Ik denk wel eens: was ik maar president van Amerika. Dan zou ik direct een eind maken aan alle armoede in de wereld.
Ik denk wel eens: was ik maar bankdirecteur. Dan vergaf ik alle schulden van de 3e wereld. …
Ik zou wel directeur van een multinational willen zijn. Dan gaf ik rechtvaardig loon aan alle werknemers.
Ik zou wel werkgever willen zijn van een groot bedrijf. Dan zorgde ik voor een goede werksfeer onder alle werknemers.
Ik zou wel rijk willen zijn om te laten zien dat je zoveel goeds kunt doen met je geld en kunt beleggen in sociale projecten.
Ik zou wel fabrieksarbeider of kantoorbediende willen zijn om te laten zien dat je ook daar christen kunt zijn en je niet mee hoeft te laten slepen in schunnige of grove gesprekken.
Ik zou wel eens werkeloos willen zijn om te laten zien dat je toch op allerlei manieren zin kunt geven aan je leven.
Ik zou wel eens beroemde tv-ster willen zijn om te laten zien dat je als beroemdheid ook christen kunt zijn door je zuiverheid en respect voor anderen.
Ik zou een popster willen zijn om via mijn liederen een positieve mentaliteit uit te stralen.
Ik zou wel verkering willen hebben om te laten zien dat ware liefde kan wachten met geslachtsgemeenschap tot de trouwbelofte.
Ik zou wel eens getrouwd willen zijn om te laten zien wat een christelijk huwelijk een zegen is voor de maatschappij.
Ik zou wel eens ouder willen zijn om te laten zien hoe je met veel liefde en geloof kinderen ook in deze tijd een goede christelijke opvoeding kunt geven.
Maar ik ben ongehuwd priester en juist daarvoor ben ik niet de ideale persoon. Ik ben van nature verlegen, ik ben geen geboren leider, ik ben niet muzikaal, ik ben niet zo’n spreker, ik ben eigenlijk een gezelschapsmens, niet iemand om alleen door het leven te gaan; en ik zou graag kinderen hebben.
Velen van u zouden het als priester of religieus zuster ongetwijfeld beter doen als ze in mijn schoenen stonden.
Maar juist hiertoe heeft God mij geroepen. Juist hiervan moet ik het beste zien te maken. En om het te kunnen, is het onmisbaar om dagelijks te bidden en Gods kracht er voor te vragen.
In het evangelie zien we dat mensen uit allerlei beroepen naar Johannes de Doper toe komen en vragen: “Wat moeten wij doen?” En Johannes de Doper geeft heel concrete antwoorden: belastingambtenaren mogen mensen niet teveel geld vragen, soldaten mogen niet plunderen of afpersen, rijken moeten delen, etcetera.
Bij mijn dromen aan het begin van deze preek heeft u wellicht gedacht: “de beste stuurlui staan aan wal”. Terecht. En Johannes de Doper dan? Mocht hij kritiek geven op anderen? Johannes had geen hoge dunk van zichzelf. Hij zegt: “Ik ben nog niet waardig de schoenen van de Messias uit te doen”. Johannes besefte heel diep dat hij in dienst stond van God. En God kan de heilige Geest geven en de vurigheid om onze taak goed te verrichten.
In alle levenssituaties en moeilijkheden mogen we een beroep doen op God. Alleen dan kunnen we christen zijn in onze eigen levenssituatie. In situaties die we wellicht zelf niet gekozen hebben. Al kiezen we voor het huwelijk, we weten niet hoe de levenspartner zich zal ontwikkelen. Al kiezen we zelf voor kinderen, we weten niet wat voor kinderen het zullen zijn. Al kiezen we zelf voor een baan, we weten niet wie op termijn onze medewerkers of baas worden. Ieder mens komt in situaties die hij of zij niet gewild heeft. Maar juist dan moet blijken of we christen zijn.
Als we ieder in onze eigen levensstaat en levensomstandigheden de Heilige Geest vragen en haar vurigheid, dan kunnen we onbezorgd zijn. Als we elke dag proberen in elke situatie Gods wil te doen, dan kunnen we blij leven. Dan zal een diepe vrede en vreugde in ons hart komen. Dan kan onze vriendelijkheid bij alle mensen bekend worden.
Ik kom zo veel onvriendelijke mensen tegen op straat, in de trein, de warenhuizen en openbare gebouwen. Waardoor komt dat? Waarom zijn er zoveel mensen verbitterd, verzuurd, verhard, opdringerig en gesloten? Volgens mij is het een gevolg van de ontkerstening van de samenleving. Zonder geloof kunnen mensen de levenssituatie waarin ze terecht komen niet meer accepteren. Moderne mensen zonder geloof hebben de illusie dat ze zelf hun leven volledig kunnen vorm geven en door eigen inspanning zelfgestelde idealen kunnen bereiken. Of, erger nog, de door de tv aangeprezen materiële en consumistische idealen van gemak en comfort kunnen bereiken. En zo gauw er een kink in de kabel komt, dan raken ze in crisis, depressief, overspannen, gedesoriënteerd, gedesillusioneerd, hopeloos, radeloos, reddeloos.
Paulus schrijft aan de christenen van Philippi: “ Laat al uw wensen bij God bekend worden in gebed en smeking en nooit zonder dankzegging”.
Dan kunnen we ons altijd verheugen, vriendelijk zijn, onbezorgd en vol vrede.