal aan de collecte voor wereldmissiemaand of machtig Missio voor een eenmalige gift.